Onderwijs en zelfkennis
19 januari 2022
'We zijn vooral de weg kwijt omdat we onszelf kwijt zijn, omdat we de vraag wie we kunnen, moeten, mogen en willen zijn systematisch uit de weg gaan.' Jan Bransen houdt een pleidooi voor zelfkennis, voor het onderzoeken van ons mensbeeld.
We moeten iets met ons onderwijs. Dat is duidelijk. Maar alle pleidooien die gaan over de inrichting van het bestaande onderwijs laten het grootste probleem met ons onderwijs liggen. Dat is een probleem dat in feite ook niet over ons onderwijs gaat, maar in het onderwijs aan de oppervlakte komt, namelijk het probleem dat we als mensheid volstrekt niet meer investeren in zelfkennis.
Er is veel ongenoegen over het onderwijs in Nederland. Dat het anders moet, hoor je van alle kanten. Over wat er dan anders moet, wordt vervolgens druk gestreden, vaak op een wat onsympathieke, polariserende manier. Het lijkt er dan vooral op alsof niemand zich gehoord voelt, waardoor iedereen harder gaat roepen, wat niet alleen betekent dat we elkaar nog minder gaan verstaan – we schreeuwen immers door elkaar heen – maar vooral ook dat het minder interessant wordt om naar elkaar te luisteren – omdat het bij oppervlakkige tweets blijft.
De urgentie van de vragen naar het hoe, wat en waarom van ons onderwijs duwt helaas een kwestie naar de achtergrond die niet eenvoudig gevangen kan worden in een vraag over het onderwijs. Toch is het een kwestie die wel degelijk bepalend is voor hoe wij als mensen omgaan met leren, ontwikkeling en groei. Die kwestie betreft ons mensbeeld:
wie denken we dat we zijn, willen zijn, mogen zijn, kunnen zijn, moeten zijn?
Deze kwestie heeft het in de huidige, permanent overspannen context niet gemakkelijk. Het is namelijk een kwestie die nooit urgent lijkt te zijn. We hebben op deze vragen immers niet beslist een expliciet antwoord nodig voordat we verder kunnen met ons alledaagse bestaan.
En toch… juist in ons alledaagse bestaan en in onze alledaagse omgang met het onderwijs geven we impliciet antwoord op deze vraag en duwen we ons in een bestaan dat onszelf geweld aan doet. Dat is de centrale stelling die ik verdedig in Homo educandus. Bovendien, we doen met ons huidige onderwijs niet alleen onszelf geweld aan. We hebben ons tot een bestaan laten verleiden dat desastreus is voor de context waarin dat bestaan zich voltrekt. We zijn met al onze slimheid een diersoort geworden die niet wijs is, maar zelfdestructief: Homo exterminandus.
Het kwaad zit hem in een paar implicaties waarvan we ons nauwelijks bewust zijn. Ik stip ze hier alleen maar kort aan.
1. In het onderwijs bereiden we kinderen en jongeren voor op de arbeidsmarkt. Dat impliceert dat wij hen beschouwen als potentiële producenten en consumenten. Zo beschouwen wij onszelf blijkbaar ook. Wij zijn gaan denken dat leven een kwestie van produceren en consumeren is. Maar dat is het natuurlijk niet. Onze belangrijkste relaties – familie- en liefdesrelaties, maar ook alle relaties waarin het om roeping, passie, engagement gaat – zijn volstrekt niet in economische termen te beschouwen als producent/consument-relaties.
2. In het primair onderwijs spannen we ons in om zo goed en zo kwaad als mogelijk een selectie te maken tussen leerlingen die in cognitief opzicht meer en minder in hun mars hebben. Dat impliceert dat wij hen beschouwen als winnaars en verliezers. Blijkbaar zijn wij samenleven gaan beschouwen als het voeren van een competitieve strijd. Zo’n strijd kent vooral verliezers en onze gemeenschappelijkheid zelf is daarbij de meest duidelijke verliezer.
3. Voorbereidend onderwijs vraagt om heldere leerdoelen en om efficiënte en effectieve lesmethodes. Dat impliceert dat wij kinderen en jongeren beschouwen als in principe onzelfstandige en onkundige uitvoerders van opgedragen taken. Zo beschouwen we onszelf blijkbaar ook, getuige de nood die wij allemaal voortdurend voelen om al die taken uit te voeren die voortdurend door god mag weten wie op ons bordje worden gelegd.
4. In het onderwijs scheiden we lichaam, ziel en geest en menen wij dat de cognitieve ontwikkeling van onze geest de enige is die in educatieve zin aandacht verdient. Dat impliceert dat wij de ontwikkeling van de belichaamde bezieling van onze kinderen en jongeren volstrekt aan hun eigen lot overlaten. De verschraling van het contact met onze kinderen die dit met zich meebrengt, slaat direct terug op de verschraling van ons eigen bestaan en van het emotionele engagement met wat ons bezielt.
In het neoliberale, laatkapitalistische, ecologisch rampzalige klimaat waarin wij ons op dit moment bevinden, stellen wij over ons onderwijs de volstrekt verkeerde vragen. Het gaat helemaal niet over het hoe, wat en waarom van onderwijsdoelen, lesmethodes, curricula, selectiecriteria, leerlijnen, differentiatie, leerachterstanden, lerarentekorten en wat dies meer zijn. Dat zijn slechts oppervlakteverschijnselen.
De echte kwestie speelt zich op een heel ander niveau af.
En de ramp voltrekt zich veel dichter bij onszelf dan de coronacrisis, de economische crisis, de democratische crisis en de klimaatcrisis doen vermoeden. We zijn vooral de weg kwijt omdat we onszelf kwijt zijn, omdat we de vraag wie we kunnen, moeten, mogen en willen zijn systematisch uit de weg gaan.
Jan Bransen is hoogleraar Filosofie van de gedragswetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen en sinds 1 januari 2020 Academisch leider van het Radboud Teaching and Learning Centre.
Reacties
mevr. Gert Geurtsen.
Ik ben het zó eens met dit betoog! Ik ben een voormalige KLOSjuf (een kleuterjuf die een 3 jarige opleiding heeft gehad om kleuterjuf te worden). Wij leerden het totaalplaatje van de kleuters, de samenhang tussen de verschillende ontwikkelingsgebieden en het belang van evenwicht hierin. Ik heb als juf meegemaakt wat het effect was van het thuis pushen van een te jong kind, puur op de cognitieve ontwikkeling. Met 3 jaar kon hij lezen, met 4 jaar kon hij schaken en met 5 jaar had ik een kind in de klas welke angstig, en geregeld totaal in paniek was wanneer er iets nieuws in de klas werd geïntroduceerd: bijv. de introductie van een thema, een nieuwe ontdekhoek, een kringgesprek met een ontdekkoffer ... Ik vergelijk het pushen met een ladder waarop een kind steeds met 1 been hoger moet klimmen, maar waarbij het geen tijd krijgt om het andere been bij te trekken. Op deze manier komt een kind in een onmogelijke spagaat. Ik heb het kind geholpen door het zo lang 't nodig was, hij niets hoefde maar helemaal zelf mocht bedenken wat hij wilde doen. Hij speelde een half jaar de hele schooldag alleen met lego, maar hij legde daarbij wel sociale contacten, maakte steeds meer fantasievolle constructies, deed zintuiglijke indrukken op, ontdekte structuren etc. En begon interesse te tonen (kijken) in wat anderen deden. Na een half jaar pakte hij blokken bij zijn lego en kinderen klapten voor hem. En al snel had ik een vrolijk, blij en ontspannen kind in de klas welke deelnam aan alles wat er in de klas gebeurde.
Ik was de enige Klos - en kleuterjuf en ik ben vakkundig gepest door collega's vanwege het feit dat, sinds de samenvoeging van kleuter- en lagere school, de kleuters eigenlijk maar in de weg zaten. Zonder enige kennis van wat het werken met kleuters inhoud, werden besluiten genomen die hun welzijn schaadden. En alle kennis die ik had opgebouwd verdween in het afvoerputje.
Nu ben ik met pensioen en probeer ik via het plaatsen van berichten op mijn fb onderwijs groep duidelijk te maken dat het opgelegde liberale beleid in het onderwijs aan jonge kinderen destructief en funest werkt. Ik pleit voor het behoud van de KLOS kennis, (al was het maar met het geven van gastlessen op de Pabo) en het invoeren van het vak filosofie als verplicht vak van basisschool t/m het H.B.O.
Jan Bransen
Dank je wel voor deze reactie!
Ze zorgt ervoor dat deze blog opnieuw weer even aandacht krijgt, na 10 maanden. De zorgen blijven groeien, dus ik zou zeggen:
opnieuw (of, nog steeds) actueel!
Karen de Heer
Beste Jan, ik heb 55 jaar in het onderwijs gewerkt , van kleuterschool tot HBO.
Ik onderschrijf alle implicaties uit je artikel.
Hoe kan het bestaan, dat “men” toelaat dat uitgeverijen bepalen wat en hoe wij het onderwijs van minuut tot minuut op de groepen loslaten? Wordt er gepest? Pestprogramma! Leerkrachten moeten cursus volgen en weer liggen er nieuwe handleidingen en niet ter zake doende opdrachten. Kinderen wat onrustig? Mindfulness programma’s! Met dito vervolg…. Een goede leerkracht laveert met zijn/haar hart door de voorgeschreven programma’s. Het merendeel is inhoudelijk niet interessant en de didactische aanpak een aanfluiting.
Als oude KLOS juf kan ik goed improviseren en van elk kind zijn/haar eigenheid zien. Ik had altijd enthousiaste kinderen en ouders. Vorig jaar schreef een ouder( cum laude afgestudeerd onderwijskunde en nu inspecteur bij mbo aan mij: “Eindelijk een juf die het onderwijs begrijpt”. Daar word ik dan blij van.
Jan Bransen
Heerlijk om zo'n compliment te krijgen.
Laten we het onderwijs bevrijden uit het economische en instrumentele kader van produceren en consumeren.
Mike Nikkels
Beste Jan,
Wat een rake constateringen Jan. We zijn ( ik generaliseer) inderdaad compleet de weg kwijt in en met onszelf. De ontdekkingstocht naar "het zelf" wat het ook moge betekenen, is iets wat absoluut thuis hoort in ons onderwijs. We raken het soms aan, heel licht, en altijd in het kader van een meetlat buiten onszelf. Laat de ontdekkingstocht naar innerlijke wijsheid niet beginnen als het kalf bijna of helemaal verdronken is ( burnout etc.), maar laten we het een integraal onderdeel zijn van het curriculum van basisschool tot universiteit uitgevoerd en begeleidt door professionals. Dit vraagt overigens wel een compleet andere wijze van organiseren van ons onderwijs.
Jan Bransen
Ja, dat vraag wel iets van ons en van het onderwijs.
Ik aarzel een beetje bij jouw gebruik van "professionals". Het gaat om menselijkheid en medemenselijkheid, niet zozeer om professionaliteit.
(En, tussen haakjes, die 't' van 'begeleidt' had je beter weg kunnen laten. ;-))
Wil Vlam
Ik heb de link van deze site doorgestuurd naar mijn Pabo pedagogiek collega's.
We roepen dit al jaren, maar op één of andere manier kunnen we in onze westerse maatschappij het roer maar niet omzetten.
De echte aandacht voor het hart van het kind is al heel lang uit de scholen weggevloeid. Misschien is het er wel nooit helemaal geweest.
Ik heb zelf 27 jaar in het basisonderwijs gewerkt en heb het langzaam zien verslechteren. Nu 14 jaar pedagogiekdocent op de Pabo, maar cognitie en opbrengsten blijven de boventoon voeren. Gelukkig ben ik die oude juf van de Klos die het spelen in een rijke omgeving en de verwondering van en voor dat jonge kind nog mag omarmen.
Corona is een probleem, maar niet het echte probleem. Al die jonge mensen en kinderen die depressief raken, of zich ellendig voelen. Corona is het vergrootglas die uitvergroot wat al lang niet oké was. Wanneer ik met mijn studenten spreek over de beperkingen die corona met zich meebrengt en wat het met hen doet, zeggen velen dat ze zichzelf zijn tegengekomen. De eigen gevoelens, de dingen die echt belangrijk zijn in hun leven, sommigen zijn aan de slag gegaan met de problemen die ze al lang bij zich droegen, maar ergens ver weg verstopt zaten in het hectische leven van voor corona. Machines die opeens gedwongen zijn om even stil te staan, ervaringen dat er bepaalde puzzelstukjes niet passen, op zoek naar een gezonde balans in het leven met diegenen die wij liefhebben! Passie vinden voor wat je gelukkig maakt.
Jan Bransen
Mooi dat op deze blog door zoveel mensen instemmend, maar dus ook verontrust, wordt gereageerd. Corona is inderdaad een vergrootglas, maar ook een kans. Want jezelf tegenkomen, daar gaat het om. Dat is ook best moeilijk te organiseren in het onderwijs. En we schrikken er voor terug, want jezelf tegenkomen gebeurt meestal pas na een val, de val die bij vallen en weer opstaan hoort. Maar leerlingen expres laten vallen, zonder zeker te weten of en hoe ze weer op zullen staan... Tja, dat moet je maar durven.
Michiel Verbeek
In de beschrijving van het huidige onderwijs zie je in het artikel van Jan Bransen de fabrieksmatige organisatie van het onderwijs, kenmerkend voor de tweede industriele revoltutie: producenten en consumenten, selectie met winnaars en verliezers, doelen en efficiente methodes en de scheiding van lichaam, ziel en geest. Hoe anders is het beeld van een school voor ontmoeten, ontdekken, experimenteren en diep leren die ruimte biedt aan docenten om met leerlingen de vragen van Jan Bransen op te pakken. Een proces waarin ieder individueel kind en jongere geholpen wordt om na te gaan wie die kan zijn, wie die moet zijn om bij te dragen aan een toekomstigbestendige vreedzame en gezonde samenleving, wie we die mag zijn en wie die wil zijn. Welke scholen in Nederland bieden al ruimte voor deze vragen?
Michiel Verbeek, auteur van het boek ‘Wie durft deze school aan?’
[email protected]
Jolanda Naaktgeboren
Helder verhaal. Er is alleen allesbehalve sprake van een ramp, lijkt me. Als dit is wat deze diersoort zich aandoet, dan is dat hoe we ons ontwikkelen. Meer dan de helft van m'n leerlingen in 5VWO zei vorig jaar liever in een controlemaatschappij te leven, dan in een disciplinemaatschappij, dat laatste zou teveel aandacht en dus ook energie vragen. Aangezien de 'ontwikkeling van belichaamde bezieling' tot nu toe een weg van toeval en van trial & error geweest lijkt te zijn en blijkbaar moeizaam over te dragen is, zitten we misschien wel op het maximum van de ontwikkeling van de homo sapiens en wordt het tijd voor een nieuwe ondersoort (zo die er al niet is).
En voor wie toch een poging wil wagen: zie jongeren in het onderwijs niet alleen als wandelende neocortexen (het denkdeel, zeg maar), maar besef dat ze allemaal ook een prefrontale cortex hebben. Om die prefrontale cortex (nodig om de aandacht te kunnen richten) tot z'n recht te laten komen, zijn er wat andere opvoedkundige en didactische tructjes nodig, te beginnen met rust, zuiverheid (!) en regelmaat, want in deze tijd kan je het niet meer van toevalligheid af laten hangen.
Yvette den Brok - Rouwendal
Ik zou heel graag actief hierover willen meedenken, want Jan Bransen snijdt hier een punt aan dat mij mijn hele werkzame leven al bezighoudt, dat ik als volgt zou willen beschrijven: 'Hoe maken we het onderwijs tot een plek waar me aan en met elkaar leren om mens te zijn?' Dat is wat de ontwrichte samenleving nodig heeft.
Neem ajb per email - [email protected] - contact met me op.
Yvette den Brok - Rouwendal, kinderboekenschrijfster en kindercoach-in-ruste.