‘Er is geen vergadering. Deze truc gebruiken ze altijd als een oudergesprek te lang duurt.’
2 april 2015
Hans en Hassan, twee jongens in dezelfde klas. Hans is een speelse dromer, terwijl Hassan serieuzere ambities koestert. Ze begrijpen elkaar amper en hebben regelmatig bonje. En hoewel het leerkracht Michel Linthorst altijd wel lukt om de jongens vrede te laten sluiten, ziet hij dat het niet optimaal gaat met Hassan. Ondanks zijn goede prestaties. Ondanks de beste bedoelingen van de school. Hassans vader komt verhaal halen. Een gesprek dat pijn doet, wederzijds begrip oplevert en hen bij een rigoureuze oplossing brengt: ‘Twee donkere ogen kijken me indringend aan. “U heeft alle touwtjes in handen!”, zegt Hassans pa, “u moet er wat aan doen.”’Het is muisstil in groep 5.
De rekenles zit er bijna op.
De leerlingen zijn uiterst geconcentreerd aan het werk.
Dan sla ik met mijn platte hand op het bureau.
De leerlingen schrikken zich een ongeluk.
'Ja, hier baal ik dus van!’, zeg ik. ‘Jullie kunnen vanavond lekker naar Het klokhuis kijken.En ik maar sommen nakijken!’
‘Het is niet eerlijk,’ pruil ik, ‘jullie werken veel te hard! Stop onmiddellijk met dat belachelijke gedrag en kom mee naar de piano.’
De hele klas lacht. Behalve Hassan. Hassan gaat liever verder met de tafels.Zingen vindt hij stom, zelfs de Arabische liedjes, die ik speciaal voor hem, in mijn repertoire heb opgenomen. Hij vertelt liever over zijn geloof en over zijn droom om hersenchirurg te worden.
'Koeloe li Janes, medi tari foena', zingt Hans in fonetisch-Arabisch.
Hans is de dromer van het stel.
In de pauze hebben ze weer eens ruzie.
De speelse Hans snapt niets van de serieuze Hassan.
En andersom.
‘Los het zelf maar op met behulp van de 4 G’s,’ zeg ik.*
‘Jullie hebben ruzie, ik niet.’
Natuurlijk help ik Hans en Hassan.
Ze zitten tegenover elkaar.
'Hassan, wat deed Hans?
Wat vond je er niet leuk aan?’
'Hans, jij luistert eerst. Straks ben jij aan de beurt.’
Als ze allebei hun verhaal hebben gedaan, zeg ik: ‘kijk elkaar even goed in de ogen.’ Ongemakkelijk schuifelen ze op hun stoel. Na twintig seconden begint Hassan te lachen. Meteen daarna volgt Hans.De klas lacht opgelucht mee.
Twee dagen later heb ik een gesprek met Hassans vader. Het is niet de eerste keer dit jaar. 'Is het weer zover?', vraagt mijn collega zuchtend.
'Hassan lijkt niet gelukkig op school’, begin ik voorzichtig.
Zijn donkere ogen kijken me indringend aan. De vader van Hassan is ingenieur en zijn vocabulaire overstijgt het mijne ruimschoots. Ik voel me naast hem, strak in het pak, enigszins underdressed met mijn spijkerbroek en overhemd. 'Waarom krijgt Hassan geen huiswerk?’, vraagt hij zacht.
Ik hakkel wat over spelenderwijs leren, en dat mijn leerlingen met deze aanpak bovengemiddelde cito-scores halen en dat ze het heel leuk vinden. ‘Maar voor Hassan lijkt deze vlieger niet op te gaan,’ geef ik schoorvoetend toe.
'U heeft alle touwtjes in handen!’ zegt hij enigszins aanvallend. ‘U moet er wat aan doen.’
'Er is er maar één die de touwtjes echt in handen heeft,' zeg ik nonchalant. 'Dat ben ik niet, en u ook niet.’ Hij snapt mijn verwijzing naar een hogere macht. Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht. ‘Zullen we kijken of we samen een oplossing kunnen vinden?’ stel ik voor.
Het gesprek dat nu al anderhalf duurt is uitermate enerverend. We proberen elkaar echt te begrijpen en praten over onderwijs, het leven en het geloof. Voor mijn lokaal lopen collega’s nerveus heen en weer. Even later zwaait de deur open. 'Michel, de vergadering begint!’, zegt Marjan net iets te samenzweerderig.
Zodra de deur dicht is zeg ik tegen de vader van Hassan: ‘Er is geen vergadering. Deze truc gebruiken ze altijd als een oudergesprek te lang duurt. Swee, swee.’ (‘rustig aan’ in het Arabisch). Hij barst in lachen uit. Kennelijk waardeert hij mijn eerlijkheid.Of is het mijn gebrekkige Arabisch?
Na twee uur praten zijn we het eens. Deze aanpak past niet bij Hassan, wat we ook gedaan hebben, de laatste jaren. De directeur komt binnen. 'Michel, de vergadering is al begonnen.' ‘Ik kom,’ zeg ik en geef de vader van Hassan een knipoog. Hij geeft me een stevige hand terug.
Als de volgende dag de school uitgaat staat Hassans pa met een grote bos bloemen in de deuropening. 'Ik heb een andere school gevonden voor Hassan,' zegt hij terwijl hij de bloemen overhandigt. Lees verder…
Michel Linthorst
Naschrift:
Ten tijde van dit voorval was Michel leerkracht in groep 5. De gebruikte namen zijn pseudoniemen. Op de vraag van de redactie hoe hij het als leerkracht ervoer dat hij niet genoeg voor Hassan, een serieuze en leergierige jongen, kon betekenen, schrijft Michel:
‘Het voelde voor zowel de vader als voor mij als een nederlaag dat het ons niet lukte om aan te sluiten bij wat hij nodig had. De school had een te uitgesproken profiel dat niet zomaar aangepast kon worden. Tegelijk zijn Hassans vader, de school en ik niet de belangrijkste spelers in dit verhaal. Het ging erom dat de leerling onderwijs kreeg dat goed bij hem paste.
Dat vader en ik ondanks onze verschillen en de lastige situatie elkaar vonden, was voor beiden zeer waardevol en de beste oplossing (of de minst slechte) voor de leerling. Wat me met name bijbleef was hoe we de sfeer van enigszins aanvallend konden ombuigen naar constructief, oplossingsgericht en bovendien respectvol.’
* de 4 G’s kun je o.a. gebruiken om je grenzen aan te geven.
Voorbeeld
Gedrag Jan, jij liep net tegen mij aan”
Gevolg Nu heb ik pijn in schouder”
Gevoel Dat vind ik niet leuk” of “ik ben boos”
Gewenst Wil je de volgende keer beter uitkijken
Uitleg
Gedrag Begin met het zeggen van de naam. Vertel welk gedrag je ziet.
Gevolg Vertel wat het gevolg is.
Gevoel Vertel welk gevoel je erbij hebt. (deze kun je soms overslaan)
Gewenst Vertel wat je wilt van de ander. Probeer het zo duidelijk mogelijk te zeggen.
Reacties