‘Ik ontdekte in de filosofieles dat ik wél iets kon: denken’
12 januari 2019
Op woensdag 9 januari hield Luc Stevens een voordracht voor de medewerkers van Rotterdam Vakmanstad (een integrale onderwijsvisie voor intercultureel samenleven en duurzaam vakmanschap). ‘De omstandigheden waarin u werkt stralen urgentie uit, en maken dat u de verantwoordelijkheid neemt om het anders te doen. De kinderen waarmee u werkt zijn op onderwijs aangewezen. Niet alleen de basisvaardigheden, maar ook zichzelf te leren kennen als iemand die iets kan, kan emanciperen en verantwoordelijkheid kan en wil dragen voor de samenleving. Dat betekent dat je de leerling van meet af aan herkent als iemand die iets kan en wil, en hen de ruimte geeft om te laten zien wie ze zijn.’ Een verslag van de voordracht van de hand van Maartje Janssens.
Vakmanstad
Vakmanstad is in 2008 opgericht door Henk Oosterling vanuit een integrale onderwijsvisie voor intercultureel samenleven en duurzaam vakmanschap. ‘Doen-denken’ staat hierin centraal. Vakmanstad ontwikkelt lesprogramma’s waarbij kinderen en jongeren op een duurzame manier leren omgaan met zichzelf, anderen, de omgeving en de wereld.
De bijeenkomst werd geopend door de directeur van Vakmanstad, Rachid El Ousrouti, die sprak over het belang van zelfvertrouwen van de leerlingen. Hij illustreerde dat met een anekdote over een leerling die vertelde dat hij altijd dacht niets te kunnen, totdat hij in de filosofieles ontdekte dat hij goed kon denken. Dat zijn de momenten waarvoor ze het doen bij Vakmanstad. Dat kinderen en jongeren ontdekken wie ze zijn, waar ze voor staan en waar hun talenten liggen.
Inbraak
Stevens opende zijn voordracht met de woorden: ‘Het is Vakmanstad gelukt om bij het reguliere onderwijs in te breken, vanuit de overtuiging dat het beter kan.’ Het woord ‘inbraak’ verwijst volgens hem naar de geslotenheid van onze onderwijsorganisatie en onderwijscultuur. Er vindt geen verandering plaats. Maar leerlingen zijn aangewezen niet op wat al bestaat, maar op iets dat hen past. Wat hebben zij nodig, anders dan jij gewend bent? Dat is voor het onderwijs een niet eenvoudig in te vullen opgave. Maar als het lukt om de school open te krijgen voor vruchtbare invloeden van buiten, dan zijn we al een heel eind.
Urgentie en verantwoordelijkheid
‘De omstandigheden waarin u werkt stralen urgentie uit, en maken dat u de verantwoordelijkheid neemt om het anders te doen. De kinderen waarmee u werkt zijn op onderwijs aangewezen. Niet alleen de basisvaardigheden, maar ook zichzelf te leren kennen als iemand die iets kan, kan emanciperen, en verantwoordelijkheid kan en wil dragen voor de samenleving. Dat betekent dat je de leerling van meet af aan herkent als iemand die iets kan en wil, en hen de ruimte geeft om te laten zien wie ze zijn.’ Stevens verwees hier naar de anekdote die El Ousrouti aan het begin vertelde over de jongen in de filosofieles: ‘ik heb ontdekt dat ik kan denken’.
Relatie en openheid
Stevens stipte in zijn voordracht zowel het belang van de leraar-leerling, als de leraar-leraar relatie aan, waarvoor hij de term ‘openheid’ gebruikte. Volgens Stevens is de opdracht voor het onderwijs om het standaard procedé los te laten en te zien of je de leerlingen dichter bij het curriculum en bij jouzelf als leraar kunt krijgen. Wij zijn ingesteld op zorgen voor leerlingen, instructie. We moeten leren om niet teveel te zeggen, maar te responderen op wat een leerling zelf kan.
Ook in de lerarenkamer zou je openheid willen om meer energie beschikbaar te krijgen. Leraren hebben weinig anders ter beschikking dan zichzelf. ‘Je curriculum maakt het succes niet, dat maak jij. Dat is het mooie aan het beroep, en dat maakt het ook kwetsbaar. Daarover praten met je collega’s is delicaat. Maar die kwetsbaarheid is tegelijkertijd je krachtigste instrument.’ Stevens spreekt liever over openheid dan over kwetsbaarheid.
Openheid is volgens Stevens dus essentieel voor opvoeding en onderwijs. Het maakt de relatie met je leerlingen mogelijk. ‘Laat hen vertellen wat ze nodig hebben, wat ze vinden van je hulp. En laat je collega toe om te vragen hoe het vandaag is gegaan.’
Beschikbaarheid voor de ander
Vakmanstad is beredeneerd vanuit wat de leerlingen in de toekomst voor zichzelf en de maatschappij moeten kunnen betekenen. Dan hoop je dat die oriëntatie van openheid wordt meegenomen, aldus Stevens. En waar urgentie is, is de beste mogelijkheid voor verandering. ‘Veranderen is mogelijk door zowel je leerlingen als je collega’s toegang te geven tot jouw werk en jouw persoon. Dat geeft energie en zicht op oplossingen. Je gedijt onder elkaar als je beschikbaar bent voor de ander.'
Maartje Janssens is verbonden aan de NIVOZ-denktank en actief voor het NIVOZ-podium.
Reacties