Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Jasper en Johan voelen zich buitengesloten en dat doet pijn'

29 oktober 2017

Jasper en Johan lijken een beetje op elkaar.  Ze zijn 10 jaar, stevig van postuur, blond en verongelijkt. Door hun gedrag zijn er problemen in de klas, in hun beider geval in groep 6. De één zit op een kleine buurtschool, ergens in het midden van het land. De ander op een heel grote basisschool in een grote stad. Jasper en Johan voelen zich buitengesloten en dat doet pijn. Paul van der Klein treft de jongens vanuit het project Jeugdkracht. En gaat met ze aan het werk.  Zijn blog: ‘Schoolmaatschappelijk werk of een situatie waarin een leraar elke dag een verschil kan maken?’ 

In onze pilots lopen we voortdurend tegen het dilemma aan dat kinderen van nu murw zijn en meegaan met de cultuur en de kaders (de wasstraat) van de school. Er is feitelijk geen ruimte of prikkel om zichzelf te zijn en te ontdekken of in contact te gaan met de eigen kracht. 'Partnership en kinderen vanuit verbondenheid en het systeem als geheel naar het 'probleem'  laten kijken' gaat niet vanzelf in het reguliere onderwijs. En juist daar willen we vanuit Jeugdkracht te gast zijn en de sluimerende jeugdkracht aanspreken. We zoeken in onze aanpak naar een mengvorm: een open methodiek, die zowel kaders als ruimte biedt aan wat er gebeurt en kinderen aanspreekt op hun eigen kracht. In deze twee voorbeelden wil ik laten zien wat er in een klas kan gebeuren en dat je de eigen kracht 'wakker kunt kussen' door leerlingen te laten ervaren dat zij zelf de kracht hebben om de eigen frustraties en de gezamenlijke problemen op te lossen. De eigen kracht ontdekken in een omgeving, waarin doorgaans van bovenaf oplossingen worden opgelegd (denk aan alle pestprotocollen en sova-trainingen).

‘Weet je wat loslaten is?’ vraag ik aan Jasper. De jongen kijkt me vragend aan. De klas van Jasper had de vraag gekregen om zichzelf te tekenen met alles wat ze leuk en lastig vonden. ‘Kijk’, zei ik. Ik pak een viltstift, laat hem op de tafel vallen waaraan Jasper zit te werken aan een tekening over zichzelf. ‘Dat kan jij ook!’

Ik sta op, geef een aai over zijn rug en loop naar een andere tafel.

Tegenover Jasper zit medeleerling Steven, die hem even eerder op een subtiele manier heeft zitten opnaaien. Steven was nogal nadrukkelijk bezig geweest om de namen van zijn vrienden op te schrijven. Jasper vroeg om de zwarte viltstift, die Steven in gebruik had. Eigenlijk had hij meer zitten wachten op het moment, dat hij ook genoemd zou worden als één van de vrienden van Steven. En zo speelde Steven zijn plagerig spel door ruim de tijd te nemen voor het gebruik van de zwarte viltstift, maar vooral voor zijn hardop uitgesproken afweging of hij Jasper nou als zijn vriend zou noteren of niet.

Dat was te veel voor Jasper. De pijn sneed zichtbaar door zijn ziel. Jezelf alleen en uitgezonderd voelen en dan zo op de proef gesteld worden door een ‘onbetrouwbare’ vriend. En dus schold hij Steven uit en eiste hij op een agressieve manier de zwarte viltstift op. Hij voldeed daarmee naadloos aan het beeld dat de leerkracht en de IB’er al lang van hem hadden.

Op de veel kleinere buurtschool in het midden van het land, zorgt Johan al meerdere jaren voor overlast en angst bij de veel jongere vijfdejaars, in diezelfde klas. Johan slaat nogal makkelijk, zeker als er weer eens ruzie is bij het spelen van hun favoriete verstoptikkertje. Ook Johan voelt zich buitengesloten en gepest.

‘Hoe gaan jullie dit nou oplossen, die ruzie bij het verstoptikkertje?’, vraag ik aan het groepje jongens. ‘Dan spelen jullie toch een ander spelletje!’, zegt een meisje nuchter. Zij werkt aan een tekening en volgt de discussie tussen de jongens met interesse. Verontwaardigd roepen de jongens dat zij zich er niet mee moet bemoeien. Een ander spel spelen is voor de jongens geen optie.

Na nog wat heen-en-weer gepraat concludeert een  jongen dat Johan en Stijn maar eens met elkaar moeten gaan praten. Want tussen hen gaat het altijd fout. Op het moment dat Johan door zijn peers wordt aangesproken op zijn eigen verantwoordelijkheid, barst de bom. Hij staat boos op en beent het lokaal uit. Hij kan er niet mee overweg aangesproken te worden op zijn verantwoordelijkheid, omdat hij zichzelf veel liever ziet als slachtoffer dan als actor.

In een één-op-één gesprek met mij komt hij weer tot bedaren. Als we eenmaal samen zitten, vraag ik hem hoe het met hem gaat. Nou, hij wordt steeds gepest en ze schelden steeds zijn vader uit. Dat is nota bene de enige die hem werkelijk begrijpt en die hem dan ook vertelt dat hij er gewoon op moet slaan, als ze hem pesten. Toen ik vroeg hoe dat pesten voor hem voelt, heeft hij het over pijn. ‘Waar dan, Johan?’ Hij wijst met zijn rechterhand naar een plek onder zijn linker sleutelbeen. Ik vermoedt dat hij zijn hart bedoelt en zijn eigen anatomie nog niet helemaal vat. Ik voel even begrijpend met hem mee.

‘Maar Johan, één ding snap ik niet. Je bent de sterkste van allemaal, jij staat heel stevig op je voeten (we hadden daarvoor een oefening in aarden gedaan). Bovendien zie ik dat er medeleerlingen zijn, die ondanks je gegrom, wel op een aardige manier op jou reageren. Volgens mij ben je echt stevig en krachtig. Ik denk dat jij goed in staat bent om samen af te spreken hoe jullie verstoptikkertje kunnen spelen. Ik vind jou namelijk een echte kanjer! Wat vind jij?’

Johan kijkt me nadenkend aan. Op dat moment gaat de bel en verlaat hij het lokaal, zonder nog iets te zeggen. Even later belt zijn moeder naar school. Johan is in tranen thuisgekomen en heeft zijn moeder vertelt dat hij op school voor het eerst écht begrepen is. Sinds die tijd gaat het veel beter met Johan, en met de sfeer in de klas.

Jasper heeft inmiddels begrepen wat ik bedoel heeft met ‘loslaten’  en tekent opgewekt aan zijn tekening. Aan een andere tafel dit keer, waar Steven hem even later spontaan zijn excuus aan komt bieden. Eerder had ik Steven belangstellend gevraagd of zijn gedrag nou oprecht was of misschien toch een beetje plagerig?  Daar moest hij even over nadenken.

Hoe het nu met Jasper gaat is mij niet bekend. Zijn IB’er - Jasper zat heel vaak in haar kantoortje na agressief gedrag in de klas -  vond dit verhaal nogal  ‘therapeutisch’ en meer iets voor het schoolmaatschappelijk werk.

Vanuit het project Jeugdkracht.nl spreekt Paul van der Klein kinderen en jongeren aan op hun kracht. In klassengesprekken op PO en VO zoeken zij contact met leerlingen en gaan in gesprek over wie je bent en over de eigen kracht.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief