Het veelkoppige monster
10 mei 2021
‘Socioloog Bowen Paulle geeft aan dat het gebrek aan sociale mobiliteit maakt dat er een middengroep verdwijnt en er sprake kan zijn van alleen ‘arm’ en ‘rijk’. Met het missen van de middenklasse neemt de stabiliteit van de samenleving af. Het fundament van onze democratie kan daarmee gaan wiebelen. Om die reden is kansengelijkheid van belang voor iedereen.’ De Klassen-meetup regio Amsterdam was een interessante en confronterende. Jeanette de Jong, bestuurder van stichting Blosse, was erbij en doet verslag.
Op 28 april jl. nam ik vanuit mijn rol als bestuurder bij Blosse deel aan de Meetup van Klassen (regio Amsterdam). Stichting NIVOZ vroeg mij eerder mijn ervaringen te delen van deze avond met dit blog. Het was de laatste van 14 avonden die naar aanleiding van de serie georganiseerd zijn. Mooi was dat de deelnemers konden inzien wat al eerder was opgehaald aan ideeën, belemmeringen, maar vooral aan zaken die we vanaf morgen zelf anders kunnen doen. Dat gaf extra diepgang en maakte denkkrachten los bij de deelnemers. Maar om te beginnen eerst eens kijken waar we het nu exact over hebben…
Wat is precies kansengelijkheid?
Het onderwijs biedt gelijke kansen voor individuen om onderwijs te genieten en om zich te vormen, te ontwikkelen en te scholen gedurende de levensloop, zo geeft de Onderwijsraad aan. SLO benoemt dat het voor gelijke kansen soms nodig is om leerlingen verschillend te behandelen. Feitelijk ‘equity vs equality’. Een Belgische site (betekenis.be) benoemt het als een beginsel dat iedereen met dezelfde talenten evenveel kans zou moeten kunnen maken op ontwikkeling, onafhankelijk van sekse, maatschappelijke status etc. Op de site van gelijkekansen.nl komen we aan bij het veelkoppig monster dat kansenongelijkheid is. Uit recent onderzoek dat zij lieten uitvoeren, kwamen dertig (!) factoren naar voren, die weer onder te verdelen zijn op vijf niveaus (leerling, familie, school, wijk en samenleving) en die op hun beurt weer met elkaar samenhangen of met elkaar interacteren.
Kansengelijkheid is aan ontwikkeling onderhevig: de invloed van een migratieachtergrond wordt kleiner, terwijl de invloed van een lage sociaal-economische status en het opleidingsniveau van ouders steeds grotere gevolgen heeft voor kansen in het onderwijs.
De Volkskrant onderzocht onlangs de relatie tussen armoede en schooladvies en zag dit bevestigd. Zij geven aan dat de kinderen van ouders met een lager jaarinkomen het risico lopen een lager schooladvies te krijgen dan uit hun eindtoets kwam. Dit bleek vaker voor te komen op het platteland dan in de steden. Wat overigens niet zegt dat het probleem er in de steden niet is.
Waarom is kansenongelijkheid erg?
Er zijn nadelige individuele gevolgen. Kinderen presteren onder hun niveau, talenten blijven ongezien en onbenut, demotivatie ligt op de loer. Ook het zelfbeeld knapt er niet van op. En dat is nog zacht uitgedrukt. Maatschappelijk gezien draagt deze ongelijkheid bij aan de segregatie van onze maatschappij; gescheiden werelden die vaak de rest van het leven niet meer mengen.
Socioloog Bowen Paulle geeft aan dat het gebrek aan sociale mobiliteit maakt dat er een middengroep verdwijnt en er sprake kan zijn van alleen ‘arm’ en ‘rijk’. Met het missen van de middenklasse neemt de stabiliteit van de samenleving af. Het fundament van onze democratie kan daarmee gaan wiebelen. Om die reden is kansengelijkheid van belang voor iedereen. (bron: journalistiekennieuwemedia.nl)
Zo benoemde Sarah Sylbing, maker van Klassen, tijdens de Meetup ook duidelijk de tweeledigheid in de maatschappij: feitelijk zijn er twee problemen en twee werkelijkheden. De groep die de lat te hoog legt, die een ‘ratrace’ loopt en schaduwonderwijs inzet, en de groep die de lat te laag legt voor de kinderen. Bij een te lage lat gaan kinderen niet hoog springen. Verwachtingen hebben namelijk de neiging om uit te komen.
Daarbij was er nog een aanpalende tweeledigheid over dit thema, aldus Sarah. De groep die kansen(on)gelijkheid een pijnlijk onderwerp vindt, omdat zij zelf hebben meegemaakt niet de kansen te hebben gekregen die hen pasten. Daarnaast de groep die geen zicht heeft op kansenongelijkheid. Het beeld van deze ongelijkheid onttrok zich aan hun werkelijkheid. De serie heeft bij een aantal van hen de ogen geopend.
En wat doe je dan? Of...wat doe ik dan?
De Meetup was qua oplossingen vooral gericht op wat je zelf zou kunnen doen, vandaag of morgen al. Feitelijk zouden we elke dag de ‘bril’ op moeten zetten van kansengelijkheid, continu alert en bewust zijn, aldus Marjolijn Moorman, wethouder onderwijs van Amsterdam, zichtbaar in de serie Klassen en ook aanwezig bij deze Meetup. Vanuit die persoonlijke bewustwording de invloed gebruiken die je hebt in je werk. Met elkaar zien dat we iets te doen hebben.
Binnen Blosse, een organisatie waarin kinderopvang en onderwijs bestuurlijk gefuseerd zijn, geloven we in essentie dat je een hart moet hebben voor kinderen, dat kinderen een eigen ontwikkelpad lopen binnen onze organisatie van 0-13 jaar, en dat hierbij de leerkrachten en pedagogisch medewerkers het verschil maken. Middels de kernwaarden vertrouwen en groei werken we aan en in een cultuur die maakt dat we vanuit vertrouwen kunnen groeien. Werken en denken vanuit een growth mindset. Niet alleen voor de kinderen, maar zeker ook voor onze professionals om het kind heen. Je mag vallen en opstaan en ook als volwassene in de leerkuil tuimelen en er weer uit krabbelen.
Daarnaast zetten we in op het meer en meer laten samensmelten van opvang en onderwijs. Hiermee proberen we het monster al deels uit te schakelen. Kinderen die vanaf 0 jaar of 2 jaar in onze organisatie komen, treffen een opvang aan die gericht is op ontwikkeling. Een voedingsbodem voor ontplooiing en kansen. Werken aan de brede doelen van kindontwikkeling zoals Gert Biesta deze benoemt. Maar helaas komen niet alle kinderen naar de opvang. Die kinderen die het hard nodig hebben zien wij vaak niet. Om die reden duim ik voor kabinetsplannen die de mogelijkheid bieden tot kosteloze opvang voor ouders. Opvang beschikbaar voor elk kind. Opvang in een mooie doorgaande lijn met onderwijs, bij voorkeur aangevuld met jeugdzorg, passend bij de behoefte van het kind en de ouders. Geen kind rondpompen in een gefragmenteerd systeem, maar samen rond het kind gaan staan, de huidige systemen wegdenken en kijken wat aangepast kan worden, of opnieuw gecreëerd.
Wat bij mij blijft hangen is dat kansengelijkheid vooral gaat om dezelfde startkans op ontwikkeling, het garanderen daarvan, ongeacht het vertrekpunt, equity. Het gaat niet om het behalen van dezelfde resultaten, equality. Dat kansenongelijkheid effect heeft op de persoon en daarmee ook op onze hele maatschappij is een heftig fenomeen. Ik ben me daar terdege van bewust vanuit mijn rol als bestuurder van een organisatie in kindontwikkeling en vooral vanuit mijn rol als medemens in deze maatschappij. Bewustzijn is een belangrijke stap, maar ook wij hebben nog genoeg te doen binnen Blosse. Ik denk aan de verdere inhoudelijke doorontwikkeling van de doorgaande lijn van 0-13 jaar. Het meedenken over het latere selectiemoment, niet met 11 jaar in de sjoelbak. Het blijvend investeren in onze professionals rondom het kind. Het passend verbinden van jeugdzorg aan onze kindcentra. En ga zo maar door… Zo’n veelkoppig monster ben je niet zomaar de baas.
Jeanette de Jong is bestuurder bij Blosse
Reacties