Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Over volwassen worden: 'Slechts een kinderlijk kind wordt een menselijk mens'

8 februari 2018

Lidwine Janssens voert een strijd. Als onderwijzeres ervoer ze in de jaren zeventig hoe dodelijk het onderwijs kan zijn voor een opgroeiend mens. En nog steeds beziet ze de praktijk met lede ogen. ‘Het kinderlijk denken moet plaatsmaken voor het ordentelijke structuurdenken van ouderen, die onvolwassen verstarren in bubbels, in zeker weten en in heilig overtuigd zijn.’ Haar blog over volwassenheid.

Kind: Mogen we nu gaan spelen?
Leraar: We hebben net drama gehad.
Kind: Moeten we nu leren omdat we later te groot zijn om te spelen?
Leraar: Later moet je werken.
Kind: Moet je leren om te werken?
Leraar: Ja.
Kind: Daar geloof ik niks van.

Kinderen leven hier en nu, zonder zorgen voor morgen. Ze vergeten en vergeven snel, gaan weer over tot het plukken van de dag.
Wandel met een klein kind, je komt minder ver maar ziet veel meer.
Luister naar een kind, hoor hun schilderachtige beschrijvingen: een zwemvest wordt een drijfjakje of je staat ineens naast een filosoof van 5 jaar: Als jij het niet gezien hebt, heb ik het niet gedaan.

Meisje: Waarom gaan we met de trein?
Vader: Omdat moeder anders wagenziek wordt.
Even is het stil dan vraagt haar broertje: Kun je ook dagenziek zijn?.....
Het blijft stil.

Volwassenheid is een wijkende horizon
Volwassenheid is een wijkende horizon, een onbereikbaar doel. Daarentegen kan het kind voortdurend met ons meegroeien in vertraging van ons haastig ‘nog even’ waarbij we de L. vergeten van leven.

Spoel een spannende dvd versneld door en je kunt de verhaallijn volgen, maar je beleeft niet de dreigingen, gevechten. Zo ook kan de gehaaste volwassene in snel tempo onmenselijke beslissingen nemen. Kunnen er besluiten ondertekend worden die de medemenselijkheid teniet doen, de agenda laat niet meer tijd toe. Kunnen ouders kinderen materiële zaken geven vanuit onvoldoende tijd voor echte aandacht en medeleven. Escaleren ruzies tussen jong en oud tot gewelddadigheid omdat men de tijd niet neemt elkaar werkelijk te bevragen naar ieders behoefte.

Kind: Kun je ook leegwassen zijn?
Ja, ik denk het wel.

Er zijn volwassenen die ook kind blijven in de zin van lenig naar lichaam en geest, zodat ze niet vastzitten in oude tijdsbeelden (‘Vroeger was het beter’). We kunnen fantasie naar de kinderjaren verwijzen of in ere herstellen. Zwitsers-joods filosoof Günther Anders wijdde aan dit thema artikelen o.a. in de jaren zeventig en tachtig: ‘Niet het verstand, maar het voorstellingsvermogen schiet te kort.’

Kinderen zijn nieuwsgierig naar het onbekende, zijn sterk in het vergeven en vergeten, in durven dromen, in origineel denken, in niet denken, in zijn in het hier en nu. Kinderen zijn in dat opzicht ideale leermeesters van ouderen. Maar die luisteren te vaak niet en worden zo nooit volwassen.
In die zin versta ik: Als gij niet wordt als kinderen zult gij het Rijk der Hemelen niet binnengaan. De vraag is anno de 21e eeuw veel meer: is er een leven voor de dood mogelijk?

Op welke vraag geeft het onderwijs antwoord?
Als onderwijzeres ervoer ik in de jaren zeventig hoe dodelijk het onderwijs is voor jonge kinderen. In verschillende varianten probeerde ik reken – en taalregels uit te leggen en nog steeds hoorde ik dan: ik snap het niet. Het kinderlijk denken moet plaatsmaken voor het ordentelijke structuurdenken van ouderen, die onvolwassen verblijven in bubbels, in zeker weten en in heilig overtuigd zijn.
Spel was voor het speelkwartier en was verder ‘verdacht’. De betweters belemmerden (en belemmeren) de praktijk van spelenderwijs leren (Homo Ludens & LuPe).

Het huidige onderwijs stoomt kinderen en jongeren klaar voor de maatschappij. De vraag is of ze voldoende aandacht geeft aan de eisen van een volwassen leven: alert – empathisch - adequaat improviseren in het hier en nu, verantwoordelijkheid dragend voor het eigen doen en laten.

Ontneemt het huidige onderwijs kinderen de kwaliteiten die dit mogelijk maken?
Kinderen en jongeren leren al snel redeneren zoals ouderen; het in detail kijken maakt plaats voor globalisering, zodat er gelabeld kan worden. Praktijk wordt abstracte theorie en raakt niet meer. Voor mij gaat het om de vraag: hoe kunnen volwassenen het kind in zich laten voortbestaan en wat vraagt dit van pedagogiek, van onderwijs, van methodiek/didactiek?

Hoe kunnen we de nieuwsgierigheid behoeden en behouden?
De menselijke mogelijkheden die we kunnen ontwikkelen door cultuureducatie vragen om ruimte en tijd voor uitdaging: voor het niet-weten, het zelf mogen doen, het onderzoeken en experimenteren.

Mag ik het maken en laten zien? vroeg een leerling op een vmbo, toen hij een toetsvraag over het functioneren van het hart kreeg. De volgende dag liet hij de werking zien met een zelfgemaakt papier-maché hart. Een theoretisch, abstract verhaal kon hij (nog) niet vertellen.

Tijdens mijn lespraktijk in de jaren tachtig ontstond er inzicht hoe ik aandacht kon vangen, motivatie en betrokkenheid kon bereiken, hoe de behoefte aan meer willen weten ontwaken kan (zie Magic Teacher). Ik onderbrak het onderwijswerk, koos voor de theaterschool om het improviserend spelend leren verder te ontwikkelen en in kaart te brengen voor de praktijk. In 45 jaar ontwerpen, experimenteren, onderzoeken, studeren en toetsen in de praktijk vormde zich Ludiek Pedagogiek (LuPe) waarin mijn visie op onderwijs en opvoeding samenkomt. En die je terugziet in de LuPe-piramide, die op haar beurt weer uit zes kleinere piramides bestaat. Hij is ontstaan vanuit de samenhang tussen zes voor mij belangrijke onderwijsaspecten.


  • Wat is er te ontwikkelen in de mens?
  • Wat moeten ze leren?
  • Hoe kunnen we het best dat leerproces laten verlopen?
  • Welke begeleidingskwaliteiten ondersteunen dat proces?
  • Welke ludieke kwaliteiten bieden dat proces een meerwaarde?
  • Hoe ontwikkelen we hun eigen inventiviteit

De verantwoording vind ik  o.a. in werk van Johan Huizinga, Merleau Ponty, Csikszentmihalyi en Vygotski, zie LuPes Piramide
 

"Ik kan zelf denken, zomaar uit het niets speelde ik het, wist ik het"
Een jongen, hij werd door zijn docenten 'zwak' genoemd, sprong in bij een ‘meespeeltheatervoorstelling' voor zijn hele school. Hij gaf als enige adequaat antwoord op tegenspelers, die hem voor het blok zetten. Ik citeer hierboven zijn eigen verbaasde woorden na afloop. Een pracht slot van een workshopweek op een middelbare school te Soweto Zuid Afrika (1994).

Johan Huizinga toonde in zijn klassieke werk Homo Ludens (nu alweer tachtig jaar geleden verschenen) al aan dat alle cultuur in spel ontstaat. Daardoor ligt het voor de hand dat we cultuureducatie via spel verkennen en die speelse geest behouden om voortdurend in ontwikkeling te blijven, niets zeker te weten en de cultuur op die manier verder te brengen. Zoals een ijsschots grotendeels onder water bestaat, dragen we in ons diepe bronnen van wijsheid.
Via een ludieke (speelse) geest kunnen we die bewust worden.

Met Ludiek Pedagogiek (LuPe) nodig ik mensen (leraren, leerlingen)  uit terug te keren tot diepe bronnen waaruit alles ontstaat, om vanuit dit onnoembare inzichten te laten opborrelen. Met behulp van deze bronnen kunnen we de cultuur gaan verkennen, vorm geven en toetsen: Is dit wat we willen, wat we ons ervan voorgesteld hadden, waarvoor we verantwoordelijkheid kunnen dragen? Ludiek Pedagogiek ordent dit educatieve spel en geeft toegang tot wat ik noem ‘I-bronnen’: zoals intuïtie, impuls, inventiviteit, interactie. Ze gaat uit van menselijke kerncompetenties, onderzoekt hetgeen daar eerder al mee is vormgegeven en betrekt jongeren daar optimaal bij.

Als kinderen en jongeren hun eigen competenties mogen inzetten, lopen ze warm voor onderwijs. Als ze de tijd krijgen voor een inclusief leerproces, inspirerend begeleid worden en ‘kind mogen zijn’ genieten ze er zelfs van. Als mensen werkelijk onderwijs genoten hebben, de gevoeligheden van een kind niet zijn kwijtgeraakt, worden ze mogelijk volwassen.

De meerwaarde van spel is het met huid en haar betrokken zijn in het hier en nu, anders speel je niet, je handelt of denkt dan automatisch. Die meerwaarde zorgt voor een vorming van de hele mens niet alleen van de maatschappelijk functionerende mens. De vraag: wie wil ik zijn, naast wat wil/kan ik bijdragen, blijft gevoed.



Lidwine Janssens is auteur van kunsteducatiemateriaal, zowel op theatergebied als voor interdisciplinaire onderwijsprojecten. Veel van haar kennis en ervaring is terug te vinden op de website van Ludiek Pedagogiek. Zie www.ludiek-pedagogiek.eu

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief