‘Als ouders thuis een ander kind zien dan leerkrachten op school, is het tijd voor een goed gesprek’
6 januari 2018
Doen wat er van je wordt verwacht en vooral niet te veel opvallen. Kinderen passen zich razendsnel aan de wensen van de omgeving aan. Monique Jonkers beschrijft hoe Ireen uit groep 6 onbewust haar juf op het verkeerde been zet en daar zelf ongelukkig van wordt. Haar blog: ‘Een gemiddelde leerling. Of toch niet?’
Ireen zit in groep 6. Een blond, klein meisje, dat fragiel oogt. De eerste keer dat zij bij me komt, is het vooral gezellig. Ireen speelt de spellen mee, lacht voluit, en lijkt prima in haar vel te zitten. Ook op school is zij een goedgehumeurde, ijverige leerling, die omringd wordt door een clubje vriendinnen.
Thuis is het een ander verhaal. Ouders vertellen me dat hun dochter thuis vaak dwars is, driftbuien heeft en niet lijkt te kunnen genieten. 'Als we ergens heen gaan, wil ze altijd weten hoe lang het duurt, en hoe laat we dan weer naar huis gaan,’ verzucht haar moeder. Verandering is iets waar Ireen moeilijk mee kan omgaan. Thuis is Ireen soms best wel moeilijk om mee om te gaan, vinden de ouders. Omdat zij daar graag hulp bij willen, nemen zij contact met mij op.
In de gesprekken die ik met Ireen heb, blijkt dat zij juist op school niet gelukkig is. Zij verveelt zich, vindt de leerstof saai en mag geen andere dingen doen. Andere kinderen in de klas mogen dat wel. Die maken een werkstuk en hoeven niet mee te doen met spelling en taal. Dat zou Ireen ook wel willen. Maar de leerkracht ziet haar als een gemiddelde leerling. Met goede resultaten, dat wel. Maar de uitleg kan ze beslist niet missen, volgens de leerkracht.
Dan vertelt Ireen mij over haar spreekbeurt. Het onderwerp is 'wijn'. 'Wijn?,’ reageer ik verbaasd. Deze zomer waren zij op vakantie in Italië, vertelt Ireen, en haar ouders houden van wijn. Ze bezochten daarom een aantal wijnboerderijen. Ireen heeft goed opgelet en allerlei dingen mee naar huis genomen. Haar spreekbeurt kan ze op die manier leuk illustreren.
Desgevraagd houdt ze haar spreekbeurt ter plekke, voor mij alleen. Uit haar hoofd. De inhoud is diepgaand, duidelijk en ook voor sommige volwassenen leerzaam, lijkt mij. Ineens zie ik een andere kant van Ireen. Zij straalt als zij naderhand vertelt hoe ze haar spreekbeurt in elkaar heeft gezet.
Ik vraag mij inmiddels af wat de werkelijke capaciteiten van Ireen zijn. Bij haar zie ik veel trekken die passen bij (hoog)begaafdheid. Is Ireen wel echt een gemiddelde leerling? Na overleg met haar ouders besluiten we een IQ-test bij Ireen af te nemen. Zij blijkt hoogbegaafd. Op school heeft zij zich aangepast, en precies gedaan wat er van haar gevraagd werd. Zij heeft vanaf groep 1 goed om zich heen gekeken en daaruit afgeleid hoe je je dient te gedragen op school. Dat maakte dat haar leerkrachten haar als een gemiddelde leerling zagen; op school gedroeg zij zich immers ook zo. Het zorgde er echter ook voor dat Ireen behoorlijk gefrustreerd raakte, omdat zij niet werd aangesproken op haar capaciteiten. En ook in haar vriendinnenclubje bleek dat zij veel water in de wijn deed. Eigenlijk ziet zij zelf geen enkele raakvlakken tussen haar en haar 'vriendinnen'. Ook hier past zij zich aan.
Ouders plaatsen Ireen één ochtend per week in een particuliere plusklas. School gaat hiermee akkoord, en verzorgt ander werk voor Ireen in de weektaak. Voor Ireen is dat fijn. Eindelijk worden haar capaciteiten erkend en wordt ze gezien zoals ze is. Zelf omschrijft zij het zo: ‘de plusklas is mijn redding’.
Als ouders thuis een ander kind zien dan leerkrachten op school, is het tijd voor een goed gesprek. Zodat duidelijk wordt wat de reden is voor dat verschil. Het in kaart brengen van de onderwijsbehoefte van het kind hoort hier bij. Pas daarna kun je verder kijken en bepalen wat het kind nodig heeft. Gezien en erkend worden is voor elk kind belangrijk. Ook voor hoogbegaafde kinderen. Juist zij slagen er goed in om zich razendsnel aan te passen en te doen wat van hen wordt verwacht.
Mijn uitnodiging aan leerkrachten - vooral bij kleuters - om daar alert op te zijn. Het aanpassingsproces kan zich in zes weken voltrekken. Het contact tussen ouders en leerkrachten is ook in dit opzicht van groot belang.
Monique Jonkers begeleidt ouders en kinderen bij hoogbegaafdheid en adviseert scholen. Voordat zij startte met Bureau Flore, werkte ze in het onderwijs als leerkracht en intern begeleider.
Reacties