Contemplatieve pedagogiek: 'Als er geen rust is, is er geen grond om te leren'
20 maart 2019
We zoeken steeds vaker naar wegen om de hectiek, de gerichtheid op prestaties en het 'activisme' in ons dagelijks leven te compenseren. Is het mogelijk meer ruimte te maken voor inkeer en bezinning in de klas en in het onderwijs? Ton Roumen onderzocht de contemplatieve pedagogiek, een begrip dat recent ook bij de Onderwijsavond rondom Kunst als educatie door Janeke Wienk naar voren werd gebracht. 'Als er geen rust is, is er geen grond om te leren.’
Contemplatie vindt zijn uitgangspunt in de ervaring van rust, stilte en beschouwing. Deze ervaring staat haaks op ons moderne levensgevoel. Onze westerse cultuur wordt namelijk gedomineerd door een leefstijl die gekenmerkt wordt door onrust, activisme en een gerichtheid op prestatie en productie. Arbeid is sociaal geaccepteerd en wordt gewaardeerd. Het behoort tot onze vanzelfsprekende leefwereld en wekt de illusie van succes. Maar het bevordert ook de vervreemding van de mens van zichzelf en zijn bron. Een eenzijdige, naar buiten gekeerde activistische levenshouding, vormt de oorzaak van vervlakking en uitholling van onze geseculariseerde beschaving. De filosoof Ortega y Gasset zegt over het verval van het Romeinse Rijk dat men het vermogen verloor om in zichzelf te keren en dat men vooral gericht was op actie, waardoor deze beschaving de mensen opzweepte om vooral niet te hoeven nadenken.
De kracht van inkeer, bezinning en rust is dat ze ons in contact brengen met onze bron, waardoor ons handelen alleen maar vitaler en vruchtbaarder wordt.
Evenwicht herstellen
De boodschap om meer rust te creëren is bovendien tegendraads en bepaald ongemakkelijk. Veel mensen wensen immers geen rustmomenten in te lassen, omdat er nog zo veel werk moet worden verzet. Twee minuten collectieve stilte op de nationale dodenherdenking in ons land lukt nog wel. En na de aanslagen op de Verenigde Staten van 11 september 2001 vormde de omvang van deze ramp aanleiding voor een herdenking van liefst drie minuten. Maar veel meer tijd mag het toch niet kosten, want het contact met onze diepste bron van stilte kan bedreigend zijn. Want wie op zoek gaat naar rust, komt vooral veel onrust tegen. We willen liever actief zijn, de wereld verkennen en veroveren door onze handen uit de mouwen te steken.
In onze moderne samenleving nemen we een overmaat aan activisme en een overspannen arbeidsethos waar en dat houdt weer verband met het onvermogen om vrije tijd te beleven als bron van creativiteit en zingeving. We zijn minder vertrouwd met de receptieve levensstroom dan met de actieve levensstroom. We veroordelen bovendien vaak ledigheid en wijzen daarmee ook een houding van rust, inkeer en ontvankelijkheid af. We hebben tijd voor contemplatie collectief afgeschaft en we compenseren dit gemis door zo nu en dan te onthaasten in een sauna of in een huisje in een vakantiepark.
Dit is een moderne oplossing en ook een schijnoplossing, want we zijn niet in contact met onze diepste bron van stilte. Ortega y Gasset zegt dat het diep menselijke in ons pas kan groeien als we met onze aandacht naar binnen keren. Steeds opnieuw moet de mens contact maken met de bron in zichzelf. Slechts dan kan men naar een authentiek en vitaal leven groeien. Een cultuur van rust en stilte, van inkeer en bezinning, vormt een belangrijke remedie die onze wereld nodig heeft om haar evenwicht en menselijkheid te herstellen. Contemplatie is dan ook verweven met het gehele leven, want het gaat om de fundamentele geestelijke vrijheid van de mens, zodat deze niet langer gevangen zit in de door hemzelf gemaakte patronen.
Ora et labora
Het contact met de diepste bron tijdens momenten van rust en bezinning kan worden afgewisseld met momenten dat men actief en productief is. In de benedictijnse traditie wordt gewezen op het belang van deze afwisseling. Dit ritme is bekend geworden onder het motto ora et labora. Ora is het gebedsmoment van de monniken dat zich meerdere keren per dag aandient. Het is een moment om ruimte te maken voor God en hem te eren. Het is een uitdrukkelijke tegenstelling met labora, het moment van arbeid en activiteit. Strikt genomen is ora het gebedsmoment, maar hier wordt het in een bredere betekenis gebruikt en wel als een rustmoment, een moment voor onszelf.
Rust en actie vormen daarmee twee krachtige dimensies van ons leven. Rustmomenten lijken nutteloos, maar de kracht van inkeer, bezinning en rust is dat het ons in contact brengt met onze bron, waardoor ons handelen alleen maar vitaler en vruchtbaarder wordt. Contemplatie als het vermogen om naar binnen te keren, vormt de bron en de basis van een actief en creatief leven. Wie contact heeft met die bron, wordt erdoor gevoed en zo wordt het naar buiten gerichte leven verrijkt. Door te oefenen in een contemplatief leven wordt de tegenstelling actief-passief op den duur opgeheven en worden het twee polen van een dynamische stroom. We kunnen zelfs spreken van contemplatie in actie, van ora ín labora. Terwijl we handelen, blijven we verbonden met onze diepste bron en door te leven vanuit het contact met onze bron wordt ons actieve handelen gedragen door rust en gekenmerkt door focus en aandacht.
Het verwerven van wat waardevol is, vergt rust, geduld en herhaling.
Contemplatie en onderwijs
Een pleidooi voor contemplatie staat haaks op onze moderne westerse onderwijscultuur. Net als onze maatschappij deelt ook ons onderwijs in een cultuur van prestatiegerichtheid en activisme. In het onderwijs richt men zich op vragen van verbetering en optimalisering. Hoe kunnen leerlingen nog beter presteren? Hoe kunnen leraren optimaler lesgeven? Hoe kunnen we het onderwijs beter organiseren?
In het moderne onderwijs moet men in toenemende mate meer lesstof in minder tijd behandelen. De curricula van het hoger en universitair onderwijs zijn opgedeeld in blokken en kortlopende colleges die onmiddellijk worden afgesloten met een tentamen. Is er nog ruimte voor reflectie op belangrijke vragen, voor het beschouwen en verdiepen van belangrijke onderwerpen?
In het onderwijs is een contemplatieve gerichtheid nodig. Niet alleen omdat rust en ruimte een positieve invloed hebben op het leren, maar vooral ook omdat rust en geduld een belangrijke dimensie vormen die intrinsiek verbonden is met leren. Het verwerven van wat waardevol is vergt rust, geduld en herhaling. Het verwerven van een taal, het leren spelen van een vioolsonate van Bach of het begrijpen van een integraalrekening zijn leerprocessen die veel tijd en oefening vragen.
We kunnen het actieve en het naar-buiten-gerichte handelen niet begrijpen en verbeteren als we niet ook naar binnen keren. Rust en bezinning bieden ruimte om alles wat wordt aangereikt op een dieper niveau te verwerken.
Het is een misvatting te denken dat we in de extraversie en het activisme beter en effectiever onderwijs kunnen realiseren. We kunnen het actieve en het naar-buiten-gerichte handelen niet begrijpen en verbeteren als we niet ook naar binnen keren. Rust en bezinning bieden ruimte om alles wat wordt aangereikt op een dieper niveau te verwerken. Onderwijs heeft ook alles te maken met reflectie. Belangrijke vragen die in het onderwijs aan de orde komen, laten zich niet snel beantwoorden, maar vragen juist om reflectie. Leren is in essentie beschouwen, dat wil zeggen dat men nadenkt over vragen, zich daarop bezint door na te gaan wat de betekenis is van een ‘trage vraag’ en door op zoek te gaan naar antwoorden.
In een sfeer van rust en bezinning kunnen leerlingen zich beter concentreren, omdat er minder prikkels zijn of minder prikkels die verwarren. Een directrice van een basisschool geeft aan dat rust een voorwaarde is om te leren. Ze zegt: ‘Wij lopen steeds meer aan tegen gezinssituaties die erg instabiel zijn. Wij proberen kinderen rust, structuur en duidelijkheid te geven. Dat hebben ze nodig. Als er geen rust is, is er geen grond om te leren.’
We leven in een samenleving waarin steeds meer kinderen te kampen hebben met ADHD, het aspergersyndroom, hooggevoeligheid, autisme en dyslexie. Deze kinderen hebben last van de vele prikkels die er zijn. Door hun verhoogde gevoeligheid voor prikkels reageren deze kinderen met druk gedrag of juist met tegenovergesteld gedrag, door zich terug te trekken. Voor deze kinderen is een omgeving van weinig prikkels en rust belangrijk en heilzaam. Bij huilbaby’s gaat men er tegenwoordig in de behandeling ook al vanuit dat de omgeving prikkelarm moet zijn. Kinderen die een aandachtstekortstoornis hebben, vragen om een omgeving of interventies waardoor zij weer aandacht kunnen opbrengen en zich kunnen concentreren. De boodschap van drukke kinderen is dat ze om een helende omgeving vragen met weinig prikkels en met veel stilte en rust.
De cultivering van het rustmoment geeft de receptieve ervaringsmomenten een plaats op school.
Cultivering van ora
Als het contemplatieve moment wordt gecultiveerd, spreken we van rituelen. Het leven op school en in het gezin zit vol van gecultiveerde ora-momenten. Rituelen vormen een heilige ruimte waarin je op adem kunt komen. Het gezamenlijk met elkaar een maaltijd gebruiken is hiervan een voorbeeld. Het betrachten van een minuut stilte om een gebeurtenis te herdenken, is ook een voorbeeld van een gecultiveerd rustmoment.
In het pedagogisch concept van Benedictus zijn er expliciete momenten van rust en bezinning. Op het met de benedictijner abdij van Münsterschwarzach verbonden Egbert Gymnasium in Duitsland zijn meditatieve momenten te vinden tijdens de weekopeningen, in de vieringen of tijdens bezinningsdagen, maar ook op stiltemomenten voor de aanvang van de lessen. Ook krijgen de leerlingen de mogelijkheid om – in stilte – na te nadenken over opdrachten of vragen.
Uit deze voorbeelden blijkt dat het meditatieve moment op school kan worden gecultiveerd en de mogelijkheid biedt een balans te creëren tussen rusten en werken. Deze balans kan tot uitdrukking komen door - naast de mogelijkheid om te spreken en spreekvaardigheid te oefenen - ruimte te creëren om na te denken en te mediteren. Een andere toepassing is dat het uitvoeren van opdrachten in je eentje groepswerk als tegenhanger heeft en het onderwijs in talen en wiskunde altijd ook muzikale vorming en handenarbeid als pendant heeft.
Het vormgeven van een contemplatieve cultuur betekent dat er ruimte wordt vrijgemaakt om rust te ervaren en stabiliteit in jezelf te ontwikkelen. Onrust zit in de school, maar evenzeer in jezelf. Ga maar na hoe je ’s morgens opstaat en hoe je stemming is. Begin je de dag met een onrustig hart? In dat geval kun je taken schrappen of minder taken ter hand te nemen. Je kunt een dag bijvoorbeeld beginnen met meditatie, je kunt proberen bewust een zonsopgang mee te maken. Overdag kun je, net als de monniken, meerdere rustmomenten creëren om na te gaan of je nog in contact bent met je bron. De leraar die ’s morgens vroeg voor de aanvang van de lessen een paar minuten de tijd neemt in zijn of haar klaslokaal om zich op de dag voor te bereiden creëert een moment voor zichzelf. Van een rustmoment is ook sprake als een docent de tijd neemt voor een korte middagwandeling of als hij aan het einde van de schooldag nog even nablijft en de indrukken van die dag tot rust laat komen en verwerkt, waardoor hij straks opgeruimd naar huis kan keren en het werk niet meeneemt, maar achterlaat op school.
De cultivering van het rustmoment heeft niet alleen als functie om de receptieve ervaringsmomenten en meditatie een plaats te geven op school. Het bevordert ook de verbondenheid tussen mensen in de school. Rituelen en verhalen werken verbindend. Een kerstviering, een weeksluiting, een jaaropening en een diploma-uitreiking bevorderen de verbondenheid tussen de verschillende mensen en dragen bij tot de vorming van de school als een gemeenschap.
Het wordt hoog tijd dat we ons op één hoofdtaak concentreren: lesgeven en de ontmoeting met kinderen en jongeren.
Onderwijs van het genoeg
Ora is niet alleen het moment van rust, van toewijding, het is ook het moment dat verwijst naar een leven dat gekenmerkt wordt door gemak. Door meer rust in te bouwen is er minder druk en kunnen we meer ontspannen leven. Naast het lesgeven en het nakijken van huiswerk zijn er andere taken waarvoor docenten worden ingezet. Zo zijn er vergaderingen, de begeleiding van de stagiaire, het bijhouden van het leerlingvolgsysteem, het contact met de GG&GD, gesprekken met de logopediste, de schooladviesdienst en de ouders. Er wordt steeds meer van een docent verwacht. Maar misschien kan de veelheid van taken worden gereduceerd. Uiteindelijk gaat het toch om het primaire proces: lesgeven en de ontmoeting met kinderen en jongeren.
Van alle overige taken kan de docent zich afvragen of het allemaal niet wat minder kan en mag: minder leerlingen, minder lesuren, minder vakken, kleinere scholen en klassen. In de loop der jaren zijn er zo veel taken bijgekomen. Het wordt tijd om na te gaan op welke taken kan worden bezuinigd. Niet zozeer om te bezuinigen, maar om liefst op één hoofdtaak geconcentreerd te kunnen blijven: lesgeven, opdat leerlingen kunnen leren.
Het is een pleidooi voor onderwijs van het genoeg. Bedoeld is een vorm van onderwijs waarbij ’t iets minder mag zijn en waar het wat trager kan. Misschien kunnen we ons laten inspireren door het openingsshot uit de fameuze onderwijsfilm Être et avoir. Deze scène toont schildpadden die door een verlaten klaslokaal lopen. Regisseur Nicolas Philibert wil met deze dieren wijzen op het belang van rust, herhaling en traagheid; hij verbeeldt hiermee de contemplatieve dimensie van het onderwijs.
Ton Roumen is theoloog en promoveerde in 1998 tot doctor in de theologie. Daarna werkte hij onder meer als docent levensbeschouwing, als wetenschappelijk medewerker aan de Radboud Universiteit Nijmegen, als directeur van een regionaal centrum voor levensbeschouwing en als onderwijsadviseur aan het landelijke onderwijsbureau Verus.
Dit artikel is een bewerking van het hoofdstuk Educatie en contemplatie uit het boek Pedagogiek van de aandacht (Zoetermeer: Meinema, 2008).
- Verstraeten, Johan (2003). Leiderschap met hart en ziel. Tielt: Lannoo.
- Ortega y Gasset, José (1958). De mens en de mensen. Den Haag: Leopold.
- Walgrave, J.H. (1963). De zin van het contemplatieve leven in de hedendaagse wereld. In: Tijdschrift voor Theologie, nr 3, 252-266.
- Blans, Bert, (2005). Contemplatie in actie. Religieuze ordes en congregaties en de Radboudstichting. Budel: Damon.
- Wit, Han de (1993). De verborgen bloei. Kampen: Kok Agora.
- Jongstra, Rianne (2004). Karmelbeweging: contemplatie en lekenspiritualiteit. <www.karmelboxmeer.nl>
- Derkse, Wil e.a. (2004). Pleidooi voor een onderwijswende. Van functionele informatiemarkt naar vitaal leren. Vught: Radboudstichting en Damon.
- Janssen, Jacques (2001). Religie: privé-bezit of sociaal kapitaal? De Bazuin, 21 december.
Reacties