Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Metaforen voor goed onderwijs

6 november 2017

Hoe gewoner het wordt om over onderwijs te spreken in termen van een productieproces, hoe meer de werkelijkheid in de scholen zich daarnaar zal voegen. Het is van eminent belang voor de verwezenlijking van goed onderwijs dat leraren een eigen taal ontwikkelen die past bij de manier waarop zij hun beroep opvatten. Maar dan is het de vraag: uit welke bronnen put jij, op zoek naar woorden om over goed onderwijs te spreken? Hester IJsseling draagt stof aan. Haar essay verscheen eerder in het blad Seizoener.

meta3 Hoe brengen we de kinderen groot? Hoe leiden we ze de wereld in? Wat is goed onderwijs? Belangwekkende vragen die niet zomaar, eens en voor altijd te beantwoorden zijn. Ze vragen om een voortgaand onderzoek en een voortdurende dialoog. Het is aan ouders, leraren, schoolleiders, bestuurders, politici, beleidsmakers en aan iedereen die zich bekommert om een goede inrichting van de samenleving, om die dialoog te voeren. Om met elkaar in gesprek te gaan, heb je taal nodig.

Het Ministerie van Onderwijs bezigt de laatste decennia een heel specifiek vocabulaire dat gekenmerkt wordt door de taal van de markt. Men spreekt over opbrengsten, rendement, toegevoegde waarde, input en output. Tijdens een recente onderwijsmanagementtraining werd zonder een spoor van ironie het ‘Total Quality Management’ van een Japanse autofabriek als lichtend voorbeeld aangedragen, dat navolging zou verdienen in het onderwijs.

Leraren herkennen zich zelden in die beleidstaal, maar bij gebrek aan passender repertoire behelpen ze zich er nog te dikwijls mee. Ook lijken ze te onderschatten welke gevolgen het heeft voor de praktijk van het onderwijs, wanneer zij zich uit pragmatische overwegingen schikken in de taal die de overheid kennelijk behaagt.

Taal is niet slechts een middel om dingen in uit te drukken op een min of meer adequate manier. Taal schept de werkelijkheid en geeft die vorm. Hoe gewoner het wordt om over onderwijs te spreken in termen van een productieproces, waarin men door data-analyse en efficiënte toepassing van bewezen effectieve technieken tot een optimaal eindproduct komt, hoe meer de werkelijkheid in de scholen zich daarnaar zal gaan voegen. Om de werkelijkheid die wij in onze scholen ervaren en de waarden die wij koesteren recht te doen, hebben we de vrijheid nodig om andere beelden te kunnen kiezen. In het volgende zal ik daar stof toe aandragen. Ik hoef enkel maar terug te gaan in de geschiedenis van het denken over onderwijs, want aan de economische taal van de overheid gaat een eeuwenlange traditie vooraf die zich van heel andere beelden bedient.

zaadjeDe tuin
Al bij Plato (vierde eeuw voor onze jaartelling) vind je het beeld van de leraar die kennis zaait. Die botanische metaforiek zal, door de eeuwen heen en tot op de dag van vandaag, steeds terugkeren bij de vele filosofen die hebben nagedacht over de opvoeding van kinderen. Een rijke bron vind je bij Plutarchus (eerste eeuw). Vele aspecten van de pedagogische relatie tussen leraar en leerling krijgen bij hem een plaats. Zo schrijft hij:

‘Zoals in het boerenbedrijf de grond goed moet zijn, de planter deskundig en het zaad kiemkrachtig, zo kun je de aanleg van de leerling vergelijken met de grond, de opvoeder met de boer en de lessen met het zaad.’


‘De grond kan nog zo’n goede structuur hebben, toch verwildert ze als verzorging uitblijft, en hoe vruchtbaarder de grond is, des te meer onkruid groeit erop als ze verwaarloosd en niet bewerkt wordt. Maar een lap grond die hard is en ruwer dan normaal, die levert toch, als hij goed wordt bewerkt, een goede oogst op.’

Soms is de leerling niet de grond waarin gezaaid wordt, maar de plant of boom die erop groeit:

‘Welke bomen groeien niet krom en worden onvruchtbaar, als ze verwaarloosd worden, terwijl ze, als ze de juiste verzorging krijgen, vruchten dragen en die behouden tot ze rijp zijn?’


‘Zoals de tuinier bij de jonge aanplant paaltjes zet, zo geeft een goede leraar met alle zorg zijn lessen vorm ter ondersteuning van de leerling, zodat die zich in de goede richting ontwikkelt.’

‘Zoals planten met mate begoten moeten worden omdat de wortels bij te veel water verrotten, zo moet de leraar de leerling ook passende taken geven, en hem niet overvragen, opdat hij niet verdrinkt in overdaad.’

Bij tijdgenoot Quintilianus lezen we: ‘De talenten van kinderen lijden eronder wanneer ze al te streng worden gecorrigeerd.

Lees verder in: Metaforen voor onderwijs

Hester IJsseling (1967) is is filosoof en sinds mei 2017 verbonden aan de pabo van de Thomas More Hogeschool te Rotterdam.

De Seizoener is een onafhankelijk tijdschrift dat bijdraagt aan een eigentijdse presentatie en uitstraling van vrijescholen. De inhoud wordt vóór en deels door de scholen zelf gemaakt. Zo wil de Seizoener een uitingsvorm zijn voor wat er in en rondom de scholen leeft. Daarnaast biedt de Seizoener ruimte aan zinvolle,  inspirerende artikelen, gerelateerd aan de antroposofie en het opgroeiende kind in het bijzonder.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief