Bevlogenheid en prestatie: 'Niet in onderwijs, wel in de bakkerij'
4 mei 2015
Arno van Uden is docent op een vmbo-school. Hij ziet er niet de bevlogenheid terug die hij zag toen hij werkzaam was in de broodbakkerij in Den Bosch. Jongeren van 15 of 16 jaar die zich verantwoordelijk voelden voor de productie, de omzet, de kwaliteit, de klanten, de hele winkel! Elke dag weer. Zo zou het in het onderwijs ook moeten zijn. Maar waar gaat het dan mis? Zijn bijdrage.
Als afdelingshoofd was ik werkzaam in de broodbakkerij Le Marché van V&D Den Bosch. Mijn team - bakkerij en verkoop - bestond uit vijftien, hoofdzakelijk, jongeren van 15 á 16 jaar oud. Het was belangrijk dat er de hele dag verse producten verkocht werden en dat er niet teveel arbeidsuren verbruikt werden. Er moest dus gepresteerd worden! De hele dag!
Binnen mijn team draaide het niet om omzet en uren, hier werd dan ook niet over gesproken. Er werd bevlogen gewerkt! Er was sprake van verantwoordelijkheidsgevoel, autonomie, vertrouwen, leergierigheid, welbevinden, betrokkenheid en verbondenheid.
De winkel was altijd in orde! Mocht er onverhoopt toch een charge brood mislukt zijn, dan werd er niet gemopperd. Er werd gekeken wat er fout ging en hoe er zo snel mogelijk weer kwalitatief goed brood in de winkel kwam. Soms was een product (te) snel uitverkocht. Deze jonge groep nam dan zelf het initiatief om producten bij te bakken. De winkelmeiden regelden zelf de pauzes, planningen, het inpakwerk en zorgden voor een perfecte winkel en natuurlijk de verkoop. Dit was een enthousiast klantvriendelijk team en ik, ik draaide mee in dit zelfsturende team.
Natuurlijk ging er ook wel eens wat mis. En dat mag! Maar…
Corrigeren hoefde niet! Cijfers geven ook niet!
Zo zou het in het onderwijs ook moeten zijn. Binnen het vmbo-onderwijs, waar ik nu werkzaam ben, ervaar ik dit anders. Het lukt me niet om dezelfde bevlogenheid bij de leerlingen te krijgen, terwijl dat wel het streven is. Leerlingen krijgen niet de mogelijkheid of zijn niet in de omstandigheid om langzaam te rijzen, zoals dat bij lekker smaakvol brood belangrijk is. Daarnaast mogen ze hoofdzakelijk alleen maar 'wit of bruin busbrood bakken', terwijl het aangeboden assortiment veel groter kan zijn, wat ook van belang is voor een brede ontwikkeling.
Leerlingen worden in het bijzonder beoordeeld op een smal assortiment: 'wit en bruin busbrood'.
Afgelopen week moest ik werkstukken beoordelen met een cijfer. Het teruggeven van een cijfer heeft, voor mij, altijd iets ongemakkelijks. Leerlingen raken er niet gemotiveerder door en maken geen betere werkstukken.
Voor dof, misvormd of zwart brood werden geen cijfers gegeven, toch was de volgende altijd beter en verkoopbaar. Leerlingen willen een goed resultaat, maar bevlogenheid en plezier proef ik vaak niet, zoals in dat jonge bakkersteam. Zit deze problematiek opgesloten binnen het huidige onderwijs? Of ligt het aan mij?
Het vreemde hieraan vind ik, dat ik min/meer dezelfde persoon ben, dat de leeftijd van de leerlingen gelijk is aan destijds de medewerkers bij Le Marché. Toch krijg ik het (nog) niet voor elkaar: de bevlogenheid zoals in dat bakkerijteam.
Het resultaat moet natuurlijk bevredigend zijn, maar als er sprake is van een grote mate van bevlogenheid komt het met het resultaat wel goed. Dan ligt er elk dag knapperig vers brood op de plank!!!
Arno van Uden was lange tijd docent aan het Kempenhorst College en is nu docent Diensteverlening & Producten aan het Merlet College.
Reacties