'Alles is de afgelopen eeuw ingrijpend veranderd, behalve onderwijs. Daar zit dus iets in wat essentieel is'
31 oktober 2014
Als het over onderwijs gaat zien we vaak plaatjes met de boodschap dat alles de afgelopen eeuw ingrijpend veranderd is, behalve onderwijs. Ook al hangt er een digi-bord. 'Je kunt hier ook anders naar kijken,' zegt Sietske Waslander, onder meer hoogleraar sociologie in Tilburg. 'Kennelijk hebben we in de loop der tijd een vorm ontwikkeld en beproefd die heel robuust is. Dat kan niet alleen maar gewoonte of gemakzucht zijn; daar moet wel iets in zitten wat essentieel is voor leren.' Bij haar roepen deze plaatjes daarom andere vragen op: Wat maakt deze vorm nu zo robuust? En hoe kunnen we die waarde in de toekomst behouden?' Een prikkelende lezing 'Zwijgen kan niet meer'.
Deze lezing werd uitgesproken op 29 september 2014 bij de opening van de Onderwijsweek in Groningen.
INTRO
Met slimme technieken – én standaarden – is maatwerk mogelijk. Kijk naar het digitaliseren van leermateriaal. Maar daarmee heb je nog geen onderwijs. Laat staan onderwijs-op-maat. Hoe voorkomen we teleurstelling? Wat staat ons te doen opdat leraren meer echte en persoonlijke aandacht aan leerlingen en studenten kunnen geven? Dat vraag prof. dr. Sietske Wallander, hoogleraar sociologie aan de Tias Nimbas Business School te Tilburg en academic director van de Executive Master of Management in Education, zich af.
Vanmiddag wil ik graag met Groningse nuchterheid naar het onderwijs kijken. Sociologen, zoals ik, zien onderwijs als een vorm van ‘sociale organisatie van leren’. Die vorm kan er in verschillende tijden en op verschillende plaatsen verschillend uit zien. De vorm en de veranderingen daarin hangen sterk samen met de maatschappelijke context. Sociologen kijken dus niet diep in het onderwijs zelf – zoals een onderwijskundige of een vakdidacticus zou doen – maar houden de blik graag breed en op macro-niveau.
Vooruitlopend op het debat hierna zoom ik in op de beloften van ICT in het onderwijs. Er wordt ons regelmatig voorgespiegeld dat we aan de vooravond van een revolutie staan. Maar hoe waarschijnlijk is dat eigenlijk?
Als het over onderwijs gaat zien we vaak plaatjes met de boodschap dat alles de afgelopen eeuw ingrijpend veranderd is, behalve onderwijs. Ook al hangt er een digi-bord. Of u zelf alstublieft de conclusie wilt trekken dat het zo echt niet langer kan.
Je kunt hier ook anders naar kijken.
De sociale organisatie van leren ziet er in het formele onderwijs al vele jaren overal op de wereld ogenschijnlijk, ongeveer hetzelfde uit. Zeker in het funderend onderwijs. Kennelijk hebben we in de loop der tijd een vorm ontwikkeld en beproefd die heel robuust is. Dat kan niet alleen maar gewoonte of gemakzucht zijn; daar moet wel iets in zitten wat essentieel is voor leren. Bij mij roepen deze plaatjes daarom andere vragen op. Wat maakt deze vorm nu zo robuust? En hoe kunnen we die waarde in de toekomst behouden?
Voordat u nu denkt dat u de komende twintig minuten noodgedwongen moet luisteren naar de grootste, meest conservatieve, wereldvreemde scepticus op dit terrein, alvast een kleine geruststelling. Mijn verhaal komt er op neer dat ICT in potentie heel veel impact kán hebben, maar of het dat ook gáát hebben, niet van de techniek maar van heel andere dingen af zal hangen.
Als we dezelfde dingen blijven doen, maar dan met ICT, doen we in het beste geval dezelfde dingen beter. Maar de vraag moet zijn of we de goeie dingen doen. En om die vraag te beantwoorden zullen we moeten praten over dingen waar we in Nederland liever over zwijgen.
Even terug naar de plaatjes.
Je zou ook andere plaatjes van het hedendaagse onderwijs kunnen laten zien. Geen stoelen maar ballen; geen boeken maar laptops. Of een vloerkleed en tablets. Is dit dan de verbeelding van de vooruitgang? Kun je de essentie van die al-dan-niet-revolutie eigenlijk wel aflezen aan dit soort plaatjes?
De grote belofte van ICT is dat het de mogelijkheid biedt voor gepersonaliseerd leren, onderwijs-op-maat, maximale individuele talentontwikkeling. Die taal van personaliseren en maatwerk valt in de vruchtbare voedingsbodem van een samenleving waarin de individualisering steeds verder voortschrijdt. We vinden de verschillen tussen mensen belangrijk. Iedereen is uniek, en dat willen we erkend zien. In de huidige vorm betekent individualisering ook zelf kiezen, zelfredzaamheid, en zelf verantwoordelijk zijn.
Die individualisering trekt ook z’n sporen door het onderwijs. Tot voor kort gold voor populaire studies een loting. Maar we houden er niet van dat ons leven door het lot wordt bepaald. Straks mogen instellingen zelf uitmaken hoe ze toekomstige studenten selecteren. Dat vinden we tegenwoordig eerlijker. Maar er is ook een keerzijde. Waar je vroeger nog kon denken dat je pech had als je was uitgeloot, luidt straks de vraag wat jíj niet goed hebt gedaan om jezelf geselecteerd te krijgen. Dan heb je geen pech gehad, maar zelf gefaald.
Maatwerk
In het kielzog van voortschrijdende individualisering is maatwerk op veel terreinen van ons leven heel gewoon geworden. Op allerlei markten kunnen consumenten eigen keuzes maken en producten ‘personaliseren’. In de industrie staat dit sinds de jaren ’70 bekend als ‘mass-customization’, massa-maatwerk. Het bieden van maatwerk, met de efficiency van massaproductie.
De koptelefoon van Dr. Dre is in 1 miljoen 485 duizend varianten te bestellen. Ook een auto kun je van binnen en van buiten een ‘personal touch’ geven. Toekomstige bewoners kunnen steeds vaker zelf de gevel, de stenen en ook de indeling van een huis bepalen. En met ‘blendle’ maakt de nieuwslezer zelf een selectie van artikelen uit verschillende kranten en tijdschriften, en rekent af per artikel.
Allemaal vormen van maatwerk. Ook allemaal heel verschillend trouwens wat betreft het productieproces dat de klant niet ziet. En ook allemaal alleen maar mogelijk dankzij een vorm van standaardisatie. Dat is namelijk een wetmatigheid: variatie vereist een vorm van standaardisatie. De standaard geeft aan waar iets een variatie op is. Het voert voor nu te ver om diep op deze wetmatigheid in te gaan, maar ik ga proberen het punt duidelijk te maken met een voorbeeld.
Lees verder op de site van Kennisnet.
Prof. dr. Sietske Wallander is hoogleraar sociologie aan de Tias Nimbas Business School te Tilburg en academic director van de Executive Master of Management in Education.
Reacties