Over genderidentiteit: 'Ik geloof dat het tijd is dat we het hem gaan vertellen'
3 juni 2017
Sinds een paar maanden is het dik aan tussen Daan (10 jaar) en Nina (8 jaar) in de klas van Neelke Ebben. Nina heeft een jongenslichaam, waar Daan geen weet van heeft (Nina's genderidentiteit is anders dan haar biologische geslacht). Nina is bang dat Daan haar zal afwijzen als ze het vertelt, maar ze heeft ook een breekbaar vertrouwen in hem. In onderstaande gesprekken wordt het ‘geheim’ met Daan gedeeld met behulp van Neelke.
'Ik geloof dat het tijd is, meisje, dat we het hem eerlijk gaan vertellen. Wat denk jij ervan?' De reactie die ik krijg, is de laatste die ik verwacht. Nina kijkt me aan, een open blik, lach om haar mond. 'Ja, het klopt wel.'
Mijn gezicht drukt verbazing uit. 'We hebben gekust en dan, tja, ik weet niet, dan moet hij het wel een keer weten. Toch?'
Een lach schalt door de ruimte waar we zijn gaan zitten. Mijn lach. Een mengeling van opluchting, bewondering en nieuwsgierigheid komt via die lach naar buiten. De lach op háár gezicht is inmiddels een grote grijns geworden. Gekust, hoe gaaf is dat! We spreken af dat ik het Daan ga vertellen, terwijl zij in een kantoortje ernaast wacht tot ik weer bij haar kom.
Als ik even later met Daan langs haar kantoor loop, steek ik even mijn duim op. We gaan zitten, een deur verderop. Daan een beetje zenuwachtig, ik misschien ergens ook wel. Terwijl ik mijn verhaal inleid, zie ik de spanning bij hem oplopen. 'Ze wil het toch niet uitmaken?', vraagt hij angstig. 'Nee, zeker weten van niet.' Dan vertel ik hem dat Nina zich een meisje voelt, maar dat haar lichaam eruit ziet als dat van een jongen.
Daan kijkt me verbaasd aan. 'Dus', zegt hij. 'Dus, ze maakt het niet uit?' 'Nee, maar ze is wel bang dat jij dit gaat doen.' Natuurlijk niet, nee, zeker niet.
'Maar hoe bedoel je eigenlijk, ik snap het niet, hoe bedoel je het dan, want als ze een meisje is, hoe kan dit dan?' Hij luistert geduldig, terwijl ik hem uitleg dat Nina zich in alles een meisje voelt, behalve in haar lijf. Ik zie dat hij zijn best doet de stukjes in elkaar te laten passen. We zijn even stil. Hij begrijpt het.
Ik vraag hem of hij er nog iets meer over wil weten, of hij vragen heeft. 'Ik weet niet, ja, nee, ik snap niet, ik moet nu steeds denken, ben ik dan homo want dat wil ik niet.'
Er valt een stilte, waarin we allebei even nadenken. Dan besluiten we dat hij geen homo is. Opgelucht kijkt hij me aan. 'Dan is het goed, want ik vind haar zo leuk. Ik ben echt verliefd op haar, weet je.'
Ik knik, ik weet het. Ik voel het. Samen gaan we naar haar toe. 'En?' vraagt ze. Hij kijkt haar aan met een lach van oor tot oor.
Later die dag, als ze naar huis gaan, huppelt Nina naar me toe en geeft me een knuffel. Ze fluistert in mijn oor: 'Hij vindt het echt niet erg, hij heeft me zelfs stiekem een kusje gegeven'.
Ik vind ze fantastisch, die twee.
Neelke Ebben is leerkracht op De Zwengel, een school die verbonden is aan instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie.
Toelichting van Neelke:
Het meisje durft dit uiteindelijk samen met mij te vertellen, ook al is ze bang dat ze bij hem dan niet meer kan zijn wie ze is. Deze kinderen tonen hun krachtig vermogen om te accepteren. Om de ander te zien zoals deze is. Ze bieden ruimte aan elkaar, niet gehinderd door ‘hoe het hoort’. Tegelijkertijd laten ze angst zien voor afwijzing door de samenleving.
Vanuit het meisje: mag ik een meisje zijn, als ik me zo voel, ook al ziet mijn lichaam er niet zo uit.
Vanuit de jongen: word ik dan door anderen gezien als ‘homo’, want dat wil ik niet.
De boodschap die zij ons geven is dat er, om jezelf te mogen zijn, jezelf te laten zien, de ander te zien en de ander te accepteren, niet méér nodig is dan dapper zijn en lief te hebben.
En dan ben je als acht- en tienjarige een indrukwekkend voorbeeld voor ons allemaal.
De namen in dit blog zijn - natuurlijk - gefingeerd.
Reacties