'Goed luisteren draagt bij aan het goede leven. Waarom wordt het dan nauwelijks onderwezen?’
6 mei 2021
Wat heeft luisteren met wijsheid te maken? En wat is het belang ervan voor onderwijs? Pablo Muruzábal Lamberti - onder andere onderzoeker op de UvA - leverde een bijdrage aan het boek Thinking, Childhood, and Time. Hij schreef een prikkelend artikel en grijpt daarin onder meer terug op de oude Griekse filosoof Plutarchus. ‘Het gaat bij luisteren niet slechts om het opdoen van kennis. Het gaat om de vonk die het verlangen naar waarheid en wijsheid activeert. Goed luisteren draagt bij aan het goede leven.’
Filosoferen op scholen wordt meestal gedaan in de vorm van een dialoog. Het filosofische onderzoek ontvouwt zich dan aan de hand van een specifieke vraag of een dilemma dat vanuit meerdere kanten belicht kan worden. Uiteindelijk gaat het in zo’n dialoog niet noodzakelijk om hét antwoord op de kwestie, maar om het proces van gezamenlijk filosoferen. Zo leren deelnemers samenwerken, maken ze kennis met andere perspectieven op het leven, en kunnen ze deze spiegelen aan de eigen opvattingen en levenshouding.
Wat mij tijdens het begeleiden van filosofische gesprekken op scholen opvalt, is dat kinderen veel handvatten hebben om goed te kunnen spreken. Ze leren presenteren, argumenteren en articuleren, en maken (soms iets te) graag gebruik van hun vrijheid van meningsuiting. Maar voor dat andere, minstens zo belangrijke onderdeel van de dialoog, zijn ze vaak mager uitgerust. Luisteren is dan ook iets dat vaak niet of nauwelijks wordt onderwezen.
Ons onderwijs lijkt ervanuit te gaan dat luisteren vanzelf gaat en geen specifieke aandacht verdient. We hebben immers twee oren, en die registreren - of we nou willen of niet - alle waarneembare geluidsgolven. Maar dat is geen luisteren, dat is passief horen. Voor het actief luisteren is veel meer nodig dan alleen perceptie. We moeten bijvoorbeeld ook bereid zijn om te luisteren, en de juiste concentratie daarvoor opbrengen.
Ons onderwijs lijkt ervanuit te gaan dat luisteren vanzelf gaat en geen specifieke aandacht verdient
Volgens een van de eerste onderzoekers op het gebied van luisteren, Ralph Nichols, is de gemiddelde persoon onmiddellijk na het luisteren al de helft vergeten van wat de ander heeft gezegd. Actief luisteren is daarom iets dat moet worden getraind, juist nu luisteren in het gedrang komt door de invloed en populariteit van sociale media waar geen ruimte is voor luisteren, maar vooral zenden en echoën gebruikelijk is. Luisteren is niet alleen van belang om een dialoog te kunnen voeren, maar ook voor het opbouwen van relaties met anderen, en ten behoeve van onze persoonlijke, filosofische vorming gericht op wijsheid.
Een van de eerste filosofen die schreef over luisteren in relatie tot wijsheid was de Griekse biograaf en filosoof Plutarchus van Chaironeia (ca. 46-120 n. Chr.). Door te leren om met aandacht te luisteren naar betekenissen van woorden en intenties van sprekers, kan de luisteraar daarin elementen ontdekken die bij kunnen dragen aan de verbetering van het eigen leven. Plutarchus vergelijkt het luisteren naar een lezing daarom met een bezoek aan een barbier of kapper. Waarom zouden we na een knipbeurt wél voor de spiegel gaan staan om het resultaat te beoordelen, maar na een lezing niet nagaan of onze persoonlijkheid prettiger en beter is geworden?
Het gaat bij luisteren volgens Plutarchus niet slechts om het opdoen van kennis. Het gaat om de vonk die het verlangen naar waarheid en wijsheid activeert. 'Het is dus net als met iemand die bij de buren vuur gaat vragen om er, als hij daar een groot en prachtig vuur vindt, vervolgens te blijven plakken en er zich continu aan te warmen. Zo sleept iemand die naar een ander gaat om van een betoog te genieten en meent dan geen eigen lamp te moeten aansteken of een eigen idee te ontwikkelen - maar vol vreugde en gefascineerd blijft zitten luisteren - een bepaalde opinie uit de lezing mee als een gloedvolle straling, maar heeft de duisternis en schimmel binnen in zijn ziel niet weggebrand of met behulp van de filosofie.'
De luisteraar is in Plutarchus’ opvatting geen vat dat moet worden gevuld maar als hout dat door een vonk het verlangen naar waarheid aanwakkert, op weg naar wijsheid. Zoals filosoof Pieter Mostert eens liet zien, is degene die luistert én hout én vonk tegelijkertijd: de leerling wacht niet als een stuk hout dat door het onderwijs moet worden aangestoken. Ook warmt de leerling zich niet slechts aan het vuur, maar 'steekt het dit bij zichzelf aan' door zo dicht bij het vuur te gaan zitten, zodanig dat hij zelf vlam vat.
Filosofieonderwijs is er zo bezien niet om anderen in ‘brand te steken’ maar om anderen het vuur te helpen vinden, en de vonk te doen overslaan vanuit de overtuiging dat goed luisteren bijdraagt aan het goede leven.
Pablo Muruzábal Lamberti is docent, schrijver en filosoof. Hij verricht promotieonderzoek aan de UvA over de rol van luisteren als filosofische deugd en vaardigheid in dialogen binnen Westerse en Japanse onderwijscontexten. Deze zomer verschijnt zijn eerste boek over krijgersfilosofie in de westerse en Japanse oudheid bij Boom uitgevers.
Thinking, Childhood, and Time: Contemporary Perspectives on the Politics of Education is een boek met verschillende essays waarin nieuwe perspectieven op (filosofie)onderwijs centraal staan. Dat wil zeggen dat de gangbare insteek, waarbij meestal met chronologische en romantische concepties wordt gewerkt achterwege wordt gelaten en andere vertrekpunten worden gekozen. Denk daarbij aan de ervaringen van kinderen (fenomenologie) en literatuur. Pablo schreef het hoofdstuk Listening, phronein and the first principle of happiness.
Reacties