Leven we voor scores of mores?
4 april 2024
'Ik heb nog nooit zo angstvallig naar de scores van mijn zoontje gekeken.' Pieter Baay - betrokken bij praktijkinnovaties in het mbo - schrijft over een bezoek aan het ziekenhuis waar zijn tien maanden oude zoon is opgenomen. De parallel wordt als vanzelf getrokken. 'In het onderwijs zijn geen slangetjes en sondes. Maar ouders, leraren en leerlingen kijken allemaal naar het scorebord. Wie richt op school liefdevol de aandacht op de mens achter de cijfers? Wie draagt zorg voor het aantrekkelijke uitzicht op de wereld?'
Dit blog is eerder gepubliceerd op kunstzone.nl Kunstzone is hét tijdschrift voor professionals in kunst- en cultuureducatie die op de hoogte willen blijven van ontwikkelingen in hun vakgebied.
Ik heb nog nooit zo angstvallig naar de scores van mijn zoontje gekeken. Camiel, 10 maanden oud, wordt opgenomen in het ziekenhuis. Alles wordt bijgehouden en dat is maar goed ook – ze grijpen direct in als zijn hartslag of zuurstofgehalte uit de bocht vliegt. Ook als vader ben ik gericht op de grafiekjes en piepjes; alsof ze me wat houvast geven bij iets totaal ongrijpbaars. Maar de verpleegkundige zegt: ‘zet u het scorescherm maar uit, kijkt u maar gewoon naar uw kind.’ Het voelt alsof ze zeggen: vertrouw maar op onze vaardigheid om cijfers te interpreteren, wees nu vooral zo dicht mogelijk bij je zoontje. Ik vraag me, na deze ziekenhuiservaring, af hoe we in het onderwijs met mensen omgaan.
Wat stond centraal bij Camiels zorg? Enerzijds monitors en slangetjes. Maar er was meer, zowel in de begeleiding als de fysieke omgeving. Dat begon al in de ambulance, met een wandbrede foto van de Oudegracht in Utrecht. Ik waande me in ‘mijn stadsie’ en vergat de klinische setting voor heel even. Het ambulancelicht was tijdens de rit gericht op de foto, zodat vader en zoon daarnaar keken. Ik versterkte de betovering dankbaar, door Camiel te wijzen op papa’s favoriete restaurant.
Dat begon al in de ambulance, met een wandbrede foto van de Oudegracht in Utrecht. Ik waande me in ‘mijn stadsie’ en vergat de klinische setting voor heel even.''
Kort daarvoor hadden de ambulancebroeders de keus om Camiel, zo veilig mogelijk, in de Maxi-Cosi vast te zetten. Ze keken naar het zielige mannetje en zeiden: er is geen spoed, we gaan rustig rijden, dus wat dacht je ervan als Camiel gewoon op papa’s schoot op de brancard komt liggen? Want: kijken we alleen naar scores of denken we ook over de mores? En zo lag papa vastgegespt aan Camiel en aan de brancard. En zo vouwden de stoere broeders een kinderwagen in elkaar. Wat een geklooi en wat een aandoenlijk gezicht. Ze fixen het sneller dan Camiels opa ooit voor elkaar kreeg.
De wielen van de ambu-bus gingen ‘rond en rond’ en Camiel werd rustig ‘als de bus gaat rijden’. Eenmaal op de nieuwe plek reden we wat steriele gangen door en gingen opeens deuren open naar een boom. De kinderafdeling, met een geschilderde boom als poging om de natuur dichtbij te halen, met kunstige diertjes erbij.
En toen moest er een sonde geplaatst worden. Ook daar was betovering. Niet in zijn slaapkamer, want die moet zonder nare associaties zijn. In een speciale ruimte zat een pedagogisch medewerker met een toverstok. De glinstering leidde Camiel af van de medische handeling, waarna hij naar zijn veilige plekje kon.
De omgeving in de ambulance en op de kinderafdeling doen ertoe. Ze bieden uitzicht op de ‘echte’ wereld, met verbeelding van de natuur en de illusie dat we zó weer buiten zijn. Het ziekenhuis geeft hiermee kinderen een uitzicht, zowel in fysieke als verbeeldende zin, op een wereld waarin het om méér gaat dan scores. We worden herinnerd aan ons menszijn. Aan al onze vermogens om emoties te tonen, te reageren, mee te doen. Omdat ik werk in het onderwijsveld, kan ik het niet laten om de parallel te trekken. In het onderwijs zijn geen slangetjes en sondes, daar laten we kinderen zweten op toetsen en reflectieverslagen. En ouders, leraren en leerlingen kijken allemaal naar het scorebord. Wie richt op school liefdevol de aandacht op de mens achter de cijfers? Wie draagt zorg voor het aantrekkelijke uitzicht op de wereld? En hoe nodigen we docenten en leerlingen uit om zelf bij te dragen aan de verbeelding en de betovering van de wereld?
De omgeving in de ambulance en op de kinderafdeling doen ertoe. Ze bieden uitzicht op de ‘echte’ wereld, met verbeelding van de natuur en de illusie dat we zó weer buiten zijn.''
Met mijn collega’s van Onderwijs124 zoek ik steeds naar manieren om de verbeeldingskracht aan te spreken en een tijdelijke ruimte te creëren, zodat er aandacht ontstaat voor het menszijn. We zien dat kunst en vormen van makerschap daarbij werken. We ervaren bij onze praktijkinnovaties in het mbo dat docenten een ambachtelijke en kunstzinnige route kunnen nemen, als leerlingen hen ook als mens mogen ontmoeten.
In de komende blogs deel ik graag zulke onderwijservaringen waarin het menselijke én wereldse binnenkomen.
Met dank aan inspirerende zorgmedewerkers van Diakonessenhuis, St. Antonius Ziekenhuis & RAVU!
Pieter Baay richt zijn sociologische blik op de maatschappelijke en vormende kant van het mbo, met speciale interesse voor burgerschapsonderwijs. Hij is onderzoekscoördinator van het Practoraat Brede Vorming (Firda) en beweegt graag tussen wetenschap en praktijk. Samen met kunstenaars en onderzoekers van netwerkorganisatie Onderwijs124 versterkt hij innovatieprocessen in het mbo.
Reacties