Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Jonah en het 'geleende' speelgoed: samen opvoeden als schoolteam en ouders

15 januari 2020

De dag met een invaller was nogal chaotisch verlopen bij de kleuters. Pas toen de moeder van Jonahs beste vriendje 's avonds met een handvol speelgoeddiertjes aan de deur stond, werd duidelijk dat in die wanorde de jonge kleuter Jonah een halve boerderij in zijn zak gestopt had. De vertrouwde jenaplanjuf Angela is de volgende ochtend weer in de groep, als moeder en Jonah samen naar haar toe komen. Dit is een excerpt uit het nieuwe Jenaplan-boek 'Ik wil spelen!' 

De onderbouwgroep van stamgroepleider Angela en haar duo Martha eindigde gisteren in een grote chaos. Nou, eigenlijk was het halverwege de dag al tamelijk onrustig geweest: van uur tot uur raakte de invaller de greep op haar kleuters verder kwijt – en dat in een stamgroep met een heel stabiele club oudste jongens, die doorgaans voor veel rust en plezier zorgt voor de hele groep. 

Misschien ook precies daarom. Misschien was het de balans tussen ernst en spel die de kinderen gemist hadden. De vrolijke manier van gidsen van hun eigen vertrouwde stamgroepleidsters. Want in hoe Martha en Angela hun leraarschap vormgeven, is er een ervaren, intuïtief-losse stuurmanskunst voelbaar, die veel ruimte laat voor de kinderen om zélf de verantwoordelijkheid te nemen die ze kunnen dragen. Hoe het ook zij, de stamgroep verloor de concentratie, de aandacht, het lijntje met de invaller en uiteindelijk ook zichzelf. 

Te midden van al het tumult stak jongste kleuter Jonah een plastic paardje in zijn zak. En nog één, en een koetje, een varken en nog een halve boerderij. Hij wist ook niet goed waarom. Op het plein had hij zijn beste maatje Maarten, een oudere klasgenoot, ook een paar dieren gegeven: cadeautje! 

Met die dieren kwam Maartens moeder ‘s avonds bij de ouders van Jonah. Ze was not amused dat haar zoon deze ‘cadeautjes’ gekregen had en vond dat ze dat moest komen zeggen. Ze had haar hand geopend, een stuk of vier diertjes getoond en daarna de ‘gestolen goederen’ overgedragen aan de ouders.

Het is de inloop van de nieuwe dag en Jonah staat, samen met zijn moeder, bij Angela. Ze willen even met haar praten, kondigt de moeder aan en Jonah kijkt schuchter van de grond naar Angela en terug. “Kom eens even zitten, allebei”, zegt Angela. Moeder vertelt, over wat zij besproken heeft met Jonah, over de afspraak samen aan Angela het verhaal te vertellen en de diertjes terug te geven. 

Angela luistert en legt haar hand op Jonahs arm. Ze wisselt haar contact af tussen een blik in de moeders ogen en haar gerichtheid op het kind. Dan zegt ze tegen Jonah: “Er is een verschil tussen lenen en zonder te vragen meenemen. Zomaar meenemen is niet handig, want dan weet niemand waar de spullen gebleven zijn.” Jonah kijkt en knikt. Dat snapt hij. Angela gaat verder: “Lenen is iets meenemen, terwijl ik wéét dat jij het hebt en ook weer terugbrengt. Lenen, Jonah, mag altijd.” 

'Lenen is iets meenemen, terwijl ik wéét dat jij het hebt en ook weer terugbrengt. Lenen, Jonah, mag altijd.'

Meer zegt ze niet. Angela gaat na of het voldoende is. De houding van de kleuter is wat lichter geworden; moeders ogen glimlachen – de pedagogische boodschap van de stamgroepleider ligt in de lijn van de hare; Angela’s handelen is verrassend, in hoe kort en compact, en tegelijk doortastend en liefdevol haar zinnen klinken. “Hup, lekker spelen dan.” Met nog een halve zin uitwisseling met de moeder gaat ieder zijns weegs. 

Het Jenaplan biedt een krachtig pedagogisch concept dat helpt handen en voeten te geven aan dat wat we kinderen en de samenleving gunnen. We geven ze de ruimte zich te ontwikkelen en te leren samenleven. Angela’s optreden is een sprekend voorbeeld van hoe dat eruit kan zien: natuurlijk weet ze al van de teamoverdracht dat ze vandaag een groep aantreft die gisteren uit het lood geslagen is. Het voorval met Jonah is nieuw voor haar, maar intuïtief maakt ze het klein – letterlijk door te gaan zitten – en kruipt ze dicht naar de beleving van het kind: diefstal zou een veel te groot, te volwassen woord, een begrip dat niets te maken heeft met de onduidelijke intenties van haar kleuter. Met het onderscheid tussen ‘lenen’ en ‘meenemen zonder te vragen’ maakt ze duidelijk waar de handelingsvrijheid van het kind ligt, op een manier die hij kan verstaan. Ze laat merken dat ze begrijpt hoe sterk het verlangen naar zo’n mooi diertje kan zijn. Ze weegt mee dat het tumult van gisteren ervoor zorgde dat de kinderen niet helemaal zichzelf waren. Ze ziet dat het kind begrijpt dat hij iets gedaan heeft dat niet de bedoeling was, maar wil zijn schaamte daarover niet benadrukken of voeden. En vooral houdt ze de situatie heel, voor alle betrokkenen. 

Als stamgroepleider ben je een opvoeder die het ‘leren samenleven’ binnen de groep ruimte geeft en begeleidt. Het is van groot belang hoe jij deze opvoedkundige rol op je neemt en op welke wijze binnen het team een doorgaande lijn gecreëerd wordt. Het is fijn voor kinderen wanneer ze volwassenen treffen die kinderen vanuit dezelfde grondhouding benaderen. Ook wanneer het even moeilijk wordt (liegen, uitgescholden worden, agressie) is het van belang dat jij als stamgroepleider nog steeds voor ogen houdt wat je voor jouw kinderen wenst, zelfs – of misschien vooral – in die gevallen dat er een groot beroep gedaan wordt op je geduld, je welwillendheid, je gemoed.

Een jenaplanschool is een opvoedgemeenschap: in een partnerschap met de ouders, voed je kinderen op. Het is belangrijk om dus regelmatig met hen af te stemmen. Samen leren leven in de stamgroep lukt wanneer jij als stamgroepleider kinderen serieus neemt en vanuit respect met hen samenleeft. Jij organiseert samen met de kinderen wat er georganiseerd moet worden, de kinderen weten het, zij doen ertoe! En, waarom zou je het alleen doen? Daarnaast ben je altijd nieuwsgierig naar wat maakt dat een kind doet wat het doet en weet zo achter het gedrag van het kind te kijken. 

Dit is een excerpt uit het boek Ik wil spelen! – Het jonge kind binnen het Jenaplanconcept, waarin de auteurs Anite van Oijen en Ingrid Nagtzaam het jenaplanconcept toepassen op kinderen in de kdv- en kleuterleeftijd. Dit artikel is overgenomen met toestemming van de jenaplanvereniging NJPV. Meer informatie: www.jenaplan.nl/nl/winkel

 

Reacties

2
Login of vul uw e-mailadres in.


Jacobien
4 jaar en 1 maand geleden

Heel herkenbaar ook, mooi stuk. Wat een fijne insteek.

Login of vul uw e-mailadres in.


Nanda Klop
4 jaar en 10 maanden geleden

De kinderen (en de ouders!) boffen met juffen als Angela! Dat wens ik alle kleuters toe!

Login of vul uw e-mailadres in.


Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief