Helpt straffen?
11 maart 2019
Over opvoedonderwerpen hebben wij als volwassenen al snel een mening: de pedagogische tik, daar doen we niet aan, maar een time-out af en toe, kan dat bijvoorbeeld wel? En wat zou het nut daarvan dan zijn? Of geef je zo het verkeerde voorbeeld? De geleerden buitelen over elkaar heen met hun theorieën over de effecten van straf, maar wat vinden kinderen er nou zelf van? Mascha Groenman luisterde naar de kinderen in haar klas, hoe ze met elkaar praatten over straf en het (gebrek aan) nut ervan.
Eén van de kinderen uit groep 5 kiest een praatkaartje uit het pakje. Ze zit op de kruk in de kring, leest de vraag voor (‘Helpt straf?’) en zit duidelijk klaar voor de discussie. Met alleen een ‘nee’ of ‘ja’ neemt ze geen genoegen. Voor de jongere kinderen, uit groep 3, lijkt het soms nog lastig om te verwoorden waarom ze iets vinden, maar de oudere kinderen kunnen dat wel. Boet steekt zijn vinger op en zegt: ‘Ik vind van niet. Ik word alleen maar nog bozer als ik straf krijg’. Dat wordt herkend. Ik hoor verhalen over ‘ik moet op de mat zitten’ en ‘ik moet 8 minuten op de trap, omdat ik 8 ben’ en ‘ik moet naar mijn kamer en dan ga ik spelen en vergeet ik waarom ik straf heb’ en ‘ik krijg ook weleens een tik’. ‘Mijn moeder blijft heel rustig en mijn vader gaat schreeuwen’. Bijna allemaal vergeten ze waarom ze straf hebben gekregen omdat ze lang op de mat/trap/kamer moeten zitten.
Twee kinderen denken dat het soms wel helpt om straf te krijgen, want ‘dan doe je het echt niet nog een keer’.
Een paar kinderen zeggen dat ze nooit straf krijgen: ‘Vroeger wel, maar mijn ouders zijn nu veel liever!’
Straf is niet nodig, hoor ik. Maar: regels wel! Want zonder regels wordt het een rommel en doet iedereen maar wat. Dan heb je bijvoorbeeld nooit je werk af, of kom je niet naar binnen als de bel gaat.
Ik gooi er een vraag in: ‘Krijgen grote mensen ook weleens straf?’ Ook hier klinken de antwoorden door de kring. ‘Mijn moeder kreeg een boete’. ‘Mijn vader ook, toen hij een andere verzekering nam’. We komen aan bij gevangenisstraf. Ze mijmeren hardop voort: ‘Je krijgt er vies eten wat je niet zelf hebt gekozen. Je mag alleen naar buiten als dat mag van de bewaarders, je ziet je familie alleen maar tijdens het bezoekuur’. Als ik vraag of die straf zou helpen, knikken ze eensgezind: ‘Je wil echt nooit meer terug naar de gevangenis denk ik’.
Het is tijd, we gaan naar gym. Ik denk er nog even over na. Bij veel kinderen thuis wordt gewerkt met een ‘time-out’ plek. En ze geven allemaal aan dat het niet helpt. Wat wél helpt, dat weten ze niet zo goed.
Interessante discussie! Ik kijk al uit naar het volgende praatkaartje!
Mascha Groenman is leerkracht op een basisschool in Bergen en moeder van twee kinderen.
Reacties
peter te riele
Vervolgvraag lijkt hier logisch. Straf & beloning zijn 2 kanten van dezelfde medaille. Hoe denken ze over belonen? Misschien wel even dubieus als straffen. Beide principes ondermijnen de gelijkwaardigheid en hebben allebei schadelijke invloed op de relatie en de intrinsieke motivatie.
Lan van der Plas
Ok, Ik Ben 60, mijn kinderen 31 en 28, ik ben jaren docent geweest op het VO.
Mijn kinderen moesten toen ze klein waren tot een jaar of 7 altijd even de gang in.
Na 2 minuten ging ik kijken en vroeg ik hun waarom ze van mij de gang in moesten.
Als ik het antwoord ‘ik weet het niet’ terug kreeg zei ik dan denk er nog maar eens over na. Dan wisten ze het wel en dan hadden we het erover waarom ze daar naar toe moesten en waarom het niet door de beugel kon.
Ik ben echt niet heilig en heb wel eens een tik gegeven, daar schrokken ze dan van, maar slaan is gewoon onmacht.
Toen ze groter waren en ze waren in mijn ogen niet goed bezig dan mochten ze iets leuks niet bv vrijdag avond naar het disco zwemmen.
Aan de andere kant ik heb 2 ‘model’ kinderen dus ik heb makkelijk praten.