Het verschil maken, daar gaat het om
10 november 2017
Het verschil maken voor kinderen, dat is waar onderwijs voor leerkracht Karin Donkers om draait. Of dat lukt, hoor je helaas niet altijd terug. Maar dan heeft Karin een bijzondere ontmoeting met een postbezorger op school, die een pakketje voor haar komt brengen en haar achternaam herkent. ‘Donkers... ben je geen familie van hem? Ted Donkers heette mijn meester. Hij kwam regelmatig op huisbezoek om met mijn moeder te praten.’ Het wordt een bijzondere ontmoeting.‘Een pakketje voor de Lispeltuut.’ Met een brede glimlach loopt hij tussen de schuifdeuren door.
‘Jammer, maar dan moet je een deur verder zijn. Ik ben van de Vroonermeerschool.’
Een beetje verdwaasd, alsof ik hem in de maling neem, kijkt hij me aan.
‘Ja, ja, sinds wanneer?’
‘Sinds een week en twee dagen.’
‘Eh, is het dan geen Lispeltuut meer?’
Ik vertel hem dat we sinds augustus gestart zijn met een nieuwe openbare school en ons onderkomen hebben gevonden in de bestaande school, in afwachting van de nieuwbouw waar we als katholieke en openbare school samen zullen starten.
De koerier duwt vervolgens zijn steekwagentje met dozen richting de klapdeuren en stapelt drie dozen op in de gang. Als hij terugkomt groet hij en loopt lachend naar buiten.
Nog geen drie minuten later staat hij opnieuw voor me met een klein pakketje.
‘Werkt hier ook een Karin Donkers?’
Ik glimlach en heb het idee dat ik nu in de maling word genomen.
‘Jazeker, dat ben ik van de Vroonermeerschool.’
Hij overhandigt me een pakketje en alvorens hij het loslaat zegt hij: ‘Ik had vroeger een meester die ook Donkers heette. Ik heb goede herinneringen aan hem. Ik was geen makkelijke leerling.’
‘Nee? Hoezo dat dan? Vond je het niet leuk om naar school te gaan?’
‘Ik was een jongen die niet zo makkelijk leerde en liever wat aan het klooien was in de wijk.’ vertelt hij met een wat schuldige blik.
‘Ik woonde toen in Alkmaar Oost omdat mijn ouders uit elkaar waren, goedkope huisjes en tussen veel buitenlanders. Of moet ik tegenwoordig allochtonen zeggen? Ik was de enige Nederlandse jongen in de klas en was daar komen wonen samen met mijn moeder en broer. Dwars af was ik toen die tijd.’
Even schiet er een flits door me heen en dan komt er opnieuw een reactie van de koerier die duidelijk op zijn praatstoel zit.
‘Donkers... ben je geen familie van hem? Ted Donkers heette mijn meester. Hij kwam regelmatig op huisbezoek om met mijn moeder te praten. Hij zei altijd tegen mij dat hij wist dat ik het wel kon, maar dat er soms even een moeilijke tijd was en je dan wat dwars was, ruimte nodig had. Hij praatte alleen met mijn moeder, mijn vader mocht het niet weten want die had losse handjes.’
Ik krijg het even warm en realiseer me dat hij het over de Ted heeft die zo’n 15 jaar op een school in Oost heeft gewerkt.
‘Nou, wat toevallig. Je zat toch niet op de burgemeester Middelschool? Als dat zo is heb je bij Ted in de klas gezeten, mijn man.’
‘Jazeker wel. Hoe gaaf is dat? Meester Ted Donkers, fijne kerel. Ik had hem in groep 7. Hij kwam bij ons op school en we dachten, die zullen we ff uitproberen. Maar meester Ted was een toffe peer. Hij nam ons serieus en wilde met ons praten als er weer eens een akkefietje was. Niet meteen nablijven of een telefoontje naar huis. En hij deed wat hij beloofd had. Mijn vader heeft nooit geweten van de akkefietjes, maar hij verwachtte dan ook van mij dat ik mijn afspraken met hem hield.’
Hoe is het met hem? Ik zou hem graag nog eens zien. Vertellen hoe het met mij en mijn moeder is gegaan.’
Even aarzel ik, maar dan realiseer ik me dat hij dus niet weet dat Ted zeven jaar geleden is overleden en ik hem dat ter plekke moet vertellen. Ted heeft op deze nu inmiddels 40-jarige man indruk gemaakt. Zozeer zelfs dat de naam en herinnering bij hem bovenkomt als hij een pakketje in een school brengt met de naam Karin Donkers erop.
‘Ted is zeven jaar geleden overleden, toen hij 59 was.’
Ik zie hem wit worden, hij staart naar zijn voeten en heeft duidelijk moeite om woorden te vinden. Ik ben nu ook even stil en denk terug aan de tijd dat Ted startte als leraar op deze school. We woonden net samen en waren allebei leraren. Ik net klaar met de Pabo en hij sinds kort werkzaam in Alkmaar. Er werd thuis veel gepraat over zijn leerlingen, zijn klas. Ik herinnerde me de verhalen over de huisbezoeken. Het was vaak de enige manier om contact te krijgen met de allochtone ouders en ik weet ook nog van die ene Nederlandse jongen waar zo veel energie in ging zitten.
‘Ik denk dat ik dan weet wie jij bent. Jij heet Boris Duinman en je was vroeger blond, een zeer beweeglijk jongetje en je had een oudere broer. Ted noemde je thuis dikwijls Kruimeltje, naar het kinderboek over een jongen die veel op straat zwierf.’
Ik herinnerde me dat Ted hem ook dikwijls stuiterbal met een grote mond en een klein hartje noemde, maar dit zeg ik hem niet.
Hij kijkt op en hij is duidelijk net zo verbaasd over het feit dat ik hem bij naam ken, maar is nog steeds geschokt over het feit dat Ted niet meer ‘bij ons’ is. ’Jeetje wat jammer.’
We halen samen nog wat herinneringen op en zijn er inmiddels bij gaan zitten. Ik hoor van hem hoe het met hem gegaan is. Wat voor hobbels hij heeft moeten nemen en hoe blij hij is met het leven dat hij nu leidt. Hij heeft kinderen maar is niet getrouwd.
Te onrustig en te wispelturig. Hij kan niet samenwonen. Daar is ie niet geschikt voor. Hij heeft zich erbij neergelegd.
‘Het leven komt zoals het komt,’ zegt hij, om vervolgens op te staan.
‘Jammer, ik vind het echt jammer dat zo’n goed mens ons zo vroeg heeft moeten verlaten.’
We nemen afscheid met ‘Het ga je goed, Boris.’ ‘Ja jou ook. Bedankt.’
Ik merk dat ik een traan wegpink als ik me omdraai en mijn kantoortje binnenloop.
Het verschil hebben kunnen maken. Dat had Ted, en dat is dus waar het om gaat.
Karin Donkers was schoolleider op De Cocon, een school voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs, en is nu kwartiermaker voor de nieuwe Openbare School van Ronduit Onderwijs, de Vroonermeerschool.
Reacties