Verstomd ijsblokje
19 januari 2018
Als een verstomd ijsblokje zit het pubermeisje op de vloer. Haar docente, mevrouw de Jong, probeert krampachtig te achterhalen wat er met het meisje aan de hand is. Neelke Ebben - leerkracht in het speciaal onderwijs - schrijft over goede intenties en ongelukkige uitkomsten.
Zij heeft soms
geheimen waar ik liever niets van weet
Het is de ontwijkende blik in haar ogen op die momenten dat er een persoonlijke vraag wordt gesteld. De slangachtige manier waarop ze zich in een drukke ruimte tussen anderen manoeuvreert zonder iemand ook maar met een haartje aan te raken. De lichte verstijving in haar schouders als daarop een hand rust. De verstarde lach zodra er een seksueel getinte grap wordt gemaakt. Signalen die pas opvallen als je er op let.
Achttien jaar geleden was ze een stoer, vrolijk pubermeisje. Slim ook. Ze valt genoeg op in de klas om niet op te vallen en te weinig om te veel op te vallen. Ze heeft een manier gevonden zich zo aanpassen dat het natuurlijk overkomt. De enkele leraar die herkent dat ze ergens mee worstelt, wordt door haar op het verkeerde been gezet. Elke vraag die komt, weet ze te omzeilen voordat deze gesteld is. Ze laat zich niet vangen.
Tot dat ene moment bij mevrouw de Jong. Een lerares die onbedoeld in een situatie komt waarin ze niet kan doen alsof ze niet heeft gezien dat er iets aan de hand is.
In een situatie waarin het meisje moeilijke vragen niet langer uit de weg kan gaan, omdat ze in elkaar gedoken op de grond tegen de muur zit.
Althans, daar zit haar lichaam. Haar hoofd geeft haar lichaam commando’s op te staan, normaal te doen, op te gaan in de wereld van de middelbare school. Maar haar lichaam weigert dienst. Haar mond spreekt niet meer, haar ogen kijken niet meer, haar lijf lijkt bevroren.
Het is niet duidelijk wie er meer pech heeft dat deze twee mensen elkaar op dit moment ontmoeten. Mevrouw de Jong die niet weet hoe te helpen of het meisje, die door juist nu ontdekt te worden cruciale hulp had kúnnen krijgen.
De lerares die, met al haar goede bedoelingen, vraagt of het wel gaat. Een glaasje water haalt. Voorzichtig een arm om het meisje heen slaat. Geruststellende woorden spreekt.
En het meisje, dat al deze zorgzame gebaren ondergaat zonder dat haar lichaam enige reactie geeft.
Mevrouw de Jong probeert krampachtig te achterhalen waardoor deze vrolijke puber als een verstomd ijsblokje op de vloer is beland. Ze zegt het meisje dat ze haar alles kan vertellen. Vervolgens start ze met het kruisverhoor. Gebruikt ze drugs? Is ze bang is voor slechte cijfers? Heeft ze problemen met een vriendje? Wordt ze misschien gepest? Wordt ze thuis geslagen? Zit haar vader aan haar?
Gedachten en paniek vechten bij het meisje om de eerste plek. Welke woorden kunnen duidelijk maken dat er een wereld bestaat waarin walgelijke dingen gebeuren waarvan haar lerares geen weet heeft?
‘Ze zullen me nooit begrijpen’. ‘Niemand zal ooit geloven wat er echt aan de hand is.’
Hoe meer sturend de vragen van haar lerares worden, hoe krachtiger deze overtuigingen zich in haar hoofd nestelen. In plaats van haar geheim(en) te delen, besluit het meisje daar, op die dag, dat ze erover zal zwijgen. Nu, morgen, altijd.
In plaats van echt te luisteren, laat mevrouw de Jong daar, op die dag, zien dat ze kinderen zal beschermen tegen dat wat zij meent te horen.
Nu, morgen en hopelijk niet voor altijd.
Ik overpeins hoe mijn leven eruit zou zien als het meisje destijds mijn geheimen met mevrouw de Jong had gedeeld. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik later alsnog heb mogen ontdekken hoeveel beter het voelt te vertellen over datgene dat mensen niet verwachten, niet bedenken, niet voor mogelijk houden, dan erover zwijgen.
Ook vraag ik me af voor welke kinderen ik een ‘mevrouw de Jong’ ben geweest. Momenten waarop ik oprecht in de veronderstelling was het goede te doen, op het juiste moment, alleen helaas niet in de ogen van de leerling.
Ik weet het niet. Net zoals mevrouw de Jong misschien nog altijd niet weet dat ze met een goede intentie niet automatisch het goede deed.
Ben ik in staat te willen weten wat er écht in het leven van mijzelf en anderen speelt? Zie ik wat ik denk dat er is, of durf en kan ik kijken met een open blik?
Of ik het kan, weet ik niet.
Dat ik het ga doen, weet ik wel.
Zij heeft geen geheimen
waar ik liever niets van weet.
Neelke Ebben werkt op SOVSO Zuiderbos, een school die verbonden is aan een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie.
Reacties