'Ik moet ervoor waken dat ik gemeten niveaus van kinderen nooit als vaststaande feiten ga benaderen'
4 mei 2016
Plusboekjes bestaan, pluskinderen niet. Ook al werken ze in haar groep in niveaus, Rosanne Bos wil ervoor waken dat ze denken ooit in dat hokje te horen. Haar blog over hoe ze dat aanpakt in haar klas. 'Ik heb voor elk schoolvak een hulpgroep die extra uitleg krijgt, een basisgroep die gewoon meekomt en een verrijkingsgroep die meer aankan. In welk instructiegroepje ieder kind komt hangt af van toetsgegevens en van mijn observaties. Maar hoe presenteer ik dit als leerkracht naar de kinderen toe?'
Het lijkt door ons jaarklassensysteem wel eens alsof de grootste gemeenschappelijke deler die kinderen kunnen hebben hun geboortedatum is. In mijn groep 3 zitten 27 leerlingen. Totaal verschillende kinderen met verschillende talenten en verschillende leerbehoeften. Aan mij de taak om hen allen passend onderwijs te bieden. Wij werken op school daarom handelingsgericht. Ik heb voor elk schoolvak een hulpgroep die extra uitleg krijgt, een basisgroep die gewoon meekomt en een verrijkingsgroep die meer aankan. In welk instructiegroepje ieder kind komt hangt af van toetsgegevens en van mijn observaties.
Maar hoe presenteer ik dit als leerkracht naar de kinderen toe? Want volgens dit principe zitten steeds dezelfde kinderen aan de instructietafel en krijgen steeds dezelfde kinderen een boekje waar drie sterren op staan [een methode voor zwakke lezers, red]. Als leerkracht ligt er voor mij een enorm belangrijke taak: ik moet ervoor waken dat ik gemeten of ingeschatte niveaus van kinderen nooit als vaststaande feiten ga benaderen.
Ik moet heel goed letten op mijn taalgebruik naar de kinderen toe en op de manier waarop ik de groepjes benader. Want voor je het weet hoor je een kind zeggen: 'Ik ben geen driesterrenkind.' Mijn nekharen gaan ervan overeind staan. Lief kind, je bent wel 1000 sterren waard. En dat heeft niets te maken met in welk boekje jij werkt op school. Een kind dat zoiets zegt en gelooft zal zelden met zelfvertrouwen aan de slag gaan als het wél een keer de kans krijgt om een oefening met drie sterren te maken. Terwijl het hier mogelijk prima toe in staat is!
Ja, er zijn kinderen in mijn klas die werken uit driesterrenboekjes. Natuurlijk zitten er kinderen voor extra hulp aan mijn instructietafel. Maar als een kind in de hulpgroep aangeeft dat hij het snapt en aan de slag wil, dan mag dat. Als een kind in de basisgroep wat extra instructie wil, is hij welkom aan de instructietafel. En die driesterrenboekjes heb ik ruimschoots gekopieerd in mijn klas liggen voor alle andere kinderen. De losse bladen uit die boekjes zijn beschikbaar om te pakken voor elk kind.
Kinderen kunnen dus allemaal driesterrenwerk pakken, bijvoorbeeld als ze klaar zijn met hun eigen taken, of tijdens zelfstandig werktijd. Ik spreek wekelijks het vertrouwen uit dat elk kind eruit kán komen als hij een van de moeilijkere opgaven zou gaan proberen. Niet in één keer misschien, soms met een beetje hulp van een leerkracht of klasgenoot, maar het is absoluut niet onmogelijk! En het is verrassend hoeveel kinderen de bladen pakken, zelfs kinderen uit mijn hulpgroep. Ze werken er keihard aan, soms zelfs harder en met meer motivatie dan aan hun reguliere werk. Daar krijg ik nou een warm gevoel van.
Rosanne Bos is leerkracht en gedragsdeskundige. Lees hier meer over haar werk.
Reacties