Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'De energizer ben ik zelf: het enige gereedschap dat ik heb. Dat ik mijn eigen gereedschap ben, maakt me raakbaar.'

7 april 2017

'Dit is niet voor de snelle internetlezer', licht Rob H. Bekker zijn meest recente stuk toe. 'En de tijd springt ook nog eens onnavolgbaar van verleden naar heden.' Maar wie met aandacht en intonatie leest, zal merken: het loont om op een on-digitale wijze dit digitale stuk te lezen. Een kleuter leert wat een meter is, door in een buis van een meter lengte te kruipen. Hoever terug kan ik met mijn adolescenten gaan? Waar vind ik een buis van twee meter?




Christa Anbeek

In aanloop naar de Onderwijsavond van 19 april met theologe Christa Anbeek, publiceren wij een aantal verhalen over kwetsbaarheid, rouw, levenskunst en wat Anbeek 'contrastervaringen' noemt: ontregelende, openbrekende ervaringen, die ons confronteren met onze fundamentele kwetsbaarheid en de oncontroleerbaarheid van het bestaan.

Meer informatie over de avond en kaarten.

In dit interview kan je meer over haar gedachtegoed lezen: 'Je kunt niet authentiek zijn zonder kwetsbaar te zijn.' 




De rugpijn

pexels-photo (23)Ik zit mezelf in de weg
en kan wijzen naar mijn rug-
wat fysiek juist nauwelijks lukt.
Een voor mij ongekende blessure.
Zitten is een handicap, vooral
vanwege het overeind komen, staan is fijn,
lopen goed en ik wil schrijfwerk doen -
hoe stem ik dat af?

Zo komt ook wel eens een leerling binnen.
Ze wrijft over haar mouw, was naar een dokter,
weet al wanneer de volgende afspraak is; zalf of operatie
wordt dan onderzocht. Haar klas is met een opdracht bezig.


Pijnstiller om mijn houding te verbeteren,
te normaliseren heeft nog geen effect.
Ik hoor mezelf zuchten (niet voor anderen bestemd).
Ik lees een boek van Peter Verhelst uit voor ik op mijn vrije dag overeind kraak.
De kunst van het crashen
heet zijn boek dat zacht in de hand ligt.

(nog liever verdiep ik me actief in ‘de kunst van het gesprek’
– de pedagogiek van diep luisteren
& van de vraag in stand houden

maar daarvoor moet men samen zijn
en ik heb me er bij neer te leggen dat er op mijn vrije dag
niemand om me heen is)

We waren op schoolkamp, ik zoek in die kermis van de leerlingenlol
naar een moment van luwte. Dan staat –uiteraard- Oskie naast me en hij vraagt
wat ik doe want het is toch vakantie. Hij heeft me betrapt met een heel dik boek en lacht me uit.
Okay, dat was niet een vraag.


school-colorful-colourful-colorsVertrouwen

De dans van het vertrouwen heb ik de klas voorgedaan en geëxpliciteerd.

In mijn achterzak heb ik als reminder de basistekst op een papiertje: ‘begin met vertrouwen’. Na het eerste contact waarin je strak de touwtjes in handen hebt getoond aan je opleider, krijg je van de leerlingen geen herkansing. Dat is, door schade en schande geleerd: geen tweede kans op echt vertrouwen –zonder ‘echt’ staat er hetzelfde: vertrouwen.

Ik neem jou je passen niet af & wij veranderen onze passen
onder een lichte drang van onze relatie. We leggen elkaar
niets op vanaf het moment dat we elkaar uitnodigen
om in elkaars cirkel te stappen.

Ik gebruik daar –marktverstorend-
geen motiverende technieken voor,
de energizer ben ik zelf, het enige gereedschap
dat ik heb, is niet één op één overdraagbaar.
Dat ik mijn eigen gereedschap ben, maakt me raakbaar.

Er staat een aankomend collega in mijn lokaal.
Zij en anderen worden soms met zachte hand mijn kant op gestuurd
nu onze internationale schakelklassen zonder naam de pan uit rijzen.
Dit is al de tweede in twee weken. Ik zou graag in heur hoofd kijken.


Aan de in-mijn-klas-staanders:
Voel je vrij om het op jouw manier niet na te doen maar doe wel-
bekijk eens welke omvang jouw cirkel heeft,
welke afstand van benadering past bij de relatie
die jij met die ander hebt, wilt hebben?
Wie moet er bewegen om de gewenste nabijheid te bereiken
(of in stand te houden: evenwicht is beweging)?

Ik vraag de bezoeksters een verslag van
wat er in mijn lokaal gebeurt
want terwijl zij daar staan te leren is er voor mij ook te leren
en zij zien van mij met hun ogen meer dan ik.
Terwijl ze mij bedanken denk ik “Fijn dat je er was”.


building-joy-planning-plansVan A naar B

Als je het op plaats A niet naar je zin hebt, wil je graag naar plaats B.
Zo was het in de tijd dat ik nog verplicht leerde. Zoals in 1975 is het niet meer.
Veel adolescenten –ik beschouw voor het gemak
mijn eigen kroost en generaliseer- zitten op plaats B en voelen zich senang.
“Beter gaat het voor mij niet worden”, dus die gaan vooral niet
bewegen naar een onbenodigd of onbestaand C.

Kijk die leraren zich uit de naad werken,
hier in ons kleine land aan het eind van grote rivieren.

Nooit denk ik aan niets,
tot ik in de tuin werk met mijn zoon.
We leggen tegels, zwaar, en vinden pratend uit hoe dat het beste kan, luisterend.
In de literatuur heet ik De gemotiveerde leerling

Die rug, een week voordat zoon en ik in de voortuin aan de slag gingen
met grote tegels kon ik nauwelijks opstaan van een stoel.
Ik had een hulpvraag en ging uit vragen.

Iets leren wat je al kan.
Zeven jaar geleden de achillespees die afscheurde,
waardoor een overschreden grens glashelder in beeld en beleving kwam.
Nu iets dat meer in een grensgebied gebeurt. Zeurende pijn in een heup.

Eerst was ik bij de manueel therapeut.
Je moet de helderheid om het lef te hebben maar hebben.
Ik rek mijn beenspieren, oefening 1 nu voor de derde dag, er hangt
een lijst om het op af te kruisen, die lijst heb ik zelf gemaakt,
de drie oefeningen ook in eigen woorden uitgetikt.
Bij de manueel therapeut in klad genoteerd (want ik wil
de mondelinge instructie niet vergeten of interpreteren.
Begrijpen wat ik kan doen om mijn rug te ontlasten en sterker te maken.
Of ik nu oefening 3 ook goed uitvoer, weet ik niet met zekerheid,
daardoor blijft dit de vreemdste van de drie. Dat ik niet weet of ik het weet,
ontdek ik door het wel te doen.) Het is voor het echte leven.

landscape-mountains-nature-rocksIk doe dit omdat ik de zin ervan inzie.
In de literatuur heet ik de gemotiveerde leerling.
Hoe vaak is de leerling voor mijn neus of naast me er zo één?
Hoe vaak is de route van B naar C zo éénduidig (Stijf in de rug = B.
Pijn voorkomen door de spieren minder strak te maken =C) dat
de leerling uit zichzelf op weg gaat? Waar een wil is, is een weg.

Waar een rivier is, is een weg. Dat is poëtische motivatie
die begint in jezelf (versus doelmatige motivatie
die gericht is op andermans meetlat). Thuis hebben we al het nodige gestoeid
met onze adolescenten en kwamen we tot de vaststelling
dat moraliteit waardevoller is dan motivatie.

Waar een ontmoeting is, is een weg.

De wat-moet-ik-modus

De eisende volwassene als lastige mentor voor de leerling die zich verschuilt in woorden omdat zhij niet weet wie zhij is. Ik wens je te zien, wie jij bent, dat is je intrinsieke motivatie (en wat je van míj moet is je extrinsieke motivatie). Ik heb leerlingen (veel dit jaar) die nog niet goed begonnen zijn met de vraag: “Wie ben ik?” Ze zitten in de Wat moet ik-modus; alles binnen de lijntjes ook als het geen betekenis heeft. Braaf zijn.

Wanneer ik weer hoor “Klaar” hoop ik dat de zin die een leerling net begon nog niet af is.
“Klaar om wat te gaan doen?” verleng ik onze denktijd.

Mijn rug noopt me om rek- en strekoefeningen te doen. Ik heb huiswerk. Dagelijks drie oefeningen die me 20 seconden maal 2 maal 3 maal 3 kosten. Een keer per week ga ik naar de manueel therapeut. Doe ik er zelf de gevraagde moeite voor? Ja, graag. Laat ik het door haar regelen? Nee. Dat is wat ik vanuit mijn lichaam weet.

Nu over naar het huiswerk dat ik mijn leerlingen vraag.
Minder dan 20% voert het uit. Ze denken dat de contacturen voor hen genoeg zijn. Maar daarin komen we te weinig stappen omhoog. ‘Het maakt de berg niet uit langs welke kant je hem beklimt’ dus we kunnen hoe we willen, hoe ze willen. Hoe willen ze en hoe zie ik dat?
Opnieuw beginnen, bij hun begin: leren
hoe lang ze zelf zijn, leren wat een meter is.

Ik herinner me een verhaal van Ferre Laevers over ervaringsgericht leren. Een kleuter leert wat een meter is, door in een buis van een meter lengte te kruipen. Hoever terug kan ik met mijn adolescenten gaan? Waar vind ik een buis van twee meter? Ik laat ze op een moment dat de school van de 21e eeuw weer hapert hun eigen lichamen tekenen op grote vellen papier. Een klasgenoot helpt hen om de contouren op het papier te zetten met potlood en zelf ga je dan de details invullen en erbij schrijven hoe alles heet en wat jouw lichaam heeft meegemaakt [zie het boek van Kanamori voor het idee hierachter, pagina 93 en omgeving].

pexels-photo (24)Ze kennen zichzelf niet, hoe zullen ze dan de wereld kennen?
Dromen en weten wat je wil, een basis leggen van kunde,
je ook richten naar wat moet. Goed dat je droomt
maar wie enkel in de droom leeft, hoeft zijn bed niet uit
te komen, zijn hangmat, zijn hangplek.

En waar opnieuw te beginnen… als je je lichaam zo slecht kent
dat je binnen een blokuur al naar de wc denkt te moeten;
als je volhoudt dat je niet kan ontbijten…

Gemakkelijk om het over een ander te hebben.
Opnieuw leren lopen, toen mijn achillespees finaal was afgescheurd.
Twee jaar lang opnieuw leren lopen, twee jaar lang de taal van een nieuw land leren.
Opnieuw begonnen met wat je al kon, je weet dat je het al kon.
Houd dat maar eens vol als je niet weet of je op je eigen level kan blijven.


Geen brandstof, geen vuur

pexels-photo (25)Waar moet een mens allemaal doorheen breken opdat er geleerd kan worden? Als er in jezelf geen brandstof is, dan kan ik je vuur niet aansteken. Ik geloof dat die brandstof er bij iedereen is, al moet ik er zeven van de tien maanden die ik met je mag doorbrengen naar zoeken, tasten, graven.

Met welke vragen
krijg ik je
in beweging, waardoor
kies je om je wikkels
af te leggen en word je
minder ingewikkeld
voor jezelf, voor mij?


Die keuze maakt de leerling zelf,
de door zichzelf bewogen leerling.
(Ik misverstond al heel vaak
‘doorlopende leerlijnen’
als mijn collega’s weer zeerieus werden
over wat we moeten vastleggen;
ik voel opeens dat ze de hele tijd spraken over
‘doorlopende leerlingen’.)

In mijn eigen klas papegaaien leerlingen ‘Doe normaal’ (“Normaalselfmij”).
Van wie hebben ze dat? Is dat het voorbeeld dat het pedagogencorps
in bluejeans ze geeft? Ik ben daar bij anderen niet bij. ‘Normaal’ laat ik
altijd aanwijzen (net als ‘bropleem’). Ze hebben normaal en/of probleem
nog nooit kunnen vinden. Om ‘normaal’ te concretiseren kwam niemand
verder dan het zelfstandig naamwoord ‘respect’.
Hun ‘Doe normaal’ verbergt een diepe wens om met rust te worden gelaten.
‘Respect’ heeft diezelfde strekking maar wat valt er nog te leren
als je jezelf op geen enkele manier wilt laten raken, als je niet gaat bewegen?

De oefeningen van de jongste weken hebben mijn rug goed geholpen.
De pijn is weg, de ervaring blijft. Ook de leerlingen
zijn in hun laatste drie maanden goed in beweging gekomen
toen ze hun toekomst-perspectief zelf hadden verhelderd
door (‘normaal’?) te doen wat gedaan moest.

‘Doe normaal’ zegt een politieagent of een Plat Volk Vertegenwoordiger,
dat zou nog in het cliché passen. Het cliché dat normen vooraf gaan aan waarden.
Een handhaver denkt en doet normaal op dat niveau.
Ik was zo blij met mijn opstandige leerlinge van vorig jaar, die
dwingend tegen een respectloze klasgenoot zei: 'Gedraag je.'

Met een beetje manipuleren, nudge nudge, is dat
een grammaticale zin geworden die ik boven dit stukje zet.
 

Rob H. Bekker is taalarbeider op een prachtige school, sinds 1986.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief