Friedrich Fröbel en de introductie van de kleuterschool: 'Een tuin voor kinderen waar ze kunnen groeien als kool'
5 januari 2018
In de 'Pedagogische Canon’ vindt u een serie portretten van onderwijswetenschappers en -denkers, uit heden en verleden. Hun werk is van betekenis voor een beter verstaan van goede onderwijspraktijk. Via kernbegrippen, definities en eerder gepubliceerd werk trachten we de essentie te vatten. In deze aflevering de Duitse opvoedkundige Friedrich Fröbel, oprichter van de kleuterschool en daarmee - begin negentiende eeuw - verantwoordelijk voor een radicale breuk met de visie op kinderen tot dan toe. 'Zijn aandacht voor jonge kinderen is wellicht belangrijker dan zijn ideeën zelf, want door zijn methodische aanpak is de huidige pedagogiek mede gevormd.'
Friedrich Wilhelm August Fröbel (1782-1852) is een Duits opvoedkundige en oprichter van de oudst bekende kleuterschool, in 1837 in Bad Blankenburg. Het was een instituut voor kinderen jonger dan zes jaar, die hij bezighield met allerhande zelfbedachte werkjes die hij leerzaam achtte. In 1840 hernoemde hij de school een Kindergarten, een tuin van kinderen voor kinderen, opdat de kleintjes maar mochten groeien als kool. Een plezierige leeromgeving, eigen activiteiten van kinderen en lichamelijke beweging waren de belangrijkste ontwikkelingselementen
Aandacht voor het kind
Het gedachtengoed van Fröbel betekent een radicale breuk met de visie op kinderen tot dan toe. In de Middeleeuwen worden kinderen als ‘volwassenen in zakformaat’ gezien, zoals goed te zien als ze op schilderijen worden afgebeeld. Vanaf de Verlichting, aan het eind van de 18e eeuw, komt er dankzij filosofen en pedagogen als Jean Jacques Rousseau (1712-1787) aandacht voor elke leeftijdsfase van een kind. Hoe tegenwoordig tegen kinderen en in het bijzonder tegen kleuters en kleuterscholen wordt aangekeken, is vooral te danken aan de Duitse opvoedkundige Fröbel. Zijn aandacht voor jonge kinderen is wellicht belangrijker dan zijn ideeën zelf, want door zijn methodische aanpak is de huidige pedagogiek mede gevormd.
Oprichting Kindergarten
Begin 19e eeuw pleit Fröbel voor het herzien van de opvoeding van jonge kinderen thuis. Hij richt rond 1840 een Kindergarten op. Dat is inderdaad letterlijk een tuin voor kinderen, ‘waar ze kunnen groeien als kool’ en die in zijn ogen ideaal is om ze spelenderwijs te trainen voor hun latere arbeid. Hij ontwikkelt hiervoor o.a. de speelgave (Spielgaben) als leidraad voor de opvoeding van kleuters. Zijn onderwijstheorieën zijn gestoeld op een geloof in goddelijke eenheid in de natuur, waarbij hij geestelijke training toepast als een fundamenteel principe. Door papier vouwen maken kleuters kennis met abstracte structuren. Driedimensionale lichamen als de bol, de kubus en de cilinder stimuleren in zijn ogen de ontwikkeling van het kind. Uit dit idee worden de eerste blokkendozen ontworpen.
Actueel in het huidige curriculum
De denkbeelden van Fröbel worden populair over de hele wereld. In Nederland worden de kleuterscholen (tot 1985) aangeduid met Fröbelscholen. Tegenwoordig heeft dit door Fröbel geïntroduceerd begrip Kindergarten de betekenis van kinderdagverblijf zonder een speciale educatieve functie. Wij kennen nog steeds het woord ‘fröbelen’ in de betekenis van vrijblijvend creatief bezig zijn. In Amerika maakt de Kindergarten tot de dag van vandaag deel uit van het reguliere curriculum van alle scholieren.
Het Fröbel College, tegenwoordig onderdeel van de Universiteit van Roehampton in Londen, is gesticht in 1892. Het is een didactisch onderzoekscentrum en biedt lerarenopleidingen. De filosofie is bij de oprichting radicaal te noemen: onderwijs moet een creatief, dynamisch en vooral leuk proces zijn, waarbij alle aspecten van de persoonlijkheid (sociaal, moreel, esthetisch, spiritueel en wetenschappelijk) worden ontwikkeld.
Geraadpleegde bronnen
- http://onderwijsmuseum.nl/collectiestuk/frobel-en-het-kleuteronderwijs
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Friedrich_Fr%C3%B6be
Meer lezen?
NB. NIVOZ heeft niet de illusie met deze canonbijdrage volledig en compleet te zijn. Het is geschreven om de aandacht en interesse te prikkelen bij leraren, schoolleiders en andere geïnteresseerden. Voor sommige zal het gaan om een eerste kennismaking; voor anderen aanleiding zijn om zich verder te verdiepen. We verwijzen daarvoor naar andere bronnen, zoals onder meer naar het boek Grote pedagogen in klein bestek (SWP), de website van Expoo en het erfgoed van de Nederlandse Gedragswetenschappen (ADNG).
Reacties
Rikie van Blijswijk
Beste Ina,
Je slaat de spijker op zijn kop met jouw reactie. Wij zijn het volledig met elkaar eens.
Fröbel is van grote betekenis geweest en daarom hoort hij ook thuis in de rijke bronnen van betekenis van het NIVOZ.
Dankjewel voor jouw reactie
Ina de Bruin.
Ja, dat woord ‘fröbelen’, wat vaak denigrerend gebruikt wordt, maakt me kwaad. Ook het ‘vrijblijvend creatief bezig zijn’ is absoluut niet de bedoeling van creatief bezig zijn. Fröbel heeft, zoals we weten, prachtig ontwikkelingsmateriaal ontworpen. Van drie dimensionaal ( de blokken) naar het platte vlak ( de mozaïek) tot het lijnenspel van uiteindelijk de smeedijzeren staafjes, cirkels en halve cirkels. Ook de rest van zijn materiaal is allemaal bedoeld om de ontwikkelings doelen zoals in het artikel beschreven te bereiken. Creatief bezig zijn is altijd vernieuwend, anders is het niet creatief. Dus tegengesteld aan vrijblijvend!