Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Ik voelde dat onze band me door de vingers glipte, maar ik was niet in staat het tij te keren'

27 november 2015

Als Xandra van Hooff verhalen hoort over jongeren die van school verwijderd worden, komen er veel associaties bij haar los. Herinneringen aan leerlingen die zij mocht begeleiden, wat wel en niet werkt, maar ook die ene jongen, waarbij ze weet dat ze het beter had moeten doen. Danny is zijn naam en dit is haar verhaal over hem. Ze deelt het opdat op school een open, kwetsbare cultuur mag gaan ontstaan om het juist over deze zaken met elkaar te kunnen hebben. 


photo-1437823055869-5309288494c8'Je moet het ze zeggen! Dit kan niet. Dit klopt niet. Dit gaat een leerling nooit verder helpen!'
Met vurige wangen en verheven stem sprak ik deze woorden tot mijn beste vriendin, die aan mijn keukentafel zat. Ze had zojuist verteld dat een jongere die ze begeleidde als ambulant begeleider, de wacht aangesteld had gekregen. Dat was de tweede al in korte periode.


Ik voelde hoe ik boos werd. Hoe mijn gedachten heen en weer geslingerd werden tussen mijn huidige realiteit aan de keukentafel, de jongeren die hierdoor het gevoel zouden krijgen dat ze 'weg moesten', de realiteit in mijn verleden waarbij ik het collega's zag doen en de jongeren die ik in mijn klas had destijds en die me geleerd hadden waarom het niet werkte. Het botste in mijn hoofd, al die perspectieven. Ik keek Ineke aan, zei 'Sorry, ik weet dat jij er ook zo over denkt', verschoof mijn stoel wat naar achteren alsof ik mezelf meer ruimte wilde geven en nam een slok van mijn koffie.


'Dus ze willen Maxim van school af hebben?' vroeg ik haar. Ze knikte. 'Ja, hij heeft een contract gekregen'. Ze pauzeerde even. Net voldoende om mij de gelegenheid te geven om te zeggen 'wat dus nooit gaat werken'. Ten eerste omdat jongeren die nog niet zien wat ze doen en waardoor ze getriggerd worden zich überhaupt onmogelijk aan een contract kunnen houden. Inzicht is voorwaarde voor verandering, niet een dreiging met een mogelijke straf. En ten tweede omdat een school niet zomaar op voorhand kan zeggen 'een jongere te verwijderen' van school, zonder dat er een traject is uitgedacht over wat die jongere waar te leren heeft en of dat terugkeer mogelijk is. 


In gedachten ging ik terug naar de jongeren waarbij het me gelukt was hen 'te behouden' of een goed traject voor ze uit te stippelen. Ik zag weer de leerlingen voor me die elders waren weggestuurd en die ik in het speciaal onderwijs niet alleen het gedrag mocht aanleren wat op hun oude school niet gelukt was maar nu ook de extra uitdaging kreeg om hun eigenwaarde weer op te poetsen.


En ik ging terug naar Danny. Een jongen op het VMBO die ik zelf destijds als docent ook niet had geholpen.


Danny was een rasechte ADHD'er. Een klein, dun springerig mannetje dat vooraan in mijn klas zat en die per minuut in staat was om ongeveer 20 keer zichzelf om te draaien om te reageren op wat iemand anders in de klas had gezegd danwel zijn hele lijf onder de tafel te gooien omdat er weer iets was gevallen. Ik voelde me machteloos bij Danny. Ergens voelde ik dat gesprekjes hem niet gingen helpen. En ik wilde hem niet altijd 'de schuld' geven wanneer de klas weer onrustig was.


Feit was wel dat hij me afleidde. Dat ik, wanneer ik het gevoel had de klas niet in de hand te hebben, ook nog te dealen had met zijn gedrag. En dat hij spiegelde waar ik steken liet vallen in mijn klassenmanagement. Ik wist, voelde en begreep instinctief dat ik met mezelf te dealen had wanneer ik hem iets wilde leren in de klas maar een onduidelijk gevoel van weerstand maakte zich meester van me dat schooljaar. 


Tijdens de leerlingbespreking kwamen we erop terug. Ik was niet de enige, zo hoorde ik mijn collega's noemen, die moeite had met zijn gedrag. Het was een alleraardigst mannetje - type grote glimlach en zin in het leven - maar ook een leerling die veel aandacht vroeg. En mijn collega's hadden er net zoveel moeite mee om dat te geven. En dus stelde de mentor voor om, wanneer het niet meer ging, Danny naar haar toe te sturen zodat hij in haar lokaal kon werken. Omdat Danny dan in een klas kwam waar hij geen deel van uitmaakte zou zijn neiging om te reageren minder zijn. En dus kwam hij toe aan zijn werk. En zouden wij als docenten onze handen weer vrij hebben.


Zo gezegd, zo gedaan.


Danny vertrok gemiddeld 1 à 2 keer per week naar haar klas om een half uurtje later weer aan te schuiven. Van lieverlee werd ik er gemakkelijker in. Stuurde hem sneller. Was blij als hij ging en ik rust kreeg. En zag er soms ook tegenop wanneer de deur openging voor het einde van het lesuur en ik hem terug zag komen. Met zijn huiswerk al af, waardoor hij helemaal niet gemotiveerd meer zou zijn bij mij überhaupt nog iets te doen.


De dubbele gevoelens bij Danny, de onmacht, het 'ergens mag ik je wel', mijn opluchting dan wel weerstand maakten dat we steeds verder uit elkaar kwamen te staan. Daar waar ik eerder nog aansluiting had, ging ik hem steeds vaker ontlopen. Een gesprekje in de pauze werd een knikje en een uitgebreide proefwerkanalyse veranderde in een korte opsomming van wat beter kon. Ik voelde dat onze band me door de vingers glipte. Maar ik was niet in staat het te keren.


Mijn compassie toegenomen


Nu, aan de keukentafel voel ik me opnieuw beschaamd. Voel ik opnieuw hoe ik toen het gevoel had dat het me door de vingers gleed. Alsof ik op nieuwjaarsdag mezelf had voorgenomen om 3x per week te sporten en mezelf twee weken later terugvond op de bank met een zak chips en mijn nieuwe sportschoenen nog ongebruikt onder de kapstok. Ik voelde opnieuw hoe dit gevoel maakt dat we op dit soort momenten onszelf willen terugtrekken. Vooral niet praten over wat moeizaam gaat of waar ons gedrag niet strookt met onze intenties. De ander of de situatie uit beeld willen hebben zodat we niet geconfronteerd worden met onze onmacht. 


Mijn woede was inmiddels gezakt. Mijn compassie met de docenten die te maken hadden met Maxim toegenomen. Wat er voor nodig is om hem op school te houden weet ik niet. Behalve dat er in de school een open, kwetsbare cultuur mag gaan ontstaan om het juist over deze zaken met elkaar te kunnen hebben. En ik besefte dat ik zou willen dat ik Danny nog eens terug zag. Om hem achteraf te kunnen vertellen dat het aan mij lag en niet aan hem. En dat hij me, in al zijn onschuld en enthousiasme, wat meer over mezelf leerde dan waar ik op dat moment voor open stond en waar ik in mijn eentje mee wist te dealen...


De kracht van Xandra van Hooff ligt in het leggen van verbanden tussen mensen, relaties en systemen. Op haar website www.xandravanhooff.nl staat meer te lezen. 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief