Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

De biet is ziek - geletterdheid bij kleuters

7 augustus 2024

'Niet iedereen schrijft een verhaal zoals Savio, maar alle kinderen snappen wat een tekst is, ongemerkt hebben ze heel wat letterkennis opgedaan, ze kunnen zich inleven in een verhaal en vragen stellen bij een informatieve tekst. Voor de start in groep 3 is dat een goede voedingsbodem voor zowel het technisch- als het begrijpend lezen.' Hanneke Saaltink leest met haar groep 2/3 een boek over Boer Boris en zijn bietjes en wordt verrast door het taalniveau van de kinderen in groep 2.

“Maar waarom zet boer Boris de bietjes nou in het zand?” Zijn vraag klinkt verbaasd en ook wel wat verontwaardigd. We zitten in de kring en plotseling is iedereen stil.

We lezen het boek ‘Boer Boris en de bietjes’. Terwijl de andere kinderen commentaar gaven op boer Boris die zich zorgen maakte over de bietjes die niet wilden groeien, heeft Savio stil zitten luisteren. Boer Boris is er verdrietig van, hij deed zo zijn best; hij gaf water en mest, hij wiedde het onkruid, maar toch wilden de bietjes niet groeien. Zouden ze soms ziek zijn? Kunnen planten eigenlijk wel ziek zijn? De kinderen denken van niet. Alleen mensen zijn ziek af en toe. En dieren. Want de poes van Noor was ook een keer ziek. Of kunnen plantjes toch ook ziek zijn? Maar je kunt ze vast niet beter maken met pleisters en verbandjes. Of toch wel? We bekijken aandachtig de illustraties. Zus en broer knippen verband en pleisters, zingen liedjes en halen warme dekentjes.

Begrijpend luisteren

Dan mengt Savio zich in het gesprek. Ook hij heeft goed gekeken, maar toch nog iets anders gezien. Het lijkt wel of de bietjes in het zand staan. En waarom zou boer Boris de bietjes nou in het zand zetten? “In het zand?”, vraag ik. “Waarom denk je dat?” “Kijk dan, het is wit. Niet bruin, zoals de aarde.” We bladeren terug, en inderdaad, steeds zien we rond de bietjes het wit van het papier. De andere planten staan in geschilderde plasjes bruine verf. Op iedere bladzijde opnieuw. De bietjes niet.

De afgelopen weken werkten we over de moestuin. We plantte en zaaiden in zwarte potgrond of donkere tuinaarde die vettig voelde aan je vingers. Gaven de opkomende sprietjes en stengeltjes voorzichtig water en zagen de plantjes groeien naar het licht van de zon. We aten de uit de zaadjes gegroeide tuinkers. Lazen en keken in boeken hoe bonen en zonnebloemen groeien. We ontdekten dat je geduld moet hebben om een zaadje te laten ontkiemen. Al deze informatie heeft Savio goed onthouden. Nu combineert hij zijn kennis met het verhaal van boer Boris.

Creatief schrijven

Ik laat Savio vertellen en zie verschillende kinderen aanhaken. Ze noemen nog eens alles op wat ze weten. Plantjes hebben water nodig en licht en ja, ook aarde om in te groeien.

De laatste maanden geef ik de kinderen van groep 2 iedere week een opdracht ‘creatief schrijven’. Dat schrijven is tekenen of krabbelen, het schrijven van letters, woorden of zelfs hele zinnen, en het gaat ergens over. Het lukt me steeds beter om de opdrachten logisch te laten aansluiten op de boeken die we samen lezen. En vandaag gaat dat bijna als vanzelf. Laten we opschrijven hoe boer Boris ervoor kan zorgen dat de bietjes gaan groeien. Hoe worden de bietjes weer beter? De kinderen hebben niet veel meer aansporing nodig. “Mogen we schrijven?”, vragen ze zoals altijd voor de zekerheid nog even. Want ‘echt’ schrijven willen ze eigenlijk allemaal.

Iedereen zoekt een plekje. Sommigen in een rustig hoekje, anderen gezellig samen met vriendjes en vriendinnen. Iedereen krijgt een blad met daarop de zieke biet. Er wordt af en toe druk overlegd. Hoe schrijf je bepaalde letters ook alweer? Maysam tekent een zon en dan heel klein onder aan haar blad ook nog een regenboog. Jamila is streng; een regenboog hebben de bietjes niet nodig. Of toch? De zon en regen maken samen een regenboog. Tevreden werkt Maysam verder.

Ondertussen is Savio samen met een paar vriendjes in een hoekje geconcentreerd aan het werk gegaan. Ik schenk er niet veel aandacht aan. De jongens hebben mij niet nodig. Pas na een minuut of twintig, als de meeste kinderen klaar zijn, loop ik hun richting uit. Mehmet roept al van een afstandje dat hij nog niet gaat stoppen. “En welke letter dan?”, hoor ik hem vragen aan Savio. “Ben ik nu bij de aarde?” Savio geeft gedetailleerde instructies. Moet de ‘d’ nu met z’n buik naar de ene of de andere kant? Ook Yusuf en Ibrahim mengen zich in het gesprek. “… in … de … aarde …”, herhaalt Ibrahim een aantal keer langzaam en nadrukkelijk.

Leren lezen en schrijven

Vaak zijn er in een kleutergroep wel een of twee kinderen die zichzelf leren lezen en schrijven. De meeste kinderen raken in ieder geval geïnteresseerd in letters, prentenboeken en teksten, leren hun eigen naam en die van vriendjes schrijven. Alhoewel er ook altijd wel een paar kinderen zijn die niet talen naar ‘lezen en schrijven’. (En dat zijn trouwens niet altijd de kinderen die het slecht doen in groep 3.) Vorige jaar op een nieuwe school in een voor mij nieuwe omgeving, lukte het veel minder goed om interesse in lezen en schrijven te stimuleren. Hoe kwam dat? Regelmatig werd een nieuwe letter aangeboden waar de kinderen meestal enthousiast mee aan de slag gingen. Deden we iets anders? Waren de kinderen anders?

Betekenisvolle teksten

Dit schooljaar besloten we met de hele school te gaan werken met de methode List voor het technisch lezen en ons te laten inspireren door ‘diep lezen’ voor begrijpend lezen. Voor de kleuters betekende dat vooral heel veel werken met betekenisvolle teksten. En met dat werken bedoelen we dat de kinderen vooral veel zelf doen. De illustraties van de prentenboeken bekijken en bespreken we samen, groot geprojecteerd op het digibord. De kinderen tekenen, krabbelen en schrijven lijstjes en briefjes. Ze tekenen hoe een verhaal verder zou kunnen gaan of krabbelen op een briefje wat ze nodig hebben om de baby uit het boek ‘Naar de wolven’ te kunnen verzorgen in onze huishoek. Op het digibord husselen we een zin uit een boek door elkaar en daarna zetten de kinderen de woorden zelf weer in de goede volgorde. En steeds zoeken wij, als leerkrachten, naar de betekenis die de activiteiten kunnen hebben voor de kinderen.

Terwijl de betrokkenheid van de kinderen groeit, voltrekt zich een klein wondertje. Bijna alle kinderen leren ongemerkt een beetje lezen en schrijven. De jongsten in onze groep 2/3 pikten al veel op van groep 3 maar als we de oudste kinderen uit groep 1/2 mee laten doen met onze groep 2 haken die net zo snel aan.

Een verhaal schrijven

Van een afstandje heb ik gevolgd hoe het groepje jongens samenwerkt bij het schrijven over de zieke biet. Pas als we gaan opruimen laat Savio mij zien wat hij geschreven heeft. Ik heb even tijd nodig om te ontcijferen wat er staat. Eerst ben ik vooral onder de indruk van de hoeveelheid woorden. Maar met groeiende verbazing lees ik de zinnen die met elkaar een prachtig en informatief verhaal vormen.

Later, als de kinderen naar huis zijn, lees ik nog eens rustig door wat Savio geschreven heeft. En ik sta versteld. Savio heeft niet alleen alle kennis die hij opdeed tijdens het werken in de moestuin ingezet bij het lezen van een prentenboek maar hij kon wat hij wist ook vertellen in woorden en die woorden zo opschrijven dat ze voor iedereen te lezen zijn.

Als je hier even langer over nadenkt is het ongelofelijk. Om een woord op te schrijven moet je dat woord opdelen in klanken en weten met welk letterteken je die klank weergeeft. Steeds moet je onthouden welk woord je schrijft en weten bij welke klank je bent. Vervolgens moeten die woorden met elkaar een zin gaan vormen. Die zin moet je al min of meer maken in je hoofd en vasthouden in je geheugen. Je luistert als het ware naar je eigen verhaal. Als ik dit stukje schrijf kan ik steeds even teruglezen wat ik eerder schreef, zo raak ik de draad niet kwijt. Savio kon 2 maanden geleden een woord dat hij (na) schreef nog niet teruglezen. Dus alles bij elkaar is het echt een prestatie van formaat!!

Geletterdheid

‘Hebben jullie al die letters dan al aangeboden?’, vraagt een collega die ik Savio’s tekst laat zien. Dat hebben we zeker niet. Alhoewel het vast heeft geholpen dat we met een groep 2/3 werken. Tussen de regels door hebben de kinderen van groep 2 heel wat opgepikt van de activiteiten in groep 3. Toch ben ik er van overtuigd dat het op een betekenisvolle manier werken met prentenboeken, en het zelf maken van tekeningen en teksten, heeft gezorgd voor een rijke, geletterde omgeving waarin alle kinderen geïnteresseerd raakten in boeken en in het lezen en maken van teksten.

Niet iedereen schrijft een verhaal zoals Savio, maar alle kinderen snappen wat een tekst is, ongemerkt hebben ze heel wat letterkennis opgedaan, ze kunnen zich inleven in een verhaal en vragen stellen bij een informatieve tekst. Voor de start in groep 3 is dat een goede voedingsbodem voor zowel het technisch- als het begrijpend lezen.

Met elkaar hebben de kinderen nagedacht over de zieke biet van boer Boris en wat je daaraan kon doen. Ze hebben dat allemaal enthousiast en op hun eigen manier ‘opgeschreven’. En ik ben zeker zo enthousiast als de kinderen.

Hanneke Saaltink staat een aantal dagen van de week als groepsleerkracht voor een kleutergroep. Als er tijd is duikt ze haar eigen atelier in. Over haart ervaringen blogt ze op haar eigen site ‘Als kunst en onderwijs elkaar raken’. Op deze site laat ze zien wat kunst, onderwijs en kinderen  met elkaar te maken hebben en hoe ze elkaar beïnvloeden.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief