Samen Schuilen, en zijn betekenis: 'Het zou me plezieren als mijn kleindochters dit boek vinden'
24 augustus 2016
Twee jaar terug tikte Tineke Spruytenburg bij de plaatselijke hergebruikwinkel een stapeltje kinderboeken op de kop, waaronder 'Samen schuilen' van Corrie Hafkamp. Ze last het in éen adem uit. En de paralellen in de communicatie tussen het meisje Larissa en haar moeder zijn zo herkenbaar, vanuit haar eigen jeugd en in wat Tineke om haar heen ziet. 'Volwassenen gaan uit van hun manier van denken en redeneren, van hun motieven, wensen en verlangens. Ze vergeten dat een kind een heel anderen, eigen logica heeft.' Dit is de zesde aflevering uit de serie favoriete kinderboeken.
Ik erken de kwaliteiten van deze schrijfster sinds ik een ander boek van haar kocht, dat inmiddels al in meerdere klassen en aan de kleindochters is voorgelezen. Sindsdien ben ik extra alert, als ik tweedehandsboeken scan, op deze schrijfster. Op een avond begon ik in Samen Schuilen - en de volgende ochtend, tijdens het wachten op de bus, liep ik nog steeds lezend, heen en weer. Ik schrok toen de bus 'plotseling' naast me stond en had niet in de gaten dat mijn hand het rijbewijs voor de scanner hield, in plaats van de OV-chipkaart. De buschauffeur reageerde vriendelijk op deze verstrooidheid en leek zoveel leeslust niet te begrijpen.
Het verhaal nam me onmiddellijk mee terug in de tijd, naar toen ik zelf een meisje van 8, 9 of 10 jaar was. Altijd zat ik met mijn neus in de boeken en ik hoor nog de stem van mijn grootmoeder snibberig zeggen dat ik mijn 'verstand nog eens zou verliezen'. Met diezelfde opmerking brengt de schrijfster Larissa, de hoofdpersoon van het boek, en haar moeder in beeld. Het hele boek door is wat het meisje beleeft herkenbaar voor me, hoewel haar levensverhaal weinig gelijkenis vertoont met het mijne. Haar kijk op de wereld en vooral haar binnenwereld spreken het kind in mij aan.
Het verschil tussen wat de ouders menen te ontwaren en wat er in het meisje leeft; het gat tussen de motieven die moeder uit het gedrag van haar dochter 'leest' en dat wat het meisje werkelijk motiveert... Het is zo herkenbaar, van toen en daar in mijn eigen jeugd... én van hier en nu, wanneer ik luister naar volwassenen die kinderen aanspreken op hun gedrag. We gaan uit van onze manier van denken en redeneren, van onze motieven, wensen en verlangens. En vergeten dat een kind een heel anderen, eigen logica heeft.
Een citaat uit het boek (blz. 65). (Larissa is in het park geweest en heeft daar iemand de helpende hand geboden. Ze is net op tijd thuis voor het avondeten)
"Ze (Larissa TS) schept eten op voor Maaike en prakt het. Pas als ze daarmee klaar is en zelf ook eten op haar bord heeft, zegt Larissa: 'Ze hebben van alles van mijn fiets gestolen, mamma. De lamp, de bel, de snelbinder en het achterlicht. Gemeen hé? Maar ik zal het wel uit mijn eigen spaarpot betalen hoor.' (... reactie van de andere kinderen aan tafel)
Mamma's vork blijft op weg naar haar mond steken en in de lucht hangen. 'Gestolen? Alles? Waar was je dan? Waar stond je fiets? Heb je die niet in de gaten gehouden? Je weet toch dat je dat moet doen, dat hebben we al honderd keer gezegd. Larissa, kijk me aan!'
Larissa probeert dapper om haar ogen op die van mamma gericht te houden, maar dat kan ze niet lang volhouden, dat weet ze al van tevoren. Mamma kan je zo doordringend aankijken. Larissa voelt zich daar altijd klein bij, alsof ze verdwijnt, verschrompelt tot een kabouter van twee centimeter. Ze moet haar ogen gewoon neerslaan, ze kan het niet volhouden en dan denkt mamma dat ze liegt of iets te verbergen heeft.
Ze besluit alles eerlijk op te biechten. Als mamma weet waarom de fiets zo lang bij het hek heeft gestaan, zal ze 't wel begrijpen. Ze heeft toch iemand geholpen, ze heeft dit keer toch echt iets goeds gedaan!
'Er was een mevrouw in het park, die zakte zomaar ineens in elkaar en daarom heb ik haar naar huis gebracht. De keuken stond vol rommel want haar man was weggelopen, we hebben samen afgewassen en liedjes gezongen. Toen was het opeens laat en mijn fiets stond al die tijd bij het hek en...'
'Larissa!' Mamma kletst haar vork terug in haar bord. 'Houd alsjeblieft op, ik heb schoon genoeg van dat gefantaseer van jou, ik kan er niet meer tegen. Die onzin maak je je vader maar wijs, maar niet mij! Als je een smoes bedenkt moet je een gewone nemen, zodat je kans hebt dat iemand je gelooft. Een in elkaar gezakte vrouw die liedjes zing. Heb je 't ooit zo zout gegeten? Ik wil geen woord meer van je horen, begrepen? De hele avond niet! Je houdt je sprookjes maar voor je en wat gestolen is betaal je inderdaad zelf! Dat zal je leren op je spullen te passen. Eerdaags kun jij geen wijs meer worden uit je eigen leugens, dan denk je zelf nog dat ze waar zijn. Het wordt hoe langer hoe gekker met jou. Nou, kijk me aan! Neem je bord mee en ga boven eten, je bent toch zo graag alleen? Vooruit, schiet op, voordat ik mezelf nog kwaaier maak!'
'Het is echt waar! mompelt Larissa.
Nu raakt mamma door het dolle heen. 'Weg, weg, verdwijn! Wat moet er van jou terechtkomen? Als je zo doorgaat, dan deug jij later nergens voor, weet je dat?'
Mamma is zo kwaad dat zelf Stefan niet durft te lachen.
'Larissa is lief', huilt Tasja.
'Larissa is hopeloos! zegt mamma.
Larissa pakt haar bord en loopt langzaam naar boven. Een half uur later zit ze nog steeds met het koud geworden eten op haar schoot op de rand van haar bed.
Ze heeft een vreselijke gedachte in haar hoofd! De gedachte dat ze niet gelogen heeft en niets verkeerds heeft gedaan en dus dat mamma geen gelijk heeft, dat mamma verkeerd doet tegen haar.
'Mamma houdt niet van mij,' galmt het in Larissa's hoofd.
En om aan die gedachte te ontkomen begint ze in een onophoudelijke dreun te denken: 'Morgen ga ik naar Anna-Maria, morgen ga ik naar Anna-Maria tjoekoe.'
De wereld van een kind ziet er zo heel anders uit dan die van ons, volwassenen. Wie in staat is om het eigen kind te horen, hier en nu, zoals het binnen in ons reageert op de - sociale - wereld om ons heen...
...gaat langzaam maar zeker anders praten tegen de kinderen,
...gaat anders luisteren naar kinderen,
...en de kinderen die gehoord en gezien worden in hun poging om aan onze wensen te voldoen, zullen gelukkiger kinderen zijn, nu en als ze volwassen zijn.
Ik lees het boek in één adem uit. En net als vroeger betreur ik dan dat het gelezen is, afgelopen en uit.
Het staat voorlopig hier in de kinderboekenkast, want het zou me plezier doen als mijn kleindochters het vinden en mij zouden vertellen wat zij er in hebben ontdekt.
Tineke Spruytenburg werkt als lerares, kindercoach en leerkracht-ondersteuner vanuit haar bedrijf Atreyu & Momo. Ze schrijft over onderwijs en bijzondere kinderen.
Jouw verhaal bij je (favoriete) kinderboek?
Heb jij een favoriet kinderboek? Of wil je een van je (favoriete) kinderboeken onder de aandacht brengen in een kort blog en vertellen wat het boek voor je betekent of betekende? Mail je tekstbijdrage dan naar [email protected]
Reacties