Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Nee, ik ben niet verkouden. Het is een positieve emotie, maar welke?'

25 augustus 2014

Bij Gijs is ASS problematiek gediagnosticeerd. Gijs heeft speciale behoeften, waar zijn leerkrachten veel rekening mee weten te houden. Door continu perspectief te nemen en open te communiceren, blijft Gijs zich ontwikkelen. Hij komt tot bloei en een loopbaan op een 'gewone' middelbare school lijkt mogelijk. Maddy Hulshof kijkt terug op de eerste week van haar zoon op school. Wat 'gewoon' lijkt, is het misschien niet altijd.

Zaterdagmorgen 9.oo uur. Alles slaapt nog op deze prachtige nazomerdag, behalve ik. Ik lig op mijn knieën paprikachips uit het keukentapijt te krabben. Natte ogen, loopneus, nee ik ben niet verkouden, verdrietig, boos of depressief. Het is een positieve emotie, maar welke…?

Die paprikachips zijn daar niet vanzelf gekomen. Gisteravond hield onze jongste zoon Gijs zijn eerste filmavond. Gijs zit net 10 dagen op de middelbare school en wilde met zijn nieuwe en oude vrienden iets ‘leuks’ doen. Oh, wat klinkt dat gewoon. Wat een verschil met de eerste 10 dagen van de basisschooltijd. Andere kinderen maakten toen het ergste in hem los: bijtend; slaand en hun werkjes verwoestend probeerde hij een plaatsje te veroveren in de kleutergroep . Dit kon zo niet!

Een lang en rauw traject volgde, met op zijn 6de de diagnose Autisme Spectrum Stoornis. Dankzij de grote harten van zijn leerkrachten en hun vermogen hulp in te schakelen als ze het niet meer wisten, de open communicatie, kon Gijs op de reguliere basisschool blijven. Wat ontwikkelde hij zich! In groep 7 begonnen we te geloven dat een reguliere middelbare school voor hem misschien haalbaar zou zijn.

En daar is hij dus nu begonnen. De voorbereidingen waren goed geweest, maar het cruciale punt in deze eerste fase zou zijn of Gijs aansluiting kon vinden. Dit was de week waar we 2 jaar lang naar uitkeken: zou zijn ego het houden in deze wir-war van nieuwe indrukken; nieuwe regels; nieuwe mensen; nieuwe geuren.

De eerste dag trekt hij de kleding aan die zijn zus voor hem heeft uitgezocht. Opgewekt vertrekt hij naar school, het rooster kent hij uit zijn hoofd, het schoolgebouw heeft voor hem geen geheimen meer. Alles wat wij voor hem hebben kunnen doen, is gedaan. Nu is hij zelf aan de beurt. De uren duren lang, ik ga een rondje hardlopen. In de verte zie ik een stipje fietsen: het is Gijs. Aan zijn houding (rechtop en fier) kan ik al zien dat hij goed in zijn vel zit. Even later zie ik ook zijn ogen: hij kijkt me zelfs aan! Het was leuk, zegt hij en ook of ik nu verder niets wil vragen, hij wil onder het eten verder vertellen over school. Nu moet hij eerst achter de computer. Ik beheers me en begrijp.

De rest van de week verloopt ook goed. Eigenlijk zijn er maar twee paniekmomenten. Voor Gijs is het lastig om ‘school’ met ‘thuis’ te verbinden. Zaken als een agenda, schoolpas, lockersleutel horen voor hem bij school, maar moet hij toch mee naar huis nemen. Met als gevolg dat ze letterlijk en figuurlijk ‘kwijt’ zijn. Hij denkt er niet aan en als ik hem eraan help denken, kunnen we ze nergens vinden. Dit is nieuw voor ons, maar we bedenken er iets op. Bij de Hema koop ik een grijze kunststof doos. We spreken af dat Gijs, als hij uit school komt, zijn tas uitpakt en alles wat niet in de afwasmachine kan in die doos stopt. Samen gaan we er dan na het eten naar kijken. De volgende morgen kan hij dan zijn tas weer inpakken met alles wat in de grijze doos zit.

De zoontjes van mijn vriendinnen hebben weer andere opstart-problemen: zij maken zich ernstig zorgen over hun uiterlijk en durven soms met dat zorgvuldig gestylde haar, de deur niet uit: ‘want op de fiets waait alles weer door elkaar’. Gijs heeft hier absoluut geen last van: nooit gehad ook. Hij kijkt niet tegen zichzelf aan en hij vindt niet dat hij zich aan moet passen als ik iets van zijn uiterlijk zeg ‘dat is jouw probleem!’. Mijn oudste dochter en zoon hebben met hem geshopt in de vakantie. In zijn kast liggen niet veel kleren, maar wel de juiste en allemaal onderling te combineren. Daar kan dus niets mis gaan. Zijn haar is wel het laatste waar hij zich zorgen over maakt. In zijn 12-jarig leven heeft hij denk ik 5 keer zijn haar gekamd. Vreselijk vindt hij dat gefrunnik op zijn hoofd zo dicht bij zijn oren.

Gijs heeft dik stijl haar dat losjes valt. Toch stuur ik hem deze dagen naar boven om zijn haar te kammen, als hij dan weer beneden komt heeft hij alleen dat gedeelte gekamd dat hij zelf in de spiegel kan zien: de voorkant. Zo typisch: wat hij niet ziet is er niet. Ik laat hem gaan: dit zal hij ook wel weer overleven. En inderdaad: ieder dag komt hij thuis met een naam van een nieuw vriendje, maar ook dat leraren tegen hem zeggen dat hij niet moet klieren en aan het werk moet gaan. ‘Wat moet ik dan doen?’ vraagt hij mij.

Gelukkig hebben we na 10 dagen een gesprek met het zorgteam van school en zijn mentor. Zijn mentor is uitermate tevreden ‘Gijs heeft humor en aansluiting’, ik knik en slik. Meer nog dan deze woorden zie ik de blik waarmee hij naar Gijs kijkt: onderzoekend, nieuwsgierig. Ik herken het: deze man wil weten wie Gijs is en daarna pas wat hij doet. Wat een geluk hebben we weer! Toch is het mijn plicht om te wijzen op de valkuilen: Gijs kan slecht zaken overzien, zijn planning en organisatie blijven grote aandachtspunten. Ja ja, knikt de mentor, gelukkig komt daar de zorgcoördinator om de hoek. Zij plant momenten in voor Gijs om hem hiermee te helpen.

Ik ben trots op Gijs, ik ben trots op school. Gijs mag een filmavond organiseren. Zijn vader en ik willen die nieuwe jongens leren kennen: waar staat Gijs in deze nieuwe sociale context en waar staan de vrienden die hij al had. Dat was dus gisteravond. Het ging fantastisch: er is weinig film gekeken maar meer buiten gespeeld in het donker in buurmans wei. Ze dronken cola en aten paprikachips en het leven lachtte met hen mee.

Het is 9.15 uur, mijn man komt beneden en ziet me snuffend zitten. ‘Wat is er’ vraagt hij.
Ik begrijp in een flits wat me zo ontroert en waar ik opeens het woord voor vind. ‘Gewoon’.

Maddy Hulshof

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief