Het geheim ontneemt hem zijn woorden
3 juni 2021
"Younes gaat tegenover mij zitten. Zijn gezicht laat weinig emoties zien, behalve een uitdrukking die men wellicht kan bestempelen als ‘totaal ongeïnteresseerd’, maar inmiddels weet ik dat er achter het buitenkantje zoveel schuil kan gaan, dat ik niet trap in de valkuil van het oordeel." Katrín Gudmundsson praatte met Younes over waarom hij zoveel spijbelt. Het duurt even voordat de jongen los komt en durft te praten, maar dan komt er een heel ander verhaal naar voren dan verwacht, en blijkt Younes een jongen met een geheim.
'Ik ben op zoek naar Younes,' zeg ik tegen de leraar. 'Younes, ga maar even mee met de juf.' Nieuwsgierig kijk ik rond in de klas. Tergend langzaam hoor ik een stoel achteruit schuiven. Achter mijn lippen ontstaat een glimlach. Een hele lange, magere jongen sloft naar mij toe. Je kent ze wel, die jongens die nog maar net 13 zijn, maar de groeispurt heeft hun lijf zo uitgerekt dat het lijf onherkenbaar voor henzelf is geworden. De aansturing van de ledematen lijkt een ware uitdaging, vooral voor de toeschouwer. Alles is oversized in en aan het lijf, het zwabbert aan alle kanten. Hij wekt de indruk dat hij elk moment kan overhellen, naar welke kant dan ook, of gaat struikelen over zijn oncontroleerbare benen en voeten. Het is ook niet makkelijk wat er in het lijf allemaal verandert op deze leeftijd.
Het is de oppervlakkige beschrijving van de vele jongeren, dat wat iedereen ziet. Wanneer je verder durft te kijken, voorbij het oordeel, voorbij het buitenkantje en verder dan alle pijnlijke clichés, ontvouwt er zich een heel ander verhaal. Ook bij Younes blijkt dat hij zoveel onzichtbaars met zich meedraagt.
Younes gaat tegenover mij zitten. Zijn gezicht laat weinig emoties zien, behalve een uitdrukking die men wellicht kan bestempelen als ‘totaal ongeïnteresseerd’, maar inmiddels weet ik dat er achter het buitenkantje zoveel schuil kan gaan, dat ik niet trap in de valkuil van het oordeel.
'Weet je waarom je bent aangemeld bij mij?' Younes knikt langzaam. Ik nodig hem uit om wat te zeggen, zijn stem heb ik nog niet gehoord in de toch al 20 minuten dat we bezig zijn. Hij schraapt een paar keer zijn keel, donkere hangende ogen kijken mij aan. O jee, een glimpje vang ik op en voel dat het mij raakt.
Maar eigenlijk heeft niemand enig idee wat deze trage jongen uitspookt.
Younes neemt de tijd. Dat is prima, je kan het proces niet altijd versnellen. Hij is regelmatig afwezig. Aan het spijbelen wordt er gezegd. Maar eigenlijk heeft niemand enig idee wat deze trage jongen uitspookt. School gaat net, hij balanceert op een gevaarlijk randje met zijn cijfers. We hebben een aantal gesprekken voordat hij uit zichzelf naar mij toekomt. Mooi, want nu weet ik dat er enig vertrouwen is gegroeid.
'Younes, er valt mij iets op aan het overzicht met alle absenties van jou, misschien kan je mij een beetje helpen om het te begrijpen?' Younes buigt zich langzaam naar de uitgeprinte absentielijsten. 'Kijk, soms ben je er een hele week, super goed natuurlijk, maar dan lijkt er wel een patroon te ontstaan… zie je?' Hij buigt zich nog dieper naar voren om het goed te kunnen zien en haalt zijn schouders op. 'Oké, weet je wat ik zie? Het gaat goed en dan gebeurt er iets en kom je elke dag te laat op school en ook weer rondom de pauze en rond het laatste uur. Uren die echt pas na 15.00 vallen, volg je in die weken sowieso niet. En dan gaat het weer twee of drie weekjes goed.' Met een verbaasde blik kijkt hij naar zijn absentielijsten. Zijn mondhoeken lijken iets te krullen, zijn lijf schudt lichtjes van voor naar achteren waarop ik het bijna kan interpreteren als een voorzichtige ja, omdat zijn hoofd lichtelijk meebeweegt.
‘Ik ben nogal nieuwsgierig, maar dat had je vast al gemerkt’ grinnik ik. ‘Maar help mij het te begrijpen, want als ik naar die periodes kijk’ wijzend op de weken die niet goed gaan, ‘dan kom je na de pauze wel altijd terug. Weliswaar te laat, maar je komt wel.’
‘Goed toch?’ mompelt hij bijna onhoorbaar.
‘Absoluut goed, maar het puzzelt mij, wat maakt dat je terugkomt of wat maakt dat je wegblijft?’
Het is een patroon dat ik niet vaak tegenkom. Spijbelaars komen meestal niet terug wanneer ze een deel van de les al gemist hebben en daarmee de consequenties al aan hun broek hebben hangen ‘Dus, juf, dan kan je net zo goed de rest van de les wegblijven, de straf blijft toch hetzelfde…’ Younes doet dat niet, hij komt gewoon. Daarmee is er een opvallend patroon ontstaan.
‘Ga je dan te laat van huis of heb je ruzie met de klok of wekker of gaat de tijd gewoon sneller dan je denkt?’
‘Leg eens uit Younes, waar ga je heen of wat doe je wanneer je niet in je les zit?’
‘Gwoon thuis’. Zelfs zijn woorden kort hij in.
‘Ga je dan te laat van huis of heb je ruzie met de klok of wekker of gaat de tijd gewoon sneller dan je denkt?’ knipoog ik naar Younes, waarop zijn mondhoeken weer lichtelijk krullen. ‘Maar het gaat ook weken goed, dus de klokken lopen soms ook gelijk met school. Of… is er misschien wat anders aan de hand?’
Younes kijkt ernstig. Zijn blik wendt zich af van mij. Eerst kijkt hij naar beneden, naar zijn handen die wriemelen op zijn schoot. Dan kijkt hij weg en staart de verte in. Wat is het wat hem zo raakt, wat zo binnen in hem leeft? Waar de woorden blijven stokken achter zijn lippen. ‘Kan je het mij vertellen?’ vraag ik na een lange stilte. ‘Vind je het goed dat ik wat ga raden? Dan hoef jij alleen maar ja of nee te knikken of stop te zeggen. Je kan natuurlijk ook – wanneer je de woorden hebt gevonden – het vertellen als je dat wilt.’ Younes knikt, ik zie de spanning op zijn gezicht. ‘Je mag ook nee zeggen hoor, het is aan jou…’ Younes fluistert ‘doe maar’ terwijl hij weer naar zijn wriemelende handen op zijn schoot kijkt.
‘Heeft het te maken met school?’ Younes schudt zijn hoofd.
‘Heeft het te maken met vrienden buiten school?’ Younes schudt weer zijn hoofd.
‘Heeft het te maken met thuis?’ Younes verroert geen vin en dan zie ik een heel klein subtiel knikje.
‘Het heeft dus met thuis te maken?’ Younes knikt nu wat sterker.
‘Wil je er al zelf iets over vertellen Younes?’ vraag ik. Ik weet dat Younes alleen met zijn moeder woont.
‘Ga maar verder’ mompelt hij.
‘Is het iets dat met mensen of familie van buitenshuis te maken heeft? Younes schudt zijn hoofd.
‘Het heeft dus te maken met jou of je moeder?’ Younes knikt weer.
‘Heeft het met jezelf te maken, dus los van je moeder?’ Younes schudt zijn hoofd.
‘Heefthet met je moeder te maken?’ Voorzichtig, maar met een diepe zucht, knikt Younes terwijl hij mij weer aankijkt.
Mijn hart voelt zo met hem mee, ik zie de spanning en opluchting tegelijk ontstaan in zijn lange oversized lijf.
Mijn hart voelt zo met hem mee, ik zie de spanning en opluchting tegelijk ontstaan in zijn lange oversized lijf. Hij wil wel praten, maar het lukt hem niet om het over zijn lippen te krijgen. Hij blokkeert. Dat wat er speelt ontneemt hem zijn woorden.
Deze methode gebruik ik soms, maar heel voorzichtig, want het is zo belangrijk om niets in te vullen of te gaan sturen. En ervoor te waken om er niet te vroeg in het proces al op in te gaan. Het is een soort beslisboom die je samen naloopt.
‘Maak je je zorgen om je moeder?’ Younes knikt.
‘Ik vraag nog even voor de duidelijkheid, het heeft dus niets te maken met familie of een vriend of een vriendin van je moeder? Dus mensen van buitenshuis?’ Younes schudt zijn hoofd.
‘Oké’ ik denk even na en neem mijn tijd om in gedachten de beslisboom verder te vormen.
‘Heeft jouw moeder een probleem?’ Younes knikt.
‘Heeft het met geld te maken?’ Younes schudt zijn hoofd.
‘Heeft het met haar gezondheid te maken?’ Younes knikt.
Ik neem even rust, zodat ik hem de ruimte geef om eventueel iets te vertellen erover. Het blijft stil.
‘Is het ernstig?’ Younes knikt.
‘Is het levensbedreigend?’ Hij knikt en schudt zijn hoofd. Dus ik besluit iets anders te vragen.
‘Is ze lichamelijk ziek?’ Younes schudt zijn hoofd.
‘Is er sprake van iets psychiatrisch bij je moeder?’ Younes neemt een diepe ademhaling en kijkt gespannen in mijn ogen terwijl hij knikt. Het moment is aangebroken om de beslisboom te sluiten.
Younes vindt de woorden, nu zijn geheim eruit is. Zijn angsten en zorgen zijn bespreekbaar. Zijn moeder heeft schizofrenie, soms neemt zij haar medicijnen niet. Tenminste daar komt hij dan achter wanneer het niet goed gaat met zijn moeder. Ze heeft dan wanen en ziet dingen die er niet zijn. Omdat zijn moeder ‘gek’ is, heeft de familie zich van haar en daarmee ook van Younes afgewend. Ze staan er alleen voor. Zolang zijn moeder haar medicijnen neemt, gaat het goed. Doet ze dat niet, dan kan het gevaarlijk worden, ze hoort stemmen die haar opdrachten geven.
Younes schippert tussen school en thuis wanneer het niet goed gaat met zijn moeder.
Younes schippert tussen school en thuis wanneer het niet goed gaat met zijn moeder. Hij probeert haar weer zover te krijgen dat ze haar pillen slikt. Pas als het die dag gelukt is, kan hij naar school. Soms duurt het lang voordat het lukt. Het blijft spannend. In de pauze gaat hij naar huis, om te kijken of ze niet iets geks of engs heeft gedaan terwijl hij de lessen aan het volgen was. Het ergste is het na 15.00 uur met zijn moeder, dus dan zorgt hij dat hij thuis is. Pas wanneer het gelukt is dat ze elke dag haar medicijnen slikt, kan hij weer een paar weken ‘normaal’ naar school.
Younes blijkt een prima prater te zijn, maar zijn geheim zat hem zo in de weg. We blijven dat jaar wekelijks praten over van alles en nog wat. Over zijn schaamte voor de ziekte van zijn moeder, over zijn angst dat hij het ook krijgt, over zijn dromen en wensen. Voor thuis is er hulp ingeschakeld vanuit een psychiatrische verpleegkundige. Er is gekozen voor een andere vorm van medicatie, waardoor dit niet dagelijks, maar maandelijks gebeurt. Dat scheelt al een heleboel voor moeder en zoon.
Auteur Katrín Gudmundsson heeft 28 jaar gewerkt in onderwijs- en jeugdzorgorganisaties. Haar boek ‘De juf die geen juf is’ omvat 28 ontroerende en inspirerende verhalen van jongeren. Zie voor meer informatie www.dejufdiegeenjufis.nl.
Reacties