De Denkende Klas: een pedagogisch pleidooi voor het stellen van een ander soort vragen
19 mei 2021
Het nieuwste boek van Dick van der Wateren - De Denkende Klas - is een pedagogisch pleidooi voor meer vragen in het middelbaar onderwijs. Waar een didacticus kijkt naar de effectiviteit van het stellen van vragen in relatie tot het overbrengen van kennis of vaardigheden, kijkt pedagoog Van der Wateren naar hoe het stellen van vragen bijdraagt aan de volwassenwording van een kind. Dat schrijft Sam de Vlieger, die samen met de schrijver van het boek op dinsdagavond 25 mei te gast was in de eerste aflevering van het online NIVOZ-drieluik 'De kunst van het vragen stellen'.
De pedagogische missie van het onderwijs omschrijft Dick van der Wateren als “jonge mensen inleiden in de kunst van het menszijn” (p.13). De kunst van het mens zijn betekent volgens hem dat je kritische vragen over jezelf en je omgeving kan stellen. Leven is dus vragen stellen. Goed onderwijs bereidt leerlingen voor op “rijke en zinvolle levenslange zoektochten, vraag na vraag na vraag.” (p.24).
In het huidige middelbaar onderwijs worden de meeste vragen door docenten gesteld. Meestal zijn dit vragen naar de bekende weg: “Wie weet nog wat de drie belangrijkste uitvindingen tijdens de Renaissance waren?”, “Hoeveel elektronen heeft een waterstofatoom?”, enzovoort. Vragen waar de docent het antwoord op weet en waar de leerling het antwoord op moet weten. De Denkende Klas is een belangrijke oproep om een ander soort vragen in het onderwijs te integreren. Vragen die 'spelen' en 'leven'. Het stellen van de vraag is bij dat soort vragen minstens net zo belangrijk als het beantwoorden ervan.
De Denkende Klas is een belangrijke oproep om een ander soort vragen in het onderwijs te integreren. Het stellen van de vraag is dan net zo belangrijk als het beantwoorden ervan.''
In een recensie van dit boek op Komenskypost vraagt Jan Lepeltak zich af dit pedagogisch doel net zo goed geldt voor leerlingen van het vmbo als voor leerlingen op het gymnasium. Hij stelt dat een vmbo-leerling meer gebaat is bij een didactische benadering. Ik denk dat een oppervlakkige lezing van De Denkende Klas de indruk kan wekken dat dit inderdaad het geval is. Doordat Van der Wateren het vragenstellen als filosofie bestempelt, lijkt hij vooral een intellectuele vaardigheid te beschrijven waar een praktisch geschoolde weinig aan heeft.
Maar een grondige lezing van het boek laat zien dat vragenstellen niet een puur intellectuele activiteit is. We kunnen 'de kunst van het leven' ook omschrijven als een houding die mensen in staat stelt om vragen te stellen bij de status quo, bij procedures en regels. Deze houding is net zo belangrijk bij een universitair geschoolde ingenieur als bij een praktisch geschoolde winkelmedewerker. De ingenieur en de winkelmedewerker moeten allebei regels kunnen volgen en uitvoeren. Bij beide beroepen is het ook van cruciaal belang om in bepaalde situaties je af te kunnen vragen of de standaardregels nog steeds gelden.
Een grondige lezing van het boek laat zien dat vragenstellen niet een puur intellectuele activiteit is.''
Een tijdje geleden had ik mijzelf buitengesloten en mijn sleutels lagen op de deurmat. Ik ging naar de bouwmarkt om de hoek, de enige winkel die nog open was. Een medewerker heeft mij toen geholpen om een magneet aan een draad te binden, zodat ik via de brievenbus mijn sleutels op kon vissen. Ik mocht dit niet aan zijn leidinggevende vertellen, omdat spullen uitlenen verboden was. Je kunt je afvragen of de medewerker er goed aan heeft gedaan om mij te helpen of dat hij zijn leidinggevende had moeten gehoorzamen. Ik was blij dat hij zich dit heeft afgevraagd en ervoor heeft gekozen om mij te helpen.
Dit boek is een pleidooi om vragen te blijven stellen bij je eigen handelen. Daarom vind je in dit boek geen protocollen of kant-en-klare lesplannen. Van der Wateren roept docenten op om vragen te stellen over het onderwijs dat ze geven. De hoofdstukken zijn onderverdeeld naar vragen zoals: Wat is goed onderwijs? Wat is wijsheid? Wat is denken? Wat is een goede vraag? Hij verkent de vragen door theorie en praktische voorbeelden.
De praktijkvoorbeelden laten zien hoe je de ideeën in de praktijk zou kunnen brengen en hoe je een houding van vragenstellen bij jezelf en je leerlingen kan ontwikkelen. Zo vertelt Van der Wateren bij de vraag “Wat zijn goede vragen?” hoe hij leerlingen naar een goede vraag voor hun profielwerkstuk begeleidt. Bij de vraag “Hoe neem je goed waar?” staat hij uitgebreid stil bij de ervaringen van Liesbeth Breek, docent Frans. Zij past de methode ‘Slow looking’ toe waarmee ze 'zorgvuldig waarnemen' een plek geeft in haar lessen.
Het belang van een vragende houding
De Denkende Klas levert een zeer belangrijke bijdrage aan de discussie over het doel en de inrichting van ons onderwijs. Waar didactische publicaties zich richten op het nut van vragen, gaat dit boek in op het belang van een vragende houding. Een didactische inzet van vragen zorgt voor extra kennis. Een vragende houding stelt een leerling in staat om zelfstandig te kunnen leren. Dit lijkt me geen overbodige luxe in een samenleving die gekenmerkt wordt door flexibiliteit en automatisering.
De mogelijkheid tot verwondering
Ten tweede onderstreept Van der Wateren het belang van een zintuigstimulerende omgeving. Een belangrijke voorwaarde voor het denken van leerlingen en het stellen van vragen is de mogelijkheid tot verwondering. Vorm is belangrijk! Het onderwijs moet interessante ervaringen bieden om een vruchtbare bodem voor het denken te zijn. Kunst- en maakprojecten leiden eerder tot verwondering dan het lezen van een schoolboek. Dit brengt mij overigens tot mijn enige kritiekpunt: de vormgeving en indeling van het boek doen erg schools aan.
Het onderwijs moet interessante ervaringen bieden om een vruchtbare bodem voor het denken te zijn. Kunst- en maakprojecten leiden eerder tot verwondering dan het lezen van een schoolboek.''
Een derde belangrijke interventie in de huidige onderwijsdiscussie volgens Van der Wateren staat duidelijk in de titel. Met gebruik van het woord ‘klas’ neemt hij afstand van onderwijsliteratuur die zich richt op het leerproces van individuen - vaak onder de noemer ‘gepersonaliseerd leren’. Ook al is het doel zelfstandig leren, leren gebeurt niet in een vacuüm en het ontwikkelen van een houding vraagt om een zorgzame relatie tussen docent en leerling en leerlingen onderling.
Welke didactische interventies hier nu uit volgen, mag je je als docent zelf afvragen.
Sam de Vlieger is vo-docent filosofie en economie op SG Pantarijn in Wageningen. Sam schrijft artikelen over het thema (Wat is een pedagogiek die vragen stellen centraal zet?) en ontwikkelde een app-applicatie Peertest: leren door elkaar vragen te stellen.
Drieluik: de kunst van het vragen stellen (25 mei, 1 juni en 8 juni)
Dat vragen stellen een belangrijke rol speelt bij vorming, ontwikkeling en leren – zowel bij docent als leerling – is geen vraag meer. Maar hoe doe je dat nog bewuster? Wanneer en hoe kun je met een vraag het leerproces aanzetten, verdiepen of juiste verbreden? Hoe leren kinderen en jongeren zichzelf eigenlijk de goede vragen stellen? En op welke manier maken jullie hier als team gebruik van in je eigen ontwikkeling? In een online drieluik ga je als leraar schoolleider, of onderwijskracht op verkenning. En we betrekken zes gasten in ons onderzoek. Mensen die op hun eigen specifieke manier de kunst van het vragen stellen belichamen. Doe je mee? Op de dinsdagavonden 25 mei, 1 juni en 8 juni.
Onze gasten...
- 25 mei: Dick van der Wateren en Sam de Vlieger
- 1 juni: Rudolf Kampers en Kristof van Rossum
- 8 juni: Alexandra bronsveld en Naomi Mertens
Let op: kosten zijn 30 euro voor alle drie de avonden. Dus niet per stuk.
Reacties