Ongemak als bron van ontwikkeling
27 mei 2019
'Ongemak is inherent aan leren. Als je samen gaat zingen stel je je kwetsbaar op, je zit er soms naast of zingt soms vals. Ook jezelf presenteren, op een podium staan, kan een grote mate van ongemak geven maar uiteindelijk culmineert dit in een gevoel van plezier en trots. Dit is misschien wel de belangrijkste les die kunsteducatie in het algemeen geeft: dat ongemak niet ongewenst is.' Met natuurkundige en wetenschapsjournalist Mark Mieras bespreekt Carlita Koningstein, bestuurssecretaris van Agora, actuele inzichten uit de wetenschap die bruikbaar zijn in het onderwijs op de basisschool.
Er wordt veel geschreven en gepubliceerd over de invloed van muziek op de ontwikkeling van kinderen. In een deel van die onderzoeken en publicaties blijken de uitkomsten wat genuanceerder te liggen dan in eerste instantie gedacht.
Er is geen direct bewijs dat het actief bezig zijn met muziek, dat wil zeggen naar muziek luisteren, zingen of een instrument bespelen van invloed is op het IQ van kinderen. Wel dat het invloed heeft op de persoonsvorming en op het leren van kinderen.
Mark Mieras: ‘Actief met muziek bezig te zijn, betekent dat je basale vaardigheden traint. Zo leer je kinderen goed luisteren. Luisteren is een belangrijke voorwaarde om klanken aan symbolen te kunnen koppelen en dus te leren lezen. Het onderscheiden van klanken is veel ingewikkelder dan we denken. Zo is het verschil tussen de klank ‘ba’ en ‘ga’ alleen de eerste vier honderdsten van een seconde aan het begin van de klank. Door de luistervaardigheid te trainen kunnen onze hersenen die verschillen uitvergroten waardoor we ze later als verschillende klanken gaan horen. Goed kunnen luisteren is dus essentieel. Veel leesproblemen ontstaan omdat er verkeerde klank-symbool koppelingen worden vastgelegd in de hersenen. Door op jonge leeftijd bezig te zijn met muziek ontwikkelen kinderen het vermogen om verschillende klanken beter te kunnen onderscheiden. Het liefst in de fase voordat ze gaan leren lezen.
Maar ook later in de basisschoolperiode blijft muziek van belang. Door met muziek bezig te zijn train je het gehoor zodat je bijvoorbeeld de stem van de juf of de meester kunt filteren tussen allerlei andere geluiden’.
Maakt het uit wat voor soort muziek je luistert of beoefent?
Mark Mieras: ‘Het is goed om kinderen in contact te laten komen met diverse muziekstijlen, zolang ze er maar plezier in hebben. Op het moment dat er plezier is zijn namelijk de hersenen aan het werk. Muziek prikkelt de hersenen om zich te ontwikkelen. In hoeverre dit gebeurt kun je zien aan de mate van plezier. Maar dat plezier ontstaat vaak pas nadat je kennis hebt gemaakt met muziek.
Het vraagt ook enige oefening. Je kunt niet altijd maar plezier nastreven, soms moet je ook door een fase van gewenning heen zodat plezier naar een volgend niveau getild kan worden’.
‘Luisteren naar klassieke muziek doet een ander appèl op de hersenen dan luisteren naar populaire muziek. Wat Agora met het operajaar heeft gedaan is goed voor de ontwikkeling van kinderen. En dat is nog eens versterkt door een operazangeres in levende lijve in te zetten die vanuit haar passie zingt. We zijn sociale wezens, als we zien wat het met een ander doet, de bevlogenheid van een ander zien, dan is dat vaak een trigger om het avontuur ook zelf aan te gaan.
Ongemak is niet ongewenst bij kunsteducatie
Waar kinderen gaan leren, daar waar ze in ontwikkeling zijn, bijvoorbeeld wanneer je met muziek aan de slag gaat, is dat altijd een ongemakkelijk proces. Ongemak is inherent aan leren. Als je samen gaat zingen stel je je kwetsbaar op, je zit er soms naast of zingt soms vals. Ook jezelf presenteren, op een podium staan, kan een grote mate van ongemak geven maar uiteindelijk culmineert dit in een gevoel van plezier en trots.
Dit is misschien wel de belangrijkste les die kunsteducatie in het algemeen geeft: dat ongemak niet ongewenst is. De afkeer van ongemak zit diep in onze cultuur. We leven in een buitengewoon veilig en gemakkelijk land. De rijkdom is nog nooit zo groot geweest, daar zit een gevaar aan, dat we de essentie afleren: ongemak als bron van ontwikkeling. We gaan onze ontwikkeling uit de weg omdat het ongemakkelijk is’.
We zien steeds meer ouders die hun kinderen ‘overbeschermen’, wat zijn hiervan de consequenties?
Mark Mieras: ‘Overbescherming is een brede tendens in Nederland. We willen zo graag dat onze kinderen succesvol zijn dat we ze aan het handje meenemen en alle hindernissen wegpoetsen. En zo zitten we juist hun succes in de weg. We ondermijnen hun zelfredzaamheid en initiatief. Zonder ongemak houdt de ontwikkeling op. Kinderen gaan hierdoor hun eigen ontwikkeling en persoonsvorming uit de weg. Je ontkomt er niet aan dat je fouten maakt, je moet je overgeven aan een proces dat je niet overziet. Een verrassing leren ervaren of dat iets anders blijkt te zijn dan je verwacht. Ontwikkeling is een continu proces van uit je eigen overtuigingen stappen, het is net als een reptiel dat regelmatig vervelt. Transformatie is nu eenmaal een ongemakkelijk proces.
Aan de passieve manier waarop kinderen in hun stoel zitten zie je dat zij geleerd hebben ongemak uit de weg te gaan. In een toestand van afwachten gaat het geheugen uit. Wij laten het gebeuren dat kinderen als ze ’s ochtends op school op hun plek gaan zitten, hun geheugen uitzetten. We vinden het normaal dat leerlingen mak in hun stoel zitten en luisteren naar de leraar en zich vooral niet met het proces bemoeien. Het geheugen gaat dan offline, is niet meer gekoppeld aan de rest van de hersenen. Het menselijk brein is namelijk gericht op exploreren, zelf ontdekken. Dan werkt het. Op het moment dat je passief bent, in het gemak gaat zitten, stopt het.
Muziek maken en zingen is een goede oefening om ongemak te ervaren en te ontdekken dat ongemak niet ongewenst is. Dat het heel fijn is en met plezier gepaard gaat. Het zet je uiteindelijk aan het leren. En leren is wat de hersenen het liefste doen. We zijn niet gebakken om het makkelijk te hebben, we zijn gebakken om plezier te maken. Door dit proces aan te gaan leer je kinderen om een leven lang te blijven leren’.
Bij sommige leraren zien we handelingsverlegenheid bij het maken van muziek en zingen. Hoe kunnen ook zij actief met muziek aan de slag gaan op school?
Mark Mieras: ‘Handelingsverlegenheid ontstaat door het misverstand dat het om het resultaat gaat. Dat je een professionele uitvoering moet neerzetten. Maar het gaat om het proces, het onderweg zijn. Dat het onvolkomen is doet niet ter zake. Het eindproduct is ondergeschikt aan het plezier tijdens het proces van proberen en oefenen. Natuurlijk kan het eindresultaat wel bijdragen aan het plezier, maar het kan ook averechts werken. Ouders zorgen vaak voor een soort onvrijheid door op het resultaat gericht te zijn. Wanneer de liefde voor muziek in vrijheid ontstaat dan wordt die harmonisch. Kinderen stimuleren is goed maar tegelijk moet je ze ook vrijlaten om een eigen band met de activiteit op te bouwen. Dat doe je door niet op het resultaat gericht te zijn maar door het proces te ondersteunen. Kinderen stimuleren in hun enthousiasme, hun inzet. Je zou kinderen meer ruimte moeten geven om dingen zelf te doen en te ontdekken. Om te prutsen en om te falen, ongemak ervaren. Op het moment dat je met elkaar plezier hebt ben je succesvol. Dat is waardevol.
Die eerste ervaringen op de basisschool met een bepaald proces of met een bepaalde emotie zijn maatgevend voor hoe de verdere ontwikkeling verloopt. Later afleren is moeilijker dan aanleren. Als leraar op de basisschool heb je het voorrecht om de basis te leggen, je bent ongelooflijk belangrijk. Je staat aan de wieg van de ontwikkeling van een kind. Dat betekent dat je een grote impact hebt. Als er in onvrijheid geleerd wordt dan zal dat de gewoonte worden, ook op de middelbare school en als volwassene. Op de basisschool kunnen kinderen een soort zelfredzaamheid leren waardoor ze in staat zijn om diep van binnen te weten dat ongemak een groot plezier kan geven, en dat het daar in het leven ten diepste om gaat.
Carlita Koningstein werkte jarenlang als leerkracht en is nu bestuurssecretaris bij Agora, stichting voor bijzonder primair onderwijs in de Zaanstreek.
Mark Mieras is natuurkundige en wetenschapjournalist. Sinds 2001 publiceert hij vrijwel uitsluitend over hersensonderzoek, o.a. in Volkskrant, NRC-Handelsblad, Hollands Diep en Psychologie Magazine. Hij werkt regelmatig mee aan radio- en televisieprogramma’s en geeft lezingen door het hele land over thema’s als leren en ontwikkeling, geheugen en cognitie, spel en stress, liefde en relaties, puberteit, kunst en creativiteit, natuur, professionaliteit en management, neuromarketing.
Tips
• Wat muziek doet met kinderhersenen, een publicatie voor het Jeugdcultuurfonds.
• Meer info op www.mieras.nl
Reacties