‘Grensoverschrijdend’ gedrag van leerkrachten in het basisonderwijs
28 november 2017
Bakenen scholen en leerkrachten hun terrein wel zorgvuldig genoeg af? Met de komst van social media is het makkelijk geworden om ouders “even snel” op de hoogte te houden van de vorderingen van hun kind op school. Maatschappelijke problemen worden op het bord van scholen gelegd. Maar halen scholen zich niet onnodig veel extra taken op de hals? Wat zíjn eigenlijk de kerntaken van een school? Adrie Groot laat er zijn licht over schijnen en bekijkt wat er terecht is gekomen van de adviezen van de Onderwijsraad uit 2008.‘Ik heb deze week geen app van je ontvangen. Dat hadden we toch afgesproken?’, geeft Marieke, moeder van Stijn, mee aan juf Lotte van zijn klas. ‘Ik wil toch wel regelmatig weten hoe het met hem gaat hoor.’ Juf Lotte heeft met deze moeder laatst een gesprek gehad over hoe het met Stijn in de klas ging. En daarin is afgesproken dat ze elke week even een aantal keren, via Whatsapp, Stijns ouders op de hoogte houdt van zijn ontwikkeling in de klas.
Als je in gesprek gaat met leerkrachten, en je focust je op bijvoorbeeld hun communicatie, dan kom je opmerkelijke zaken tegen. De onderbouwleerkrachten van een Flore-basisschool verspreiden wekelijks een nieuwsbrief aan de ouders over wat er is gebeurd in de klas en wat er volgende week op de agenda staat. Op Facebook zie je wekelijks, dagelijks, en soms meerdere keren per dag prachtige foto’s en teksten langskomen van activiteiten die de scholen ontplooien in en om de school.
Met steeds meer mogelijkheden op sociale media wordt daar, mede onder ‘ druk’ van ouders, maar mogelijk ook door verschuiving van eigen grenzen, een enorm ingewikkeld verwachtingenkasteel opgebouwd.
De Onderwijsraad publiceert, op verzoek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in 2008 al een advies over “onderwijs en maatschappelijke verwachtingen” (pdf). De Raad constateert dat er sprake is van een toename van maatschappelijke verwachtingen. De omvang neemt toe en ook de zwaarte van de taken die daaruit voortvloeien. Het advies aan scholen is om taken die verbonden zijn aan de kwalificerende en socialiserende functies voorop te stellen. Dit advies was met name gericht op de toenemende stroom van ‘opdrachten’ uit de samenleving en de overheid, waar het onderwijs maar even een oplossing voor moet vinden: burgerschapsvorming, obesitas, enz.
De Onderwijsraad verdeelde destijds de taken van het onderwijs in drie onderdelen:
- De primaire taak (de kwalificerende en socialiserende functie): het overdragen van kennis, vaardigheden, culturele waarden en normen om kinderen voor te bereiden op deelname aan arbeidsleven en samenleving.
- De secundaire taak: deze liggen in de voorwaardelijke sfeer, bijvoorbeeld het zorgen voor een zekere orde en regelmaat binnen de school.
- De tertiaire taak: het leveren van een bijdrage aan sociaal gedrag en publieke moraal door de manier waarop er ook binnen het onderwijs mee wordt omgegaan.
Bij alle drie de taken is er op dit moment sprake van een “overkill”. Zowel vanuit de overheid als vanuit samenleving en ouders worden niet alleen teveel uitdagingen van de samenleving op het bordje van de school gelegd, maar zijn de verwachtingen voor wat betreft de realisatie daarvan onrealistisch hoog opgeschroefd.
Als daar dan ook nog het hoge verwachtingspatroon voor opbrengsten wordt bijgevoegd, ontstaat een snelkookpan van onrealistische verwachtingen, hoge werkdruk en frustratie. Een snelkookpan waarin uiteindelijk kinderen, leerkrachten en ouders afhaken.
Deze snelkookpan is in 2017 alleen nog maar actueler geworden. En waar de Onderwijsraad in 2008 dus al constateerde dat er bittere noodzaak is voor afbakening van de verantwoordelijkheid van onderwijs en leerkrachten, is dit nu alleen nog maar urgenter geworden.
Scholen en leerkrachten hebben hun grenzen niet helder afgebakend, de verantwoordelijkheden van de school en de leerkrachten zijn niet concreet vertaald naar “dit doen we wel en dit doen we niet” en zijn zéker niet vertaald in heldere communicatie naar ouders, op school-, leerkracht- en kindniveau. Er is op elk terrein sprake van “grensoverschrijdend” gedrag.
Bij het realiseren van een rijk leef-, leer- en werkklimaat voor kinderen en volwassenen hebben overheid, samenleving, ouders, leerkrachten en kinderen een belangrijke rol. Veranderingen bij de overheid en in de samenleving gaan traag en we hebben er weinig invloed op. Maar meer bewustwording over wat je als school wel en niet kan realiseren en dit gebied samen met alle volwassenen in en om de school (medewerkers en ouders) verkennen en vertalen naar wederzijdse verwachtingen heeft nu prioriteit.
Adrie Groot is voorzitter van het College van bestuur van stichting Flore.
Reacties