Boekbespreking "M.J. Langeveld: Pedagoog aan de hand van het kind"
26 maart 2020
De komende tijd zullen op dit platform relevante artikelen worden gepubliceerd, die eerder in Pedagogiek zijn verschenen. Het vierde artikel is een verslag over het boek van Jaap Bos: "M.J. Langeveld. Pedagoog aan de hand van het kind" – (Amsterdam 2011). Wilna Meier leest het boek en hoopt op een mooie biografie, die Langeveld verdient. ‘Zowel naar deze inhoud als naar de aard (de pedagogiek als praktische theorie) was het de, in het Duitse taalgebied bloeiende, geesteswetenschappelijke pedagogiek die Langeveld naar hier bracht’. Meier legt uit waarom dit niet het boek is waarmee Langeveld wordt geëerd.
Het lijdt geen twijfel dat de Nederlandse pedagoog Langeveld (1905-1989) een biografie verdient, en al evenmin dat dat wel zo’n mooi vormgegeven, kloek boek met fotokatern als dit mag zijn. Langeveld was in de tweede helft van de vorige eeuw beeldbepalend in pedagogisch Nederland, niet alleen aan zijn eigen Utrechtse universiteit, maar ook aan andere universiteiten. Wie daar pedagogiek studeerde, kreeg geheid zijn 'Btp' te bestuderen, net als wie op een kweekschool of pedagogische academie zat. Die toen gangbare afkorting van zijn hoofdwerk, de Beknopte theoretische pedagogiek, geeft al aan dat het als een monument gold.
Wie na het eerste jaar aan de universiteit algemene pedagogiek ging studeren, kreeg van het andere werk van Langeveld ook met de pedagogisch-psychologische en kind-antropologische publicaties te maken. Dat het voor pedagogen zaak was zich te verplaatsen en te verdiepen in de leefwereld van het kind, volgde direct uit de Btp. Het hart daarvan vormt de systematische, in mijn ogen nog altijd voorbeeldige, uitleg van het antinomische karakter van de opvoeding – een klassiek geesteswetenschappelijk idee.
Langeveld belicht de balans die in de relatie tussen opvoeder en kind bewaard moet blijven wil van heuse opvoeding sprake zijn: er moet zowel aan de hulpeloosheid als aan het ‘zelf iemand willen zijn’ van het kind worden tegemoetgekomen. Gebeurt dit niet, slaat de balans in de ene of de andere richting door, dan ontstaat verwaarlozing (het kind te veel aan zichzelf overgelaten) of overbescherming (het kind in zijn hulpeloosheid bevestigd en klein gehouden).
Opvoeding is het, in elke handelingsssituatie opnieuw, goed treffen van die balans, in de typerende gerichtheid op de bevordering van zelfverantwoordelijke zelfbepaling, het aan opvoeding inherente doel. Zowel naar deze inhoud als naar de aard (de pedagogiek als praktische theorie) was het de, in het Duitse taalgebied bloeiende, geesteswetenschappelijke pedagogiek die Langeveld naar hier bracht.
Zo heb ik om te beginnen maar even aangegeven wat ik als lezer van deze biografie verwachtte tegen te komen, al was ik verder maar al te graag bereid me door veel nieuws te laten verrassen. Bos brengt Langevelds leven en werken in 16 hoofdstukken chronologisch in beeld: van hoofdstuk 2, met de aan Langevelds beroemdste kind-antropologische opstel, ‘De verborgen plaats in de wereld van het kind’, appellerendetitel ‘Het verborgen kind in Langeveld’, tot en met hoofdstuk 17 met een titel ontleend aan de roman van Philip Roth van 2007: ‘Exit ghost’. Dat de biograaf literaire ambities heeft, blijkt ook uit de wijze waarop hij het levensverhaal van Langeveld inkadert in leegte en gemis, in het eerste en het laatste hoofdstuk waar ik later op terug kom, na eerst de eigenlijke biografie in die tussenliggende hoofdstukken te zijn langsgelopen.
Het tijdschrift Pedagogiek stelt zich ten doel de wetenschappelijke discussie over opvoeding, onderwijs en vorming binnen het Nederlands taalgebied (Nederland en Vlaanderen) te stimuleren en te ondersteunen. Pedagogiek beoogt naast een bijdrage aan het wetenschappelijke debat ook de maatschappelijke discussie op de terreinen van opvoeding, onderwijs en vorming te bevorderen.
Dit artikel verscheen eerder in Pedagogiek Volume 33, Number 1, 1 January 2013, pp. 62-66(5) en is met toestemming van de redactie van Pedagogiek overgenomen.
Reacties