Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Jouw land doet er ook toe’

21 september 2023

Foto’s, tekeningen, heel veel boeken en stilte. Dat valt op als wij, Evita Lagerwaard en Rikie van Blijswijk, door basisschool de Regenboog in Heerhugowaard lopen. We lopen langs een fotomuur van alle kinderen die op de school komen én er is een muur voor de kinderen die weg zijn en niet vergeten worden, de ‘vergeet mij niet’ muur. De Regenboog is een nieuwkomersschool waar kinderen een kalenderjaar blijven om zich voor te bereiden op het reguliere onderwijs. We worden warm ontvangen door Roxanne Blokker, adjunct-directeur, en Tanneke Pouwer-Maasmann, intern begeleider. Roxanne: ‘Wat belangrijk is wanneer je hier komt werken als leerkracht is dat je traumasensitief bent en een relatie aangaat met de kinderen.’

De eerste klas waar wij binnenkomen is de klas van Bianca. Alle kinderen verzamelen zich op een vloerkleed om de dag met elkaar door te nemen. Het vloerkleed is bedoeld om een huiselijke sfeer te creëren, een veilige sfeer. De kinderen in het lokaal komen uit Syrië, Koerdistan, Afghanistan en Oekraïne. Naast ons hangen de foto’s van al deze kinderen met de vlag die hoort bij het land waar zij zijn geboren. Een aantal leerlingen is eerder die ochtend begonnen met het bakken van halal worstenbroodjes. Voordat ze hieraan begonnen, hebben ze zorgvuldig met elkaar berekend hoeveel worstjes hiervoor nodig zijn.

Verbinding door taal
De thuistaal van leerlingen speelt een belangrijke rol binnen de school. Wanneer kinderen met dezelfde thuistaal bij elkaar in de groep zitten helpt dit het veilige gevoel te creëren. Roxanne: ‘We hebben ook twee meisjes op school waarvan de een uit Sudan komt en de ander uit Turkije, en zij hebben dus geen gedeelde taal. Toch zijn ze nu vriendinnen en de eerste taal die zij met elkaar spreken is Nederlands. We hadden ook een klas met alleen Oekraïense leerlingen. Deze leerlingen hebben we uiteindelijk gemixt met andere klassen omdat we merkten dat zij met elkaar minder snel Nederlands leren spreken.’ Er hangen posters in de school met begroetingen in meerdere talen, zodat ze weten dat ook hun thuistaal welkom is binnen de school.

Rikie en ik komen inmiddels aan in een groep waar leerlingen verschillende geluiden maken, om te leren hoe je dit geluid noemt. Om beurten mogen zij een geluid kiezen van een blad dat in het midden van de kring ligt. ‘Zullen wij….piepen?’ vraagt een leerling, waarop de rest antwoordt ‘Ja, goed.’ En de leerlingen maken met z’n allen een piepgeluid. Dit is een van de manieren die wordt toegepast met hen om de Nederlandse taal te leren.

Zien is snappen
Er wordt ook een hele visuele vorm gebruikt om de Nederlandse taal te leren, ’zien is snappen’ (zis). Zinnen worden opgebouwd door wie doet wat, waar, wanneer en hoe. Elk deel van de zin heeft een specifieke kleur om het herkenbaar te maken en om de opbouw van zinnen duidelijk te maken. In de lokalen waar wij rondlopen zijn leerlingen geconcentreerd bezig met schrijf- en rekenvaardigheden. Er wordt gekeken naar de kennis die de leerling heeft op dat moment en de snelheid waarmee wordt geleerd. Zo komt het voor dat leerlingen voor rekenen in een groep zitten waar het kalenderjaar van de leerlingen hoger of lager ligt dan in hun eigen groep. De voortgang van het leerproces sluit op deze manier aan bij waar de leerling aan toe is.

Roxanne: ‘We hebben ook een kopklas. Dit is een tussenjaar voor leerlingen van wie de leerkracht denkt dat die een hoger uitstroomprofiel zouden kunnen halen als er nog een jaar aandacht wordt gegeven aan het verwerven van taal en executieve functies. Na dit kopklasjaar stromen de leerlingen uit naar het onderwijsniveau binnen het voortgezet onderwijs dat bij hen past. We adviseren kansrijk, ervan uitgaande dat als deze leerlingen in de korte tijd dat zij in Nederland zijn zoveel kennis van de Nederlandse taal hebben verworven dit iets zegt over hoe zij leren.’

Traumasensitief lesgeven
‘Wat belangrijk is wanneer je hier komt werken als leerkracht is dat je traumasensitief kunt en wilt lesgeven, een relatie aangaat met onze kinderen en ruime ervaring hebt met lesgeven. Dat is wat ons betreft belangrijker dan het puur uitvoeren van NT2. Onze leerkrachten hebben dan ook niet allemaal een NT2-bevoegdheid, wel hebben zij affiniteit met taal,’ zo vertelt adjunct-directeur Roxanne. Traumasensitief lesgeven is een keuze die is gemaakt door het team van De Regenboog, hun missie is om een goede relatie op te bouwen met elk kind. Dit geeft de leerlingen een gevoel van veiligheid en op die manier wordt er ruimte gecreëerd om te leren. ‘Wij willen die eerste hobbels bij hen wegnemen die zij ervaren wanneer zij in Nederland komen en onze kinderen welkom heten en meer veerkracht geven.’

Tanneke, intern begeleider, geeft aan dat er een uitgebreide intake wordt gehouden met ouders, waarbij ook wordt gekeken naar hoe zij op school de zorg voor de kinderen samen met ouders kunnen dragen. ‘Je doet ertoe voor kinderen, je ziet ze leren en dat is heel waardevol voor hen. Er is veel interesse in elkaar en we delen veel verhalen. Zo vertelde een leerling mij dat hij in zijn thuisland tijdens de zomer altijd werkte en water moest halen voor zijn familie.’

De eerste drie weken dat een leerling op De Regenboog is, wordt er vooral tijd besteed aan het wennen op school en het creëren van een gevoel van veiligheid. Wanneer de omgeving even te overweldigend wordt voor een leerling is er een ‘Time-in-hoek’ waar de leerling zich kan terugtrekken. Dit is een klein hoekje dat is ingericht in het klaslokaal waarin een bank staat met knuffels en kussens erop. De hoek is beschut, maar je kunt wel zien en horen wat er in de klas gebeurt. De leerling kan hier gaan zitten als er te veel prikkels zijn in de groep of als er een gevoel van onrust of onveiligheid wordt getriggerd. Er wordt een zandloper gezet voor 10 minuten, als de leerling daarna nog in de Time-in-hoek zit gaat de leerkracht in gesprek met de leerling over wat de leerling voelt en nodig heeft op dat moment.

‘Soms moet het zaadje van bovenaf vallen, maar het groeit van onderen en dat is veel sterker. ‘

Tanneke: ‘We voelen ons allemaal verbonden met en verantwoordelijk voor alle leerlingen. Wanneer we merken dat een leerling regelmatig onrustig gedrag vertoont of niet meegaat in de groep, stellen we een hulpvraag.’ Roxanne: ‘Ik laat de leraren vrij in wat zij doen. Soms moet het zaadje van bovenaf vallen om inzichten te geven en mogelijkheden te creëren, maar het groeit van onderen en dat is veel sterker.'

Afscheid nemen
Afscheid nemen is een belangrijke activiteit op deze school. Na elke vakantie zijn er leerlingen weg en komen er nieuwe leerlingen bij. Voor de leerlingen is het belangrijk dat zij dit van tevoren weten en hier rekening mee kunnen houden. Er wordt daarom voordat elke vakantie begint, uitgebreid bij stil gestaan met elkaar.

Tweede Wereldoorlog
Roxanne loopt met ons door de school en vertelt dat met leerlingen is gesproken over de Tweede Wereldoorlog. Zij hebben hier vervolgens over geschreven, om te oefenen met taal en om kennis op te doen over de geschiedenis vanuit het Nederlandse perspectief. Ik vraag of dit reacties van herkenbaarheid triggerde bij leerlingen die hun land zijn ontvlucht vanwege oorlog en hoe dit heeft uitgepakt. Roxanne: ‘Leerlingen uit Oekraïne begonnen wel over Rusland en Poetin en hoe zij hierover denken. De mening hierover verschilt per leerling. Sommigen zijn voor en sommigen zijn tegen. Zo komt de politiek al snel het klaslokaal binnen. Om dit in te perken laten we leerlingen wel aan het woord, maar geven we er zelf geen mening over. Niet bij iedere leerling roept dit onderwerp overigens herkenning op.’

In het laatste lokaal waar Rikie en ik binnenlopen, de groep van Penny, zijn leerlingen bezig met de afronding van een rekenles voordat de lunchpauze begint. Er wordt geconcentreerd gerekend en het is heel stil in de klas. Penny houdt veel contact met de leerlingen tijdens het werken. ‘Het hoeft niet allemaal vandaag, morgen gaan we weer verder oefenen.’ zegt Penny tegen een jongen die druk bezig is alles af te krijgen. Aan een andere leerling vraagt ze of zij tevreden is, ‘Niet zo’, geeft de leerling aan, waarop Penny vraagt waarom ze niet tevreden is en wat ze vindt dat anders kan. Bij het afronden krijgen de leerlingen te horen dat ze goed hebben gewerkt en doet iedereen de schriften dicht. Eten komt tevoorschijn en Spongebob gaat aan, in alle talen.

Mens en leerkracht?
De leerkrachten op De Regenboog zijn zich bewust van hun omgeving en wie zij zelf zijn binnen deze omgeving. In de lerarenkamer wordt gesproken over boeken en bijeenkomsten waaruit je kennis kunt halen over cultuur en perspectief. De zeven vinkjes van Joris Luyendijk komen voorbij. Roxanne: ‘Zijn boek heeft mij veel inzicht gegeven in mijn eigen positie binnen de maatschappij.’

Dit is een waardevolle ontwikkeling voor leerkrachten, om te verkennen wie zij zelf zijn en mee de school innemen en zo ook vanuit het perspectief van anderen te leren kijken.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief