‘Deze tijd schreeuwt om ouders, opvoeders en docenten die steeds weer voorleven en vertellen dat elk kind van waarde is en erbij hoort’
24 februari 2022
‘Vergeet alles wat ik je in het Frans geleerd heb, maar vergeet nooit om lief te hebben.’ De docent Frans van prof. dr. Gerdien Bertram-Troost gaf haar na haar eindexamen deze belangrijke boodschap mee. Want waar gaat het in onderwijs ten diepste om? Niet om wat we kinderen meegeven aan kennis en vaardigheden, maar om wat ze zelf gaan doen met alles wat ze in onderwijs meegekregen hebben. Hoe kinderen als mens in de wereld verschijnen en hoe ze zich als mens tot die wereld verhouden, ofwel menswording, is een kernbegrip in de pedagogiek. Menswording vindt plaats IN de wereld, met anderen, en is geen individualistische aangelegenheid. Daar horen dus ook reflecties bij op onze samenleving, die onlangs getypeerd werd als een laag-vertrouwensamenleving. En daarover ging de oratie van Gerdien Bertram – Troost afgelopen vrijdag: ‘Menswording in een laag-vertrouwensamenleving: kansen en uitdagingen voor onderwijs.’ Nivoz-redacteur Joyce van den Bogaard keek en schreef mee
Mede onder invloed van individualisering, secularisering en globalisering is de culturele en levensbeschouwelijke diversiteit in Nederland sterk toegenomen. Deze toenemende diversiteit is niet gelijk opgegaan met het leren kennen van de ander. Er spelen grote samenlevingsvraagstukken: afnemende cohesie, toenemende polarisering. Het vertrouwen in de medemens en in de overheid is laag.
De huidige samenleving stelt het onderwijs dat menswording als ultiem doel heeft voor grote uitdagingen, maar volgens Bertram-Troost ook voor kansen. In haar oratie richt ze zich op de kansen en uitdagingen voor onderwijs in een samenleving waarin het vertrouwen laag is. Met de keuze voor deze invalshoek wil ze niet zeggen dat gebrek aan vertrouwen dé oorzaak van de problemen in hedendaags onderwijs is, maar wel dat het zonder vertrouwen niet gaat in het onderwijs.
Controle en toezicht
Er worden aardig wat problemen op het bordje van het onderwijs gegooid, met een sterke nadruk op controle en toezicht, wat zijn weerslag heeft op onderwijsbeleid. Het onderwijs is in de ban van beheersing en wordt op dit moment overvraagd: bij problemen in de samenleving moeten de oplossingen uit het onderwijs komen. Ook in economisch opzicht wordt het onderwijs overvraagd, omdat het gezien wordt als verdienmodel, ingericht om het verdienvermogen van Nederland te versterken. Kinderen staan ten dienste van de “BV Nederland’.
Het onderwijs hecht veel waarde aan evidence-based interventies en het geloof in effectief onderwijs is misschien wel te groot.
Deze opvatting van maakbaarheid zit diep verankerd in ons denken, in onze samenleving en zeker ook in de politiek. Het neoliberale denken is in zichzelf een gedaante van maakbaarheid, die tot diep in de onderwijsvezels is doorgedrongen. Het onderwijs hecht veel waarde aan evidence-based interventies en het geloof in effectief onderwijs is misschien wel te groot. Of zoals Philippe Meirieu zegt in zijn boek Frankenstein en de Pedagogiek: “Er is een groot verschil tussen een object dat gefabriceerd wordt en een persoon die zich vormt.” De mens is geen ding, geen object, maar een subject met een eigen wil. Daarom is opvoeden geen zaak van causaliteit: er is geen stappenplan of receptenboek waardoor er een geslaagd eindproduct zal zijn. Dat maakt onderwijs een onzeker maar mooi proces, waar veel ruimte en vertrouwen bij nodig is. Niet toevallig is dat ook het jaarthema voor de Nivoz onderwijsavonden: I Am Not A Robot. Leraren en leerlingen zijn geen robots en onderwijs geen voorspelbaar proces, maar mensenwerk, waarin de interactie tussen leerling en leraar centraal staat.
De oratie gaat verder met het besef dat menswording ten diepste niet maakbaar is, terwijl er rondom het leren samenleven een sterke focus op maakbaarheid ligt. Dan volgt er een reflectie op burgerschapsonderwijs, die laat zien dat de focus op maakbaarheidsdenken ten koste gaat van menswording.
Burgerschapsonderwijs
Neutraal burgerschap bestaat niet: elke visie op wat een goed burger is en wat dat betekent, wordt ingekleurd door een mens- en wereldbeeld. Recent burgerschapsbeleid wordt ingegeven door neoliberalisme. Door achterliggende beleidsmotieven wordt burgerschapsvorming veelal instrumenteel ingevuld en krijgt het het karakter van socialisatie, minder van vorming. Burgerschap is veranderd van “the right to be different” naar “the duty to be similar”. Leerlingen helpen om zelf een onderbouwde mening te vormen en een geweten te ontwikkelen (ofwel menswording), wordt hierdoor ondermijnd. De nadruk die nu op socialisatie ligt, is problematisch.
Een van de uitgangspunten van de democratische rechtstaat is dat er fundamentele verschillen in opvattingen, overtuigingen en leefwijzen kunnen en mogen bestaan. Minderheden hoeven zich niet te schikken naar de meerderheid. Waarden en vrijheden kunnen botsen. Scholen hebben de vrijheid om burgerschapsonderwijs in te vullen vanuit hun eigen identiteit, binnen de grenzen van de democratische rechtstaat. Deze vrijheid van onderwijs biedt de mogelijkheid om een tegengeluid te laten horen tegen het neoliberalisme en het dominante marktdenken.
Vertrouwen
Een belangrijk citaat uit de oratie: “De druk in het onderwijs is groot, er zijn hoge verwachtingen en de docent moet het in de klas allemaal maar waarmaken en ook nog eens verantwoorden. Ook de vrouw of man voor de klas ervaart stress en leidt onder prestatiedruk. In een context waarin schoolplannen, jaarplannen en prestatieafspraken een belangrijke rol spelen, er steeds meer vanuit protocollen gewerkt wordt en de focus op wetenschappelijke en meetbare kennis (‘evidence based’) groot is, is het reële gevaar dat de zo waardevolle praktische wijsheid en ervaringskennis van docenten verwaarloosd of zelfs genegeerd worden. Als gevolg daarvan kunnen docenten hun vertrouwen in hun eigen professionaliteit makkelijk verliezen. Terwijl dit vertrouwen juist essentieel is om goed te kunnen handelen in de onverwachte situaties die zich in onderwijs nu eenmaal continu voordoen, alle protocollen en plannen ten spijt. Vertrouwen is nodig om docent de ruimte te geven vanuit de eigen normatieve professionaliteit, die mede ingekleurd wordt door het eigen mens- en wereldbeeld, in de klas te kunnen doen wat met het oog op vorming van leerlingen nodig is. Juist daarom is het van groot belang dat er voldoende oog is en blijft voor de persoon van de (aanstaand) docent en zijn/haar eigen vorming. En om deze ruimte te kunnen realiseren is vrijheid van onderwijs van groot belang.”
Onderwijs is in zichzelf een daad van vertrouwen dat het zin heeft om met kinderen op te trekken, hen met de wereld kennis te laten maken en daarin van betekenis te zijn.
Wat speelt in de samenleving is merkbaar in de klas, de impact van een laag-vertrouwensamenleving werkt door tot in de klas: onderwijs is in zichzelf een daad van vertrouwen dat het zin heeft om met kinderen op te trekken, hen met de wereld kennis te laten maken en daarin van betekenis te zijn. Onderwijzen ís vertrouwen. In kinderen, in hun vormingsproces, in opvoeders en onderwijzers. Zonder vertrouwen gaat het niet, lukt leven niet. Daarom is het van belang vertrouwen in het leven te houden en verder aan te wakkeren. Maar vertrouwen is niet maakbaar. Wat wel kan is onszelf en elkaar inspireren met verhalen van hoop en vertrouwen, die mensen doen opleven en perspectief bieden, ruimte maken voor (mede)menselijkheid, verhalen die een tegengeluid laten horen en en ander perspectief bieden op menszijn en samenleven. Zij zijn, bijvoorbeeld, te vinden in levensbeschouwelijke tradities, die een bron van zin en inspiratie kunnen zijn.
School als huis dat je samen bouwt
Elk mens mag als uniek schepsel gezien worden. Elk kind is van waarde en brengt op unieke waarde iets nieuws de wereld in. Elk kind telt. Dat je pas meetelt als je iets gepresteerd hebt, kan al vroeg onder de huid kruipen. Deze tijd schreeuwt om ouders, opvoeders en docenten die steeds weer voorleven en vertellen dat elk kind van waarde is en erbij hoort. Vanuit deze overtuiging is de school een plek waar leerlingen met vertrouwen tegemoet worden getreden. Ook docenten krijgen vertrouwen en waardering. Laten we samen met elkaar, leerlingen en ouders, bouwen aan een samenleving waarin ruimte is voor iedereen, met liefde en hoop als fundament, ruimte maken voor toenemende diversiteit onder leerlingen en personeel, voor persoonlijke vragen en behoeften van alle betrokkenen.
Download hier de volledige tekst (pdf)
Reacties
Ype Akkerman
Mensen worden niet geboren maar gevormd aldus Erasmus. Daarom ben ik het zeer eens met deze oratie behalve doen dat zij dit uitsluitend toepast op het onderwijs. Daarmee gaat ze voorbij aan de primaire verantwoordelijkheid van de ouders voor die vorming. En aan het enorme pedagogische potentieel van de vormende vrijetijdsbesteding. Die laatste draagt meer bij aan doe vorming dan het onderwijs dat zwaar in de klem zet vanwege de prestatiedruk en de maatschappelijke verwachtingen die deze sector over zich afroept.
Zie https://www.nji.nl/vrije-tijd/vrije-tijd-en-de-ontwikkeling
Ype Akkerman
Ik ben het zeer eens met deze oratie. waarbij ik graag Erasmus aanhaal die stelt dat 'mensen niet worden geboren maar gevormd'. Die menswording is dus goeddeels te danken aan de positieve van de mensen onder wie de jeugd opgroeit.
Wel zou ik het rijtje van 'relevante anderen' uitbreiden met iedereen die zich overigens inzet voor deze vorming. Zoals in de geboortezorg, de kinderopvang, de vormende vrijetijdsbesteding (sport, cultuur, natuur, kind- en jeugdwelzijn), sociaal werk, jeugdhulpverlening, wijkpolitie en in de ca. 200.000 leerbedrijven die Nederland telt. Ze doen er allemaal toe in een 'village to raise a child'.