Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Het eerste jaar van een nieuwe schoolleider: 'Zei ik nou dat er een balans tussen werk en privé moest zijn?'

8 april 2016

'Stress? Ach welnee, hoe kan dat nou?! Het kwam door de zon in de laatste weken van de vakantie.' Miranda Loonstra blikt terug op haar eerste jaar als schoolleider. Ze ging na een goeie zomervakantie vol frisse moed het nieuwe schooljaar in. Dit zou haar jaar worden! Een nieuwe functie, een schoolfusie en alles zou fantastisch gaan lopen! Alles zat vastgelegd in haar hoofd, ze hoefde het alleen nog maar uit te voeren. Maar toen verscheen er toch een koortslip. En een tweede. Niets aan de hand, toch?

no-stressIk had een heerlijke zomervakantie, waarin de keus bestond uit: op vakantie gaan naar Frankrijk, thuis blijven, kamperen in Frankrijk of eigen land, thuisblijven, een paar dagen weg, thuisblijven, een midweek Parijs of thuisblijven. Ik moest niet op vakantie, ik mocht op vakantie. Het werd uiteindelijk thuisblijven en ik kan het iedereen aanbevelen.

Door de hoge mate van rust en de lage mate van stress, kon ik twee weken voor het einde van de vakantie ook echt zeggen dat weer zin had om te beginnen.

Het zou dan ook een jaar worden om van te smullen. De fusie was een feit en ik zou flink inzetten op teambuilding. De huidige directeur zou afscheid nemen na een week of zeven en dan werd ik dan toch echt directeur van de school, weliswaar mededirecteur, maar aan het eind van het schooljaar zou ik doorgaan met mijn school. En ik zou beginnen aan de studie. Kortom, ik had er zin in, heel veel zin.

Na een fantastische startvergadering en een mooie opening met ouders en kinderen -een traditie was geboren- wist ik het zeker. Dit zou een geweldig jaar worden!

Ik werkte harder dan ooit, want er moest heel wat gebeuren. Het afscheid moest nu echt vorm gaan krijgen, op de teambuilding moest flink worden ingezet, de fusie moest ook heel snel vorm krijgen en in de opleiding moest ik slagen. De doelen waren gesteld en nu moest ik ze alleen nog maar realiseren.

De eerste koortslip verscheen. Stress? Ach welnee, hoe kan dat nou?! Het kwam door de zon in de laatste weken van de vakantie.

Tijdens de eerste bijeenkomst van de studie schoten twee opmerkingen mij het verkeerde keelgat in. Ik reageerde  ongewoon fel en emotioneel. Natuurlijk, ik was ongesteld. Hormonen doen hele rare dingen met mij.

Ondertussen begon het thuisfront te morren. Ik mocht één dag in de week niet met school of studie bezig zijn. Hoezo dan, dat viel best wel mee! Bovendien moest ik nog heel veel dingen doen.

Daarna kwam een tweedaagse van de studie, een rollercoaster van emoties. Tranen die hoog zaten, ik herkende mezelf, maar ook weer niet. Ik moest proactief zijn, moest mijn eigen pad kiezen en moest dat ook direct gaan doen.

Op school waren er twee collega's die wilden praten en een ouder die aangaf dat er gemor was op het schoolplein. Dus moest ik praten, want ik had net geleerd dat je signalen serieus moest nemen, want anders werd het steeds erger op de escalatieladder. Met de ouders was het snel opgelost en de collega's gaven aan dat onze sneltrein heel hard reed en dat ze echt hun best deden om er op te springen, maar dat het niet lukte.

De tweede koortslip verscheen op drie plekken tegelijk. Wie bestuurde die trein eigenlijk? Wie was die vrouw die zei, dat er een balans moest zijn tussen werk en privé en wie had er aangegeven dat er een geweldig jaar voor de deur stond? Hé dat was ik.

Het was bijna Pasen, tijd voor bezinning.

Ooit had ik mezelf verteld dat ik er mocht zijn. Maar wat doe je als je jezelf kwijtraakt, doordat je zo hard rent en zo hard bezig bent om aan de standaard van een ander te voldoen? Blijf je rennen, jagen, ontkennen en voldoen aan de verwachtingen van een ander? Had dit te maken met het vermijden en de allergie voor aanpassen, wellicht vanuit mijn biografisch perspectief? Ongetwijfeld heeft alles met elkaar te maken.

Ik moet al heel veel van mezelf en we leven in een wereld waar we ook heel veel moeten. Dat begint al in ons jonge leven. Vlak na de geboorte wordt de Apgarscore ingevuld, we moeten voldoen aan een aantal criteria en daar wordt een score aan verbonden. Vervolgens zitten we regelmatig op het consultatiebureau om te kijken of de kinderen zich volgens de lijn ontwikkelen en houden heel wat jonge ouders zich vast aan 'Oei, ik groei', waardoor je na twee sprongen je realiseert dat je kind ver achter loopt in zijn ontwikkeling. Een ware concurrentiestrijd onder ouders legt een zware druk op de schouders van de kinderen.

Als je kind met een jaar nog niet welbespraakt, met mes en vork eet en snowboardend door het leven gaat dan loopt je kind achter.

In de klas moeten kinderen zich ook blijven ontwikkelen volgens de leerlijnen van de methode, anders volgt een doublure. We moeten opbrengstgericht werken, we moeten voldoen aan de eisen van de inspectie, we moeten handelen volgens protocollen, we moeten in onze studie stukken aanleveren op een manier die voldoet aan de eisen van de accreditatiecommissie. We zitten vast in een systeem van regels, gemiddelden en moeten.

Mijn leerproces wordt getoetst aan de eisen van de accreditatiecommissie. Deze richtlijnen bepalen of ik voldoende leer ja of nee. Hoe kan dat?! Leren is gedragsverandering en gebeurt van binnen, dat noemen we intrinsieke motivatie. Deze eisen toetsen alleen maar of ik het op de juiste manier op papier kan zetten.

Moet, moet, moet, zorg dat je in het keurslijf van het systeem blijft passen. Ik zeg 'Weg met de regels en lang leve de moed!'

Van moet naar moed, een voorbeeld van hoe één letter het verschil kan maken. Ik zit weer op mijn eigen pad en dát fijne gevoel valt met geen pen te beschrijven.

Miranda Loonstra was ten tijde van het schrijven van dit blog directeur van de Matthieu Wiegmanschool.

 

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief