Het belangrijkste is om een goed mens te worden
28 november 2018
De ouderavonden staan weer voor de deur. Voor docent Pascal Cuijpers zijn die tien minuten per kind echt te weinig, zeker als er ook nog ouders bij moeten die vergeten waren zich aan te melden. Zoals de moeder van Lilia uit Bosnië, die als laatste aan de beurt is, maar een grote indruk achterlaat.
'Allereerst wil ik u vragen: hoe is het nu met uw moeder?' Terwijl we elkaar de hand schudden sprak de moeder van Lilia deze zin uit, nog voordat we het lokaal binnenliepen. Het waren twee lange werkdagen geweest, deze dinsdag en woensdag. Nadat ik de reguliere lessen gedraaid had, maakte ik vluchtig een kop Cup-a-Soup en at een broodje kaas met ei om vervolgens de gesprekken te voeren met de ouders van de leerlingen uit mijn mentorklas. Ze hadden zich van tevoren middels het invullen van een aanmeldformulier kunnen inschrijven. De ouders van al mijn mentorleerlingen hadden zich aangemeld voor het eerste tienminutengesprek van dit schooljaar.
Zoals gewoonlijk was ik uitgelopen op het tijdschema dat tien minuten per gesprek voorschreef. Tegen het einde van de avond stonden daardoor nog zo’n drie ouders in de wacht. Ik verontschuldigde me bij elke keer dat ik de deur van het lokaal opende om nieuwe ouders op te halen en legde ze uit dat tien minuten erg kort is om een gesprekje te voeren over de algehele ontwikkelingen van een kind. Ze leken dit gelukkig allemaal te begrijpen.
Omdat Lilia vergeten was om op tijd het ingevulde aanmeldformulier in te leveren, moest ik haar moeder noodgedwongen als laatste indelen op de woensdagavond. Haar vraag bij binnenkomst met betrekking tot de gezondheid van mijn moeder kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Nadat we eind september het onheilsbericht omtrent de maandenlange buikpijn van mijn moeder te horen hadden gekregen, reed ik naar de plaatselijke apotheek om medicatie op te halen die de pijn zou kunnen verlichten. Terwijl ik in de wachtrij stond kwam de moeder van Lilia ook binnen. We hadden elkaar voor het eerst gezien tijdens de informatieve ouderavond in een van de eerste weken van het schooljaar. 'Bent u ziek?', vroeg ze oprecht geïnteresseerd aan mij. 'Nee, ik kom een recept voor mijn moeder ophalen', antwoordde ik als vanzelfsprekend. Ze vroeg ze wat mijn moeder mankeerde en ik deed vervolgens, in de wachtrij bij de apotheek, voor het eerst mijn verhaal over de verschrikkelijke ziekte waar mijn moeder door was getroffen.
Terwijl we beiden gingen zitten aan de werktafel in het lokaal, bedankte ik Lilia’s moeder alvast voor de oprechte interesse die ze ook nu weer toonde voor de gezondheid van mijn moeder, zo vlak na binnenkomst. We waren nu ruim anderhalve maand verder en ze was onze ontmoeting bij de apotheek blijkbaar niet vergeten. Nadat ze mij had laten vertellen over het behandeltraject, het ondergaan van de chemokuren en de opname in het ziekenhuis, vroeg ze vervolgens hoe het nu met mij ging. Ze kon zich immers heel goed voorstellen dat het een moeilijke tijd was waar we momenteel in verkeerden. Terwijl ze me rustig liet uitpraten, kreeg ze een opeens een lichte sprankeling in haar ogen. Ze was de dag ervoor jarig geweest, vertelde ze opeens. En het mooiste cadeau dat ze had gekregen was het Skype-gesprek met haar ouders, die nog in Bosnië woonden. Wat was ze emotioneel en blij geweest met het weerzien. Ook al stond er een beeldscherm en ruim duizend kilometer tussen hen in.
Ik feliciteerde haar en ze vertelde hoe ze, twintig jaar geleden, met haar man en oudste dochter noodgedwongen naar Nederland was verhuisd. Gevlucht voor de vreselijke oorlog in het land van herkomst. Ze studeerde destijds Bosnisch aan de universiteit en zat ten tijde van haar vlucht naar Nederland in de afstudeerfase. Jaren later heeft ze hier de studie alsnog opgepakt en voltooid. De Nederlandse taal leerde ze samen met haar dochtertje, die toen bijna zes was en in groep 1 het Nederlands snel oppikte. Ik had haar graag meer laten vertellen over haar afkomst en de zware afgelopen tijd die ze samen als gezin goed hadden doorstaan in hun nieuwe, vreemde land.
Terwijl de gangen op school opeens werden verduisterd en de conciërge zijn laatste ronde door het schoolgebouw liep, vertelde ik Lilia’s moeder nog hoe goed het op school ging met haar jongste dochter. Dat ze een vrolijke en sociale leerling was, die altijd een mooi verhaal had en tevens prachtige resultaten behaalde. Ze straalde. 'Mijn man en ik vinden het fijn dat ze zo’n goede cijfers haalt, maar we hebben onze kinderen ook altijd proberen op te voeden met de wens dat ze een goed mens zullen worden. Dat vinden we het belangrijkste.' Ik moest haar gelijk geven. Cijfers zijn niet het belangrijkste bij het opvoeden en opgroeien van een kind. We liepen door de gang naar de uitgang van het schoolgebouw en ik bedankte haar voor dit fijne en open gesprek. 'U ook bedankt en veel beterschap gewenst voor uw moeder!' Ondertussen ben ik ervan overtuigd, dat haar kinderen net zulke goede mensen zullen worden als zij.
Pascal Cuijpers is docent beeldende vorming op het Connect College in Echt. Naast zijn werk als docent is hij mentor, geeft hij faalangstreductietrainingen en examenvreestrainingen aan leerlingen die last hebben van spanningen en hieraan willen werken. Hij publiceert onder andere in dagbladen, tijdschriften en onderwijsmagazines.
Reacties