De zuurpruim, de moeder en het kind: Wie is hier 'niet goed'?
27 november 2014
'Die is niet goed!' Alles wat anders is dan het gemiddelde, afwijkt of opvalt, roept reacties op. Reacties uit onwetendheid, uit frustratie, uit medelijden en een enkele uit pure stommiteit. Martine Sitters twee-jarige dochter heeft het syndroom van Down. Tot nu toe reageert de omgeving daar goed of neutraal op. Tot ze een norse, oudere dame tegenkomen in de tram. Martine schrikt van de reactie van de vrouw, voelt boosheid en ongeloof opborrelen, maar telt tot tien: 'Moet ik het haar kwalijk nemen dat ze niet met haar tijd is meegegaan en nog steeds die verouderde woorden gebruikt? Misschien wordt het mij over veertig jaar wel kwalijk genomen als ik dan over een "downie" praat.'--> Dit verhaal verwijst naar het eerste Magazine van hetkind: 'Passend Onderwijs. Niemand buitengesloten' dat op 10 november is verschenen. Het Magazine van hetkind telt 64 pagina’s vol exclusieve verhalen, bedoeld om het gesprek te voeren en te voeden over goed onderwijs. Het kleurrijk en fraai vormgegeven blad is los verkrijgbaar en gratis af te halen bij Onderwijsavonden in Driebergen. Wilt u 5 of meer exemplaren, als geschenk aan uw onderwijsteam of een aantal collega’s, dan kunt u ze hier bestellen.
Haar norse, boze gezicht valt me al op wanneer ze de tram in komt. Ze parkeert haar rollator achterin de tram en sjouwt mopperend door het gangpad een paar stoelen verder naar voren. De dame die haar begeleidt (dochter? vriendin? vrijwilliger? slachtoffer van ontvoering?) praat op zachte, sussende toon tegen haar. Ik let verder niet op de dames. Terra zit keihard te 'zingen' (lees: heel hard met haar ogen dicht 'waaaaaaaaaaaaaaaaaaaa' te roepen) iedere keer als de tram na een halte weer gaat rijden. De mopper-senior vindt het gezang van Terra niet mooi, geloof ik. Ze draait zich af en toe demonstratief om en kijkt misprijzend onze kant op.
De oudere vrouw en haar metgezel stappen bij dezelfde halte uit als wij. Ik loop een paar meter achter ze en ga wat sneller lopen om ze vervolgens in te halen. Op het moment dat ik voorbij loop, zegt de vrouw: 'Die is niet goed', onderwijl naar Terra wijzend.
Op dat moment komt al mijn binnen gehouden frustratie en boosheid over van alles en nog wat naar boven geborreld als een uitbarstende vulkaan. Ik ga recht voor de vrouw staan en kijk haar strak in de ogen. 'Wie is hier niet goed?!' roep ik hard in haar gezicht. Ze kijkt me met een arrogante blik in haar ogen aan en zegt: 'Dat jong van jou, dat is niet goed, dat zie je toch! Die had niet geboren hoeven worden, zo'n mongolenjong!' Het wordt donkergrijs voor mijn ogen. Als in een film zie ik mezelf een ruk geven aan de rollator van de vrouw. Dat verwacht ze niet. Ze wankelt even en valt dan op haar achterwerk op de stoep. Als in een wervelstorm zwaai ik de rollator de straat op, recht onder een zojuist voorbij rijdende tram. 'Zo', brul ik buiten zinnen 'DIE is ook niet goed meer!' Ik laat de vrouwen verbijsterd achter en loop door naar de bushalte waar we wachten op onze bus.
Ik knipper even met mijn ogen om weer bij zinnen te komen. De vrouwen lopen me bij de bushalte weer voorbij. Als ze ruim anderhalve meter verder zijn durf ik zachtjes 'Wie is hier nou niet goed, je bent zelf niet goed...' te zeggen. De vrouw heeft het gelukkig niet echt zo bont gemaakt als hierboven beschreven. Ze zei slechts: 'Die is niet goed.' Daarmee wel degelijk doelend op Terra.
Natuurlijk ben ik de confrontatie met de zuurpruim niet aangegaan. Keurig opgevoed als ik ben (waarvoor dank, lieve ouders) reageer ik niet als een ongeleid projectiel, door een onbekende eens flink van repliek te dienen. Ik vraag me eerst af of ik het goed heb gehoord. Ben vervolgens te overrompeld om direct te reageren. En zal al helemaal nooit gaan gooien met een rollator (tenzij in wedstrijdverband). Ik denk na, ik denk nog eens na en denk daarna nog uren verder na. Dat is mijn strategie. Meestal ontstaan er in mijn brein dan wel de meest waanzinnige reacties, slimme opmerkingen of uit de hand gelopen gevechten. Maar zelden grijp ik ook echt mijn kans om zo bijdehand uit de hoek te komen.
De opmerking die de vrouw maakte heb ik goed gehoord. Het is de eerste minder positieve reactie die ik in bijna twee jaar over Terra heb gehoord. Maar ja, hoe erg is het nou werkelijk? Wat bedoelt de vrouw precies en waarom zegt ze het? Vijftig jaar geleden werden kinderen met Down simpelweg aangeduid als "mongool", "achterlijk" of "niet goed". Moet ik het haar kwalijk nemen dat ze niet met haar tijd is meegegaan en nog steeds die verouderde woorden gebruikt? Misschien wordt het mij over veertig jaar wel kwalijk genomen als ik dan over een 'downie' praat. Als ik haar had gevraagd wat ze bedoelde, had ik haar woorden misschien in een context kunnen plaatsen. Haar kunnen uitleggen dat haar woordkeus niet meer van deze tijd is en beledigend kan overkomen. Of na het gesprek kunnen concluderen dat het toch echt een stomme zure koe is.
Alles wat anders is dan het gemiddelde, afwijkt of opvalt, roept reacties op. Sommige reacties komen voort uit onwetendheid, sommige uit frustratie, andere uit medelijden en een enkele uit pure stommiteit. Helaas weet ik van andere ouders dat er nog regelmatig domme en beledigende opmerkingen worden gemaakt. Sommige opmerkingen vragen om een reactie, zeker wanneer ze ronduit kwetsend zijn. Maar als je je voortdurend bezighoudt met de (eventuele) negativiteit achter een opmerking, word je naar mijn idee net zo'n zure senior als de vrouw die ik in de tram tegenkom.
Lees verder.
Martine Sitter is moeder van drie dochters, waarvan de jongste, Terra, het syndroom van Down heeft. Martine blogt over Terra op haar website.
Reacties