Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Eigen reflecties op de eerste NIVOZ-onderwijsavond: 'Richten op de persoon die je als mens bent.'

20 oktober 2021

Baltus van Laatum - mentor/docent natuurkunde en wiskunde op het VierTaal College in Amsterdam - luisterde en keek online naar de eerste NIVOZ-onderwijsavond met Luc Stevens en Aziza Mayo op 15 september jl. Zij spraken vanuit het jaarthema: I am not a robot. Over de humanisering van ons onderwijs. En Baltus maakte – op uitnodiging – wat aantekeningen over in welke mate hij door de lezing is aangesproken. In zijn voelen, zijn denken, maar ook in het doen, in zijn pedagogische handelen. Welke beweging ontstaat er?

  • Hoe kijken we naar onszelf en onze kinderen?
  • De vraag naar een ander mensbeeld begint volgens Luc met de vraag hoe je zou wensen dat er naar jou gekeken werd.
  • Niemand wil afgewezen worden dus ‘geen afwijzing, voor iedereen een kans’.
  • Een belangrijk inzicht uit de kwantumfysica is dat dingen niet ‘zijn’, maar ‘gebeuren’,
  • In een wereld waarin er geen objecten meer zijn en alleen relatie, kan de vraag naar wat is, niet meer gesteld worden. In een dergelijke wereld kunnen we alleen maar de vraag stellen “Wat gebeurt er?”. De werkelijkheid is voor de moderne natuurkunde geen realiteit, maar een potentialiteit.’
  • Oftewel de potentie van de leerling en de leraar,
  • Omdat de complexe levende werkelijkheid niet voorspelbaar is, is deze ook niet meetbaar,  classificeer baar of maakbaar. ‘Voor wie naar zekerheid zoekt, is het onderwijs geen goede uitdaging’.
  • Een kenmerk van elk levend organisme is de instabiliteit. Instabiliteit betekent beïnvloedbaarheid
  • De leerlingen zijn niet maakbaar, maar ik kan ze wel beïnvloeden.
  • De interactie, samenwerking en het proces staan voor Luc altijd op de voorgrond, niet het product. ‘Als het proces in orde is, komt het resultaat vanzelf.’
  • ‘Je wil jezelf kennen als iemand die iets kan, dat zelf kan en autonoom is, maar nooit alleen.’
  • “ik weet van jouw kwetsbaarheid, dus ik ondersteun jou, maar laat je jouw brein zelf goed ontwikkelen”.

Ik heb een aantal regels uit de lezing van Luc Stevens gehaald. Het mensbeeld wat hij schetst inspireert. Het geeft richting en biedt vertrouwen op het pad dat ik sinds het traject Pedagogische tact (in 2013) ben ingeslagen. Op een aantal uitspraken ga ik wat dieper in, waarbij ik ook mijn eigen handelen in relatie met de leerlingen uit mijn mentorklas en het werken op de school erbij leg.

  • De vraag naar een ander mensbeeld begint volgens Luc met de vraag hoe je zou wensen dat er naar jou gekeken werd.
  • Niemand wil afgewezen worden dus ‘geen afwijzing, voor iedereen een kans’.

Deze vraag zie ik als een oproep (aan docenten) om zich vooral ook te richten op hun eigen ontwikkeling op wie zij zijn als mens.

Wat heeft je gevormd in jouw jeugd en leven?
Welke waarden en normen heb jij meegekregen?
Waarom denk en voel en handel je zoals je doet? 

Het zijn vragen die als aanzet dienen om het proces van bewustwording aan te gaan. Je kunt daarin met name de eigen afwijzing tegenkomen, om vervolgens te ontdekken op welke manier die van invloed is op jouw voelen, op het handelen en je gedrag. Het is een proces dat bij mij in het traject Pedagogische tact geactiveerd werd.

  • In een wereld waarin er geen objecten meer zijn en alleen relatie, kan de vraag naar wat is, niet meer gesteld worden. In een dergelijke wereld kunnen we alleen maar de vraag stellen: wat gebeurt er? De werkelijkheid is voor de moderne natuurkunde geen realiteit, maar een potentialiteit.’ 

Deze zin van Luc geeft me vleugels. Het creëert veel ruimte. Het betekent voor mij het volgende: wanneer je als docent het denken, oordelen en voelen loslaat, blijft de relatie tussen jou en de leerling. Je bent dan in staat het potentieel van de leerling tot wasdom te brengen. Door er alleen maar te zijn en het juiste, op het juiste moment te gaan doen, zonder van te voren te weten of dat het goede is. Daar moet je vertrouwen op ontwikkelen.

Een tweetal voorbeelden uit mijn derde klas vmbo:

Anouar is vijftien jaar. Zijn vader is in 2015 overleden. Anouar, zijn moeder en twee oudere zussen hebben daar veel verdriet om. De zussen bemoederen Anouar nu waardoor zijn ontwikkeling naar zelfstandigheid wat langzamer gaat. Anouar heeft wel eens laten ontvallen dat hij tijdens de les honger had, Ik vroeg of hij brood bij zich had. Dat vergeet hij geregeld en/of daar heeft hij geen tijd voor om klaar te maken in de ochtend. Daarom is hij in de middag moe, hongerig en leert hij minder. 

Ik heb hem nu gevraagd om zijn brood in de avond klaar te maken voor de volgende dag.
Wanneer stop ik met coachen en ga ik met zijn zussen en moeder (spreekt weinig Nederlands) in gesprek om voor lunch te zorgen? Ik stel dat uit, omdat ik vooral Anouar zelf wil leren die stap tot verantwoording nemen te maken.  Het dillema  dat hier speelt: Wanneer neem ik het over en spreek ik moeder en zus erop aan? Nu ik het opschrijf ook een vraag die ik aan Anouar zelf kan voorleggen.

Berkay gaf al bij de eerste les aan dat hij van school wilde en dat hij economie wil op tl-niveau en geen praktische vakken op kader-niveau. Hij spijbelt wel eens en komt vaak te laat. Buiten school handelt hij al in merkkleding die hij uit Turkije laat komen. Zijn droom is om ondernemer te worden, Ik heb met hem en zijn ouders gesproken over zijn motivatieproblemen en dat hij hier op school veel mogelijkheden heeft omdat de klassen klein zijn en de leerlingen veel aandacht krijgen van een team van ondersteuners.
Vader werd boos op Berkay en zei dat Berkay gewoon mee moet gaan doen met de lessen en zich over zijn motivatieprobleem heen moest zetten. 

Berkay heb ik al eens aangemoedigd naar mijn lessen op het eerste en tweede uur te komen wanneer hij vrij is. Hij kan dan in mijn les wiskunde maken en zijn achterstanden inlopen. Afgelopen vrijdag zei hij uit zichzelf dat hij naar mijn lessen op maandag zou komen om extra aan wiskunde te werken. Hij vroeg me om hem daarbij te helpen. Op mijn vraag hoe ik hem daarbij kon helpen zei Berkay dat ik dan zijn vader kon bellen om hem uit bed te halen. 

Het valt me op dat hij mij vraagt zijn vader te bellen en het niet zelf direct aan zijn vader vraagt. Ik beloof dat te doen. Er lijkt iets te ontstaan tussen Berkay en mij. Hij lijkt me meer te vertrouwen en in te zien dat ik er ben om hem verder te brengen.

Op de vraag 'waar ontstaat er nu beweging? wil ik nog even apart ingaan. Het gaat hier vooral om loslaten. Loslaten van gedachten over wat moet en wanneer gedaan moet worden. Ingenomen denkbeelden over wat ik denk dat moet gebeuren en we en (ik) zouden moeten doen.  Vooral het woordje ‘moeten’ zorgt voor spanning.

En zo is er nog de vraag waar sta ik in dit pedagogische ontwikkeling t.o.v. mijn collega's? Waar zijn zij en waar gaat dat schuren? Waar verschillen onze visie op onderwijs en ideeën over onze omgang met de leerlingen? De vervolgvraag is dan weer hoe ik omga met die spanning, die uit die verschillen ontstaat?  Een belangrijk aspect voor mij is opnieuw loslaten, vertrouwen en me alleen maar richten op de relatie. Ook met collega's.

Een belangrijke spreuk die me daarbij helpt is ‘The only way out is the way in’ van Thich Nhat Hanh.

Baltus van Laatum is mentor-docent natuurkunde en wiskunde op het VierTaal College in Amsterdam.

 

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief