Selectie of bemoediging? Over een schooladvies als stimulering, om het kind boven zichzelf uit te laten stijgen..
6 februari 2015
Het schooljaar is over de helft, en, nu dit jaar de centrale eindtoets pas in mei wordt afgenomen, begint de onrust te groeien op middelbare scholen over de manier waarop ze nieuwe leerlingen kunnen gaan selecteren. Wat is hier aan de hand? zo vraag Hartger Wassink zich af. Zijn blog over de opdracht van de school, over de schaduwkanten van selectie én over een schooladvies als bemoediging. 'Het is de opdracht van de school om de voorspelling over een kind ongedaan te maken.'Voor middelbare scholen is het belangrijk dat leerlingen met het juiste advies van de basisschool afkomen, want een ‘te hoog’ advies (vwo of havo) betekent een grotere kans op afstromen in de onderbouw, en daarmee een slechte beoordeling door de inspectie. Afhankelijk als scholen zijn van dat oordeel, is dat een wezenlijk dilemma.
Vandaar dat er nieuwe regels worden opgesteld, die vooral gaan over wat de leerling met zijn capaciteiten voor het kwaliteitsimago van de school kan betekenen. In plaats van andersom: wat de school gaat doen om de belofte die een bepaald advies inhoudt, waar te maken.
Maar ook ouders voelen de druk. Een hoger advies betekent een ruimere keuze aan middelbare scholen, wat meer kansen openhoudt op uiteindelijke doorstroom naar het hoger onderwijs. De druk die ouders voelen, geven ze weer door aan leerkrachten en schoolleiders in het primair onderwijs, die zich daarmee van twee kanten onder druk gezet voelen. De leerling weet officieel van niets, maar voelt van alle kanten dat er ‘iets’ van hem of haar verwacht wordt.
De angel in dit probleem is de vroege selectie naar cognitieve vaardigheden die in Nederland plaatsvindt, en die al meermalen in internationaal verband bekritiseerd is. Deze vroege selectie is om twee redenen ongewenst.
In de eerste plaats omdat we hiermee een oneigenlijk ‘resultaat’ van het onderwijs tot doel verheffen. Impliciet geven we hiermee de boodschap aan leerlingen: alleen als je naar het vwo gaat, ben je geslaagd. Want alles daaronder is ‘minder’, of ‘lager’. Natuurlijk, zeggen we dan snel, vmbo-leerlingen kunnen ‘ook’ heel gelukkig worden, gaan later belangrijk werk doen, etcetera. Maar het kind aan het eind van de basisschool heeft haarfijn door waar het om draait: kan ik wel naar een zo hoog mogelijke school?
In de tweede plaats is die vroege selectie ongewenst, omdat we kinderen daardoor ook te vroeg afschrijven. Al in de jaren zestig werd het zogenaamde Mattheüs-effect voor het eerst vastgesteld, naar de versregel uit het betreffende bijbelboek: ‘Zij die hebben, zullen ontvangen in overvloed; zij die niets hebben, zal zelfs dat wat ze hebben, worden afgenomen.’ Het is bekend, dat leraren zich gaan gedragen naar hun oordeel over leerlingen. Als jij denkt dat een kind ‘echt een havo-kind’ is, dan ga je het ook zo benaderen. En het kind gaat zich gedragen naar jouw oordeel. Zo versterk je je eigen overtuiging.
Het werkt gelukkig ook andersom. Carol Dweck laat met haar onderzoek zien, dat je kinderen met de juiste feedback en bemoediging ook positief kunt stimuleren, en ze zo boven zichzelf kunt laten uitstijgen. Zoals Luc Stevens zegt: 'Het is de opdracht van de school om de voorspelling over een kind ongedaan te maken.'
Een advies zou een eerste bemoediging moeten zijn, die nog veel en vaak versterkt wordt, zodat de leerling zichzelf verbaast over wat hij of zij uiteindelijk bereikt heeft. Het is de vraag wanneer we als samenleving leraren weer de ruimte gunnen, daar aan te werken.
Klik verder
Hartger Wassink is forum-redacteur bij het NIVOZ. Hij begeleidt scholen en teams bij normatieve professionalisering. Dit is zijn eigen blog.
Verdiepend:
Video Onderwijsavond Beate Letschert: Ermütigung, een pedagogisch principe.
Kinderen gedragen zich niet volgens verwachting en 'prijzen' helpt niets
Reacties