Het spel van het leven
29 november 2018
De zoons van Kim van Haeften beheersen het edele spel van het tijd rekken voor bedtijd als geen ander. Soms raakt Kim erdoor geīrriteerd, maar vaak ook is het een moment van reflectie, van terugkijken met elkaar en van het leren kennen van de spelregels van het leven. Zo ook vandaag, met een verdrietige jongste zoon en een onzekere oudste.
Het is zo’n avond die eigenlijk te lang gerekt wordt door mijn twee kinderen. Zij beheersen dat spel heel goed. Ik ga er steeds in mee. Wanneer de jongste naar bed gaat en ik bij hem kruip om hem op zijn rug te kroelen, zegt hij; ‘Mam, het papiertje, weet je nog?’ Ik denk even na en dan schiet het me weer te binnen. Hij kwam vanmiddag verdrietig uit school, kijkend op een papier. Hij wilde het niet laten zien; dat kwam later wel.
Ik vertel hem altijd bij dit soort dingen dat ik er ben, wanneer hij er aan toe is. Dat is hij nu, geeft hij aan, waarbij ik me licht geïrriteerd voel dat de avond al zo veel langer gerekt is dan mijn wens is. Ik weet echter dat deze momenten op bed er zijn omdat mijn jongste dan tot rust komt, de dag overziet en fijn wil gaan slapen.
Ik open het papiertje en zie een soort woordweb met allemaal fijne woorden zoals doorzetter, slim, lief, in diverse kleuren. Ik herken de oefening direct. Iets van sociale vorming op school. Het gaat erom dat ieder kind uit de klas iets opschrijft bij een ander, fijne en mooie dingen over hoe diegene is. Ik lees en hum wat. Wachtend op wat hij wil delen, wat hem verdrietig heeft gemaakt. ‘De juf zei tegen mij: je bent geliefd. Maar waarom krijg ik dan zo’n papier? Ik had bij kinderen heel mooie dingen opgeschreven zoals ‘Je bent strategisch’ of ‘Je bent heel fijn en rustig in samenwerken en je bent creatief, ook in het bedenken van oplossingen’ en dan krijg ik dit. Maar een paar woorden en nog veel dezelfde ook’.
Hij huilt, hard. Ik houd hem vast, kus zijn haar. Woorden zijn nu niet van nut, weet ik. Alleen de woorden ‘ik begrijp je’ troosten iets. Ik begrijp dat hij wenst dat iedereen evenveel mooie dingen terug zou schrijven, ik begrijp dat hij bij het woord ‘geliefd’ meent dat ieder kind dan ook iets op zijn papier zou hebben geschreven en niet pas nadat de juf had gezegd dat er op ieder papier van iedereen iets moet staan, zoals hij me ook nog uitlegt.
Ik benoem toch de mooie dingen nog en het geliefd zijn en ik uit voorzichtig of zijn beeld wel helemaal klopt. ‘Ik ben ook gewoon anders, mam’, huilt hij. ‘Weet je wat ik ook vaak heb, dan is iedereen in mijn groepje aan het lachen en giebelen en ik kijk ernaar en denk dan van: ‘huh, wat is daar nou te lachen aan? Of buiten, dan speelt iedereen en is iedereen bezig en dan sta ik daar en dan zou ik het liefst wel weg willen rennen naar onze schuur en daar huilend in een hoekje gaan zitten. Elke dag. Het maakt toch niets uit.’
Mijn hart huilt, ik ken deze gesprekken en gevoelens. Hij is gevoelig en slim en voelt dat hij niet past, anders is. Ik noem zijn mooie kanten, het doorzetten, zelfstandig zijn, hij is energiek, aardig, behulpzaam, creatief. Ik vertel dat hij daar in zijn leven veel aan heeft. Dat hij ons heeft, zijn familie en zijn twee vrienden die niet op zijn school zitten. Het zijn zijn ‘peers’. Hij zegt: ‘En op woensdag kan ik meer mezelf zijn, op de Plusklas’. Ik leg uit dat je op plekken in meer of minder mate jezelf kunt zijn. Het is als een soort spel, met ieder eigen regels, omgangsvormen en meer. Hij weet dit wel, maar dat voelen is nog een ander verhaal. Hij huilt nog even hard uit; allebei weten we dat dit een terugkerend stukje in zijn leven is.
Dan staat de oudste in de badkamer. Zijn mobiel nog in zijn handen. Net klaar met een gesprek op Instagram met een meisje uit zijn klas. Hij zit op de eerste van de middelbare en hij is verliefd. ‘Mam, ik heb zo’n meisje…ik heb haar gevraagd of ze mij leuk vindt. Ze vindt me wel leuk. Ik heb ook gevraagd of ze merkt dat ik iets minder stoer doe nu bij haar in de buurt, want dat had ze gezegd. Maar hoe doe ik dat? Ik doe al iets rustiger nu.’ Ik vertel: ‘Lief, je gewone mooie zelf zijn, zoals je bent.’ ‘Maar ik kan toch niet op school helemaal zijn zoals ik hier thuis ben?’, zegt hij droevig. Ik denk aan net, aan wat ik de jongste vertelde over het spel. Je neemt meer rollen aan in je leven, je leeft in meerdere situaties, groepen en zoekt daarin een soort balans. ‘Lieverd, je gewone zelf zijn en op school dan iets stoerder, zonder jezelf te verliezen, want dat is jouw kracht.’ We lopen naar de kamer, in bed kruipt hij dicht tegen me aan, zijn vingers in zijn mond, en ik kroel door zijn haar.
Mijn twee jongens, druk aan het ontdekken hoe het spel van het leven in elkaar zit. Mijn hart vervult zich met liefde, want ik voel me gelukkig dat zij woorden kunnen geven aan wat zich in hun binnenste afspeelt. Dat ik bij hen mag zijn en onderdeel ben van hun ontdekkingsreis. In vrijheid en met vertrouwen gaan zijn hun toekomst tegemoet. samen, niet alleen. De ‘regels’ in iedere situatie ervaren ze en samen reflecteren we. Dit is de reden dat ik meega in hun spel van ‘tijd rekken’ in de avond.
Kim van Haeften is pedagoog en coach in het onderwijs.
Reacties