Schoolportret: ‘Op ons groene plein schept de ruimte zélf de omgangsregels’
10 mei 2018
De Gemeente Apeldoorn wilde meer oppervlak om hemelwater op te vangen. Jenaplanschool De Mheen wilde een natuurlijk speelplein. Eén plus één werd drie. Aan het eind van de zomervakantie van 2015 bouwde een team vrijwilligers onder professionele begeleiding het plein om. De effecten zijn soms onvermoed: ‘Pas in de gymzaal zien we wat voor sprongen de kinderen maken in hun grove motoriek’, zegt stamgroepleider Marian van Luijk.
In aanloop naar de Onderwijsavond met Arjen Wals publiceerde NIVOZ verhalen over natuurbeleving en duurzaamheid en hoe die thema’s integraal vorm kunnen krijgen in het schoolleven. Dit schoolportret staat in het themanummer ‘Natuur’ van Jenaplanblad Mensenkinderen (maart 2018).
Donderdag 25 januari. Het leven van vlees en bloed heeft zich vandaag opgedrongen aan mij, als verslaggever, en aan de Apeldoornse jenaplandirecteur Ben Hilderink, als gastheer op zijn school: ik heb gebeld dat ik mijn zoontje van acht maanden bij me heb en dat hij vanochtend verhoging had. Geen probleem, stelde de schoolleider: vannacht had zijn dochter met haar jongste naar de huisartsenpost gemoeten en was opa Hilderink ingesprongen in het gezin. En zo doorkruist de microbiologische natuur van virusjes en ander ongemak vanochtend de professionele, ordentelijke rollen, die we gewend zijn ten opzichte van elkaar te spelen.
Slotgracht
Eigenlijk brak de natuur vorige week al in, toen ik contact zocht voor een afspraak. “Een gesprek over ons natuurlijke schoolplein? Prima! Sterker nog, er is gisteren in de storm een boom op het plein omgewaaid – een flinke, die in de zomer veel schaduw bood.” Ik stelde het me voor als een exemplaar in een bomenrij aan de rand van het plein, maar straks zal ik zien dat het stormslachtoffer – een oude berk – op een aanzienlijk dramatischere plek ter aarde stortte. Voorlopig sta ik voor een school, omgeven door veel groen en een stevig dalend talud naar een watertje dat als een slotgracht rondom de school en de wijk ligt. Het ziet er behoorlijk idyllisch uit, met meerkoeten en eenden, ware het niet dat het water ondoorzichtig lichtbruin is.
“Het is schoon water, maar het kleurt bruin door oer, ijzeroxide die hier in de bodem zit”, vertelt Ben Hilderink in zijn kantoor. Water was de sleutel tot de totstandkoming van het natuurlijke speelplein. Het begon allemaal in 2012, toen Karsten Orth, ontwerper openbare ruimte bij de gemeente, in gesprek kwam met de school. “Karsten is een enorm enthousiast, ruimdenkend en doortastend persoon. Hij spoorde ons aan uit te spreken wat we wilden en niet meteen in beperkingen te denken. En dan zie je soms dingen heel mooi in beweging komen – er valt je een gelukje ten deel, een enthousiaste groep komt in beweging. We begonnen samen met de kinderen na te denken over hoe we onze buitenspeelgelegenheid zouden kunnen inrichten.”
Hemelwater
Het belangrijkste geluk dat de school toeviel: in 2015 kwam de gemeente tot het besef dat ze meer hemelwater uit het riool zouden moeten houden. Op dat moment werd 1 +1 drie. Met een van gemeentewege gestimuleerde onttegeling van het schoolplein, waardoor er een grote hoeveelheid water via stukken zand en gras de bodem in zou kunnen zakken, kon de school meteen óók haar natuurlijke speelterrein realiseren.
Een sponsorloop later was er 8.000 euro extra in kas en zo kon een gespecialiseerde tuinman die al eens een perk op een andere jenaplanschool had aangelegd, aan de slag. “Een enorm project, waarvoor hij de laatste week van de vakantie gereserveerd had en waarvoor iedere dag een horde ouders vrijwillig kwam bijdragen, net als teamleden en oud-leerlingen. Daar werd een buis ingegraven, hier werden muurtjes gemetseld. En inderdaad, op vrijdagmiddag was het af. Toen de kinderen op de eerste maandag naar school kwamen, kwamen ze op een heel nieuw plein.”
Het was zo’n moment dat de oude ‘mheen’ misschien wel herleefde, zegt schoolleider Hilderink, terwijl hij zijn bezoek naar het plein leidt: “Er zijn meer instanties in deze wijk die ‘Mheen’ heten. Het verwijst naar wat deze plek van oudsher was: hier lagen de mheentgronden. Dat waren vroeger stukken groen waarvan eigendom en beheer gemeenschappelijk was. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan bos voor hout, gras- en heideterreinen voor het grazen van je dieren. Dat idee van een gedeelde verantwoordelijkheid past bij een school die een leef- en werkgemeenschap wil zijn.”
Apenrots
Buitenspeeltijd op het schoolplein. Marian van Luijk en Agnes Jansen, stamgroepleider in respectievelijk onderbouwgroep De Vuurvlinders en middenbouwgroep De Egels, lopen rond. Zij zijn betrokken geweest bij de omvorming van het plein vanaf de eerste ideeënfase.
“We hebben kinderen laten meedenken over hun ideale schoolplein”, begint Agnes. “En dan krijg je van alles van een achtbaan tot een zwembad. Qua haalbare ideeën kwam er tamelijk eenduidig uit dat kinderen een heuvel wilden, waarachter je je kunt verstoppen, en iets met water.” “Het is frappant”, merkt Ben op, “dat kinderen zelden kiezen voor een kant- en klare speeltuin. Ze wíllen wel een glijbaan, maar dan nét anders.”
En nét anders is er zeker gekomen, inclusief heuvel (‘de Apenrots’) en waterpartij. “Het draadcircus is behouden, de zandbak is er nog, maar verder was het een tegelplein met veel geparkeerde fietsen en een enkele struik”, vat Marian de oude situatie samen. Met goede herinneringen kijken zij en Agnes terug op die intense laatste zomervakantieweek dat met vereende krachten het plein werd omgetoverd.
“De tegels gingen eruit en er was het plan om de zandbak te verplaatsen”, zegt Marian, “Maar eenmaal bezig, word je ook praktisch: weet je, die zandbak blijft waar die is!” Agnes vult aan dat er zich veel natuurlijke keuzemomenten aandienen tijdens zo’n werkweek: “Het apenkooi-idee van een route, die je kunt lopen over boomstammen zonder de grond aan te raken, ontstond gaandeweg, al doende.”
De resultaten van de balans tussen plannen en improviseren, tussen de aanwijzingen van de expert over hoe je een muurtje solide maakt en de persoonlijke invulling van de uitvoerende ouder, schijnen overal door: hier staat een superstrak tegelmuurtje, verderop is er een met geheime gaatjes erin en daar is zelfs in een muurtje een schuine baan voor knikkers en autootjes aangelegd.
“Wat zo’n natuurlijk speelplein toe leidt”, zegt Agnes, “is dat het landschap zelf de regels en de grenzen van het samen spelen oplegt. We hebben geen linten, geen strepen op de grond nodig. Heel even maakten we ons druk hoe het zou zijn als tweehonderd kinderen tegelijk op de Apenrots zouden willen spelen, maar dat regelt zich vanzelf.” “Twee regels volstaan”, vult Marian aan: “Er is een denkbeeldige lijn waar de jongsten mogen spelen. En de groten gaan niet op de voertuigen van de kleinen.”
Storm
De middenbouw gaat naar binnen, inclusief Agnes. De jongste kinderen spelen verder. Marian wandelt rond, heeft gesprekjes met kinderen en leidt de blik van haar gast. Naar een grote stam bijvoorbeeld: “Daar zit vaak een groep kinderen aan en dan zie je ze er overheen hangen en plannen maken. Zo democratisch als de Ridders van de Ronde Tafel.”
Even later: “Kijk eens naar die twee, daar. Hoe ze die hoge stap nemen, de Apenrots op. Voor die achterste, is dat een heuphoge stap.” Het zijn een jongen en een meisje, die een spel doen waarbij de een de ander volgt. Eerst die hoge stap, en nu over de boomstammen. “Je kunt hen waarschuwen dat het glad is, met dit vochtige weer, maar dat voelen ze prima zelf.” Het meisje loopt vaardig door, de jongere jongen voelt, tast, slaat een stukje stam over en klimt er weer op waar hij zich in balans voelt. “Wat de effecten van dit plein zijn, merkten we pas in de gymzaal. Daar zíe je de grove motoriek met sprongen vooruitgaan, door de hindernissen die ze in hun spel hebben leren nemen op het plein.”
Geert Bors is als freelancer onder andere redacteur bij hetkind/NIVOZ en hoofdredacteur van Jenaplan-blad Mensenkinderen. Dit artikel is met toestemming overgenomen uit: het themanummer Natuur van Mensenkinderen, maart 2018. Met dank aan de Nederlandse Jenaplanvereniging (NJPV).
Reacties