Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Franciens brief aan de beginnende leraar

8 september 2025

Bij de opening van het academisch jaar aan de Vrijeschool Pabo in Leiden hield Francien Kleemans een persoonlijk verhaal voor de startende deeltijdstudenten. Ze vertelde over de brief die ze aan zichzelf als beginnend leerkracht schreef, en de behoefte aan bemoediging en steun in die eerste jaren met de kinderen. Zoals Paul met dyscalculie, Jody het weglopertje of de boze Pepijn.

Onlangs was ik bij een bijzondere bijeenkomst bij het NIVOZ. Daar was ik uitgenodigd voor een boekpresentatie. Ik mocht komen als ik een startende leraar meenam. Ook werd me gevraagd deze leraar een brief te schrijven, die ik ter bemoediging voor ons vak zou overhandigen en voorlezen. Dat heb ik gedaan. De boekpresentatie betrof het boek van Philippe Meirieu, “Brief aan de beginnende leraar”.  Ik vroeg twee oud studenten om mee te gaan. We hadden een bijzondere middag en spraken over het vak, hun motief, knelpunten en plezier.

Dat deed me ook terugdenken aan 1983, het jaar waarin ikzelf begon met een vrijeschoolklas in Wageningen. Dertig kinderen. Ik was 24 jaar oud en daar ging ik. Ik sprong in het diepe. Afgelopen zomer dacht ik: "Wat had ík nu gewild dat mensen tegen mij gezegd hadden, wat had mij bemoedigd en gesteund"? Deze brief heb ik geschreven en wil ik aan jullie voorlezen, ter bemoediging van het vak, ter inspiratie voor jullie start van een prachtige keuze in jullie loopbaan.

-----------------------

Lieve Francien,

24 jaar oud en daar ga je beginnen, hartstikke leuk en stoer. Een klasje vol met verwachtingsvolle jongens en meisjes en al even zenuwachtige ouders. Een jaaropening met ruim 200 kinderen en 60 ouders achterin de zaal. Een opening, een jaarbeeld en aan de slag! Had je wel genoeg voorbereid, hoe zal je de eerste dag en eerste week vorm geven? Maar het ging, veel kinderen stapten in! Na een aantal weken kwam de moeder van Paul bij je langs: ” Francien, Paul vindt rekenen echt niet leuk.”
Je raakte meteen in paniek, wilde het zo goed doen. Jeetje, je deed toch zo je best met bewegend rekenen, buitenspelen, met kastanjes rekenen, veel doen? Wat deed je fout? Hoe vaak je je die vraag niet heb gesteld…. Je probeerde het nóg leuker te maken. Helaas was dat niet het antwoord. Paul stapte niet in. Je ging naar je gewaardeerde collega Trui, een collega die al 15 jaar voor de klas stond en heel wat ervaring had. Je vroeg haar te komen kijken. Wat heeft deze collega je gesteund en wat heb je daarna nog een blunders gemaakt.

Dropjes
En er was Remco, een vrolijk jongetje, enthousiast, beweeglijk, blije oogjes, supersnel. Hij kwam al kauwend op dropjes om half negen de klas binnen. Je vroeg hem ze uit te spugen, maar dat wilde Remco niet. Hij pakte nog meer dropjes en stopte zijn hele mond vol. Je wist het echt niet meer en zei: “Stik er dan maar in”. Oei, echt afschuwelijk. Maar liefst 25 jaar heb je je hier schuldig over gevoeld. Totdat je Remco jaren later weer tegenkwam, nog even beweeglijk en vrolijk als vroeger. Hij zei: “Juf, ik heb een toptijd gehad bij je. Je kon zo prachtig vertellen en zingen, ik heb genoten en voelde me gezien. Ik heb nu een autobedrijf en het gaat hartstikke goed in mijn leven.” Zijn herinneringen zijn verinnerlijkt en je intentie is hem bijgebleven.

Gezien worden in wie je bent is de essentie van dit vak. Dat is wat we later nog weten, wat we benoemen, en we weten ook nog zo goed waar dat fout is gegaan. Dat zijn sterkere herinneringen dan die rekensommen of taallessen. Je haalde het dropjesavontuur aan, maar Remco wist er niets meer van en was zo blij met zijn lagereschooltijd. Klachten van ouders, schaamte. Wat had het geholpen als iemand had gezegd: je mag fouten maken, dat is echt oké, en je kan het altijd weer verbeteren. Maar de eerste jaren liet je de mooie dagen in de klas en het genieten van de kinderen soms verpesten door één incident of één ding dat niet goed ging.

Falen kan faalkracht worden: je leert er allebei van en het hoort bij dit vak. Paul, de jongen die rekenen echt niet leuk vond, vertelde later op de reünie dat hij dyscalculie had, in die tijd nog een onbekend begrip. Van de tien opmerkingen die we zoal maken in een klas, schijnen we er zeven te geven in de sfeer van een terechtwijzing. We leven niet in een cultuur van bemoediging, en dat deed je ook niet naar jezelf. Het helpt dat in de loop van je leven wel te doen.

Wat was je blij dat je collega Trui er was en dat je haar vroeg om soms even langs te komen en iets terug te geven, te ondersteunen, te spiegelen, zodat je kon leren en je vragen met haar kon bespiegelen.

Weglopen
Het jongetje Jody liep altijd weg, van Wageningen naar Renkum, een heel eind. Wat een zegen om hierin samen op te kunnen trekken met zijn ouders. Ook zij konden zien wat een ingewikkeld jongetje ze hadden en ook zij waren soms wanhopig. Wat fijn om ouders als bondgenoot te hebben en niet tegenover elkaar te staan. Hoe doe je dat? Hoe ga je met elkaar om als een kind thuis heel anders is dan op school? Neem de tijd voor het herkennen van de vraag, we zijn zo vaak gericht op de oplossing, op resultaat, maar het is goed om eerst de vraag gemeenschappelijk maken. Het werken aan herkenning en erkenning helpt enorm. Vandaaruit kan je verbinden en oplossen en verder komen. Maar o, we voelen ons aangevallen, raken verlamd door onze eigen angst. Die had jij ook bij Jody. Zijn ouders hebben je enorm geholpen, doordat zij ook zochten naar hoe ze dit mannetje konden bereiken. Jullie konden samen vanuit het ouderperspectief kijken, gezamenlijk zoeken en jij mocht ook je leerkracht en kind in de klas perspectief inbrengen.

Zoek een metgezel die met je meekijkt, spiegelt, bemoedigt en die samen met jou zoekt naar zeven complimenten per dag!

Stelen
En dan was er nog Pepijn, een klein stevig, vierkant jongetje met stekeltjes. Óf hij deed vol overgave mee óf hij saboteerde de hele boel. Hij verzamelde alles uit de klas. Hij had de gummetjes die kwijt waren, potloden, puntenslijpers, hij was net een kraai. Als hij boos was, smeet hij met alles door de klas. Wanhopig was je: “Wat gebeurt er nu weer? Kan ik dat aan als we naar gym lopen, in de bus naar zwemles zitten, toneel opvoeren voor de ouders?” Pepijn ging zijn goddelijke gang en dan waren er nog 29 anderen. Ook hier vroeg je een collega te komen kijken. Je moest eerst zelf erkennen dat je het niet meer wist. Je was gegroeid in het toegeven van je falen en daardoor kon je jouw kwetsbaarheid laten zien. Jullie gingen samen studeren: wat had Steiner eigenlijk gezegd over kleptomanie? Dat was een heel nieuwe ingang! En er bleken allerlei aanwijzingen te staan in een voordracht. Je ging ze gewoon  maar proberen en deed dat dan met de hele klas. Iedereen deed mee, maar Pepijn gooide zijn tafel omver en riep: “Dit doe ik niet!” Pfff, weer mislukt. ‘s Middags sprak je hierover met je collega en ze zei: “Nee joh, juist niet, precies de goede snaar dus. Morgen weer, volhouden!” En zo ging je voort op je weg en leerde je de moeite erkennen, nieuwsgierig te zijn en iedere dag weer opnieuw te beginnen. Dat leren kinderen je, dat vinden ze fijn. Open en nieuwsgierig en met moed op weg.

Faalkracht, gezien worden, bemoedigen, herkennen en erkennen en kwetsbaar durven zijn.

Orion
In de heldere winternacht staat Orion aan de hemel, maar ook in de zomer zag je het!  Een beeld van een krachtig man met speer en een gordel van drie stralende sterren. Tevens een mens met een kwetsbare kant. Daarin wordt hij ook geraakt en met een knieval stort hij op de aarde. Hij wordt zo bewonderd dat hij op die wijze aan de hemel wordt geplaatst, als beeld waarin kracht en kwetsbaarheid verweven zijn.

Daar zit ook een sleutel tot pedagogiek. Verbonden met het kind, verbonden met jezelf, de ouder en de wereld. Open en nieuwsgierig. Krachtig in je vak en ook open voor wat zich in de binnenkant van je ziel afspeelt.

Drie sterren die verschijnen, de ster van vertrouwen, verbinding en vrijheid. Sterren die de basis van de gordel vormen. Sterren waarin kinderen kunnen groeien en iedere leraar ook. “Opvoeden is zelfopvoeding,” zei Steiner. Dat geeft zo’n voldoening, om te kunnen en mogen leren.

Ik wens jullie succes op je pad, dat jullie van betekenis mogen zijn voor de kinderen en de ouders en zelf te blijven leren en ontwikkelen.

Een mooi en inspirerend studiejaar gewenst!

Francien

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief