‘Zou het mij lukken om met deze vmbo-leerlingen in gesprek te gaan over conflicten op de werkvloer?’
16 oktober 2017
Met hun vijftien/zestien jaar hebben veel vmbo’ers een flinke bijbaan en stage-ervaring. Nog voor hun achttiende hebben zij vaak al verantwoordelijke banen in de zorg- en welzijnssector. Docente Maatschappijleer Fatima Haddouch wilde haar leerlingen praktische handvatten meegeven om om te kunnen gaan met conflicten tijdens hun stages, maar vond haar kennis daarover niet toereikend genoeg. Dus schakelde ze Tabitha van den Berg is, professioneel mediator. Tabitha ging zelf voor de klas met vijftien- en zestienjarigen staan, en samen gingen ze aan het werk. Dit is hun verslag van die dag.
Fatima Haddouch, docent maatschappijleer VMBO: ‘Tijdens het lesgeven over het thema werk, raak ik regelmatig in gesprek met leerlingen die vragen hebben over zaken die tijdens hun stage of bijbaan zijn voorgevallen. Leuke en soms ook minder leuke gebeurtenissen. In ons werkboek over het thema werk staan veel zaken beschreven, maar hele praktische handvatten worden daarin niet beschreven. Ik werk al bijna twintig jaar op dezelfde school en kan wel uit enige ervaring omtrent conflicten putten, maar toereikend is het niet. Ik vond het tijd om iemand met veel meer ervaring op dit gebied eens met de leerlingen te doen sparren. Ik vroeg Tabitha van den Berg, een arbeidsmediator uit mijn netwerk, een gastles voor te bereiden.’
In het dagelijks leven begeleid ik arbeidsconflicten tussen werkgever en werknemer en conflicten binnen teams. Regelmatig ook in het onderwijs. Afgelopen week stond ik zelf voor de klas. In gesprek met een groep Amsterdamse derdeklassers in het vmbo, richting Zorg & Welzijn; vijftien- en zestienjarigen die net hun tweede snuffelstage hadden afgerond.
Theorie vs. praktijk
Hoewel we jongeren op school van een hoop theoretische kennis moeten en willen voorzien, heb je in het echte leven ook veel vaardigheden nodig. Omgaan met conflicten is zo’n vaardigheid die ook voor volwassen professionals geen eenvoudige opgave is. We vluchten, vechten of bevriezen en stellen een goed gesprek over iets dat ons dwars zit zo lang mogelijk uit. In mijn praktijk zie ik vaak hoe klein een conflict (soms jaren eerder) begonnen is. Een roddel, een vermoeden, een uit de hand gelopen misverstand. Naarmate de tijd vordert nemen de spanning en het onderlinge wantrouwen toe, terwijl een goed gesprek in een eerder stadium het tij misschien had kunnen keren. Zo gaat het vaak op de werkvloer. Maar hoe voorkom je conflicten en ga je tijdig in gesprek? En in de voorbereiding op mijn gastles: zou het mij lukken om met leerlingen in gesprek te gaan over conflicten op de werkvloer? Best spannend. Hoe maak je mediation en conflictvaardigheden toegankelijk en interessant voor een groep goedgebekte pubers?
Fatima: ‘Tabitha nam de leerlingen mee in haar wereld van conflictbemiddeling. De leerlingen namen haar op hun beurt mee in de wereld van bijbaantjes en stages. Ze lopen regelmatig tegen zaken op die ze voor het gemak zo laten, omdat ze vaak niet weten hoe ze bespreekbaar te maken. Ook is vaak onbekend dat er regels zijn om ze te beschermen tegen willekeur op de werkvloer.’
In de praktijk: loyaliteit vs. eigenbelang
Na een korte inleiding en inventarisatie gingen de leerlingen in kleine groepjes aan het werk met een eigen conflictanalyse. Wie zijn er betrokken in het conflict? Wie hebben er nog meer last van? Wat gebeurt er als je niets doet, en wat is het risico als je wel iets doet?
Want wat maken deze leerlingen al een hoop mee op de werkvloer. Eén van de tafelgesprekken ging over discriminatie en vervelende opmerkingen over je afkomst. Laat je het van je afglijden of ga je er tegen in? Wat doe je als je hoort dat dat je teamleider je collega-stagiair discrimineert? Durf je voor die persoon op te komen, of komt dan jouw goede beoordeling in het gevaar? Wat gaat dan voor? Loyaliteit of eigenbelang?
Rollenspel
Na de conflictanalyse was het tijd voor het rollenspel. Iedere leerling kreeg een rol: observator, mediator of partij.
De zaak: een stagiaire die steeds te laat komt op het werk en een geïrriteerde stagebegeleider. Locatie: in een zorginstelling.
De uitdaging voor de mediator: onderzoeken wat er (nog meer) aan de hand was, de belangen op tafel krijgen.
De mediators hadden het in een aantal groepjes best lastig. Want wat speelden de partijen hun rol goed! John (mediator) was goudeerlijk bij de evaluatie – de werkgever had gewoon gelijk! Op stage moet je op tijd komen, de situatie thuis is niet het probleem van de werkgever. Hanna, de stagiaire in deze casus, gaf bij de evaluatie aan dat ze zich helemaal niet gehoord voelde. De mediator was partijdig in haar ogen. Een oplossing was ver te zoeken aan deze tafel.
Fatima: ‘De leerlingen verdiepten zich in de verschillende rollen van een casus. In één van de werkgroepjes werd er tijdens het spelen van de casus toch van nog gewisseld van mediator en observator. De rol als mediator vond men erg lastig en later bleek dat het niet alleen in dit groepje het geval was. De rol van mediator is een rol die gekenmerkt wordt door je neutraal opstellen. Hoe lastig is dat! Het was erg “leuk” om na het rollenspel van een leerling die de rol als mediator op zich had genomen, te horen dat ze het eens waren geworden over een mogelijke oplossing, maar dat de leerling tijdens het rollenspel de hele tijd moest denken: ik ben niet neutraal, ik vind dat partij A gelijk heeft en partij B niet. En dan toch partijen begeleiden en tot een afspraak laten komen waarin een ieder zich kan vinden, knap en knap lastig! Ik doe het ze niet na.’
Oordeel uitstellen
Hoe blijf je neutraal en onpartijdig? Terwijl die ene partij echt heel irritant doet of je de mening van de andere partij eigenlijk deelt. Het was net écht! Want, en dat deelde ik ook eerlijk, ook mediators worstelen wel eens met het uitstellen van ons eigen vermoeden en oordeel over wat er aan de hand is. Of in de populaire communicatie-ezelsbruggetjes:
- stel vragen als een OEN (Open Eerlijk en Nieuwsgierig)
- laat OMA (oordelen, meningen en adviezen) thuis en
- neem ANNA mee (Altijd Navragen, niet Aannemen).
Na afloop van ons blok van 100 minuten stelde ik de vraag: wat neem je mee naar huis? Eén van de felste leerlingen gaf aan mee naar huis te nemen dat ze voortaan wil wachten met haar oordeel tot ze beter weet wat er allemaal speelt. Een heel mooi, kwetsbaar moment.
Mijn eigen les
Interactie met collega’s, gedoe met managers, geroddel op de werkvloer, irritatie over omgangsvormen – zonder enige moeite somden de leerlingen redenen voor ‘gedoe’ op het werk op. Ze hadden hele zinnige adviezen en ideeën over het oplossen van conflicten.
Ik vond het bijzonder om te merken hoe ‘wijs’ en (helaas) ervaren deze jonge tieners al zijn. Met hun vijftien/zestien jaar hebben deze vmbo’ers vaak al een flinke bijbaan en stage-ervaring. Nog voor hun achttiende hebben zij straks verantwoordelijke banen in de zorg- en welzijnssector.
Dat is voor veel HBO-/WO’ers anders. Veel ‘managers’, ‘juristen’ en natuurlijk ook mediators kunnen jarenlang ‘ongestoord’ werken aan hun persoonlijke ontwikkeling tijdens een HBO- en/of universitaire studie.
Des te belangrijker is het dat docent en leerling in het vmbo de tijd en ruimte krijgen om te oefenen met persoonlijke- en communicatievaardigheden, zodat ook zij in staat zijn om conflictvaardig te navigeren op de arbeidsmarkt.
Voor wie ook met zijn klas in gesprek wil over gedoe op de werkvloer: Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 6 juni een nieuwe (online) campagne gelanceerd (met de titel #moettochkunnen) om ongewenst gedrag op de werkvloer, zoals (seksuele) intimidatie, pesten en discriminatie, bespreekbaar te maken en onder de aandacht te brengen.
Tabitha van den Berg is geregistreerd MfN mediator. Zij schrijft meer op blogs over mediation en conflictbemiddeling op haar site.
Fatima Haddouch is docent Maatschappijleer op de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam
Reacties