Vernieuwing van vak burgerschap: 'Bouchibti bespreekt echt alles waarmee ik in mijn maag zit'
13 juni 2019
Met het boek Waarom zijn wij Nederlander? gaf Samira Bouchibti - journalist en politica - in de zomer van 2018 een eerste aanzet tot vernieuwing van het vak burgerschap. Het handboek, gemaakt in opdracht van de stad Den Haag, moet op scholen radicalisering voorkomen. En het moet scholieren van alle culturen respect bijbrengen voor de democratie én voor elkaar. Iris Driessen - zelf docente op het Amsterdamse Hyperion Lyceum - is laaiend enthousiast over het handboek van Bouchtibi, die al tien jaar gastlessen geeft in het onderwijs over knellende, sociaal-maatschappelijke thema’s. 'Bouchibti bespreekt echt alles waar ik mee in mijn maag zit. Ondanks de belabberde vormgeving heb ik goud in handen.'
De voorkant van het boekje ‘Waarom zijn wij Nederlander?’ van Samira Bouchibti nodigt niet echt uit tot lezen. Het doet me denken aan een promotie-onderzoek. Of in de woorden van een collega: ‘het logo van de gemeente Den Haag, aparte vormgeving, verwarrende titel… Het lijkt op een boekje dat in een grote envelop door de administratie van je school in je postvakje is gestopt en dat je geneigd bent daar ook maar te laten liggen.'
Maar ho! Niet doen! Deze onaantrekkelijke buitenkant is in werkelijkheid een handboekje om docenten en onderwijsprofessionals handvatten te geven om maatschappelijke en sociale thema’s te kunnen bespreken. Ik ben het boek gaan lezen met een rode highlighter in de hand. En nu ziet het eruit als een slecht gemaakt proefwerk. Of, positiever, als een zeer actief gelezen tekst. En dat laatste is het geval. Veel pagina’s hebben ezelsoren gekregen, ik heb er uitroeptekens ingezet en andere onleesbare krabbels. Ik kan dit
boekje niet meer aan iemand uitlenen en dat wil ik ook niet. Ik houd het en ik ga er nog vele keren in lezen, want wat is dit een nuttig en bruikbaar boek.
Ik ben niet naïef. Ik lees de krant, ik volg het nieuws, ik spreek met vrienden, met collega’s en met leerlingen over de thema’s waar Bouchibti ook over schrijft. Maar zelfs met mijn ervaring heb ik ontzettend veel praktische tips en bruikbare informatie uit het boek gehaald die mijn handelen nog op allerlei manieren kunnen verbeteren. Bouchibti wil met dit boek bijdragen aan de ontwikkeling van goed ontwikkelde en breed gedragen burgerschapslessen in de school. Alleen dan zijn deze lessen effectief. Scholen worstelen met deze taak. Wat de beoogde resultaten moeten zijn en hoe die gemeten moeten worden is onbekend. Er is behoefte aan ontwikkeling en inzichten; zonder planmatige aanpak en vastomlijnde en concrete leerdoelen heeft burgerschapsonderwijs geen zin, schrijft zij.
Relevant is dat de onderwijsvorm voor de leerlingen aantrekkelijk is en dat de maatschappelijke kwesties waaraan de lessen worden opgehangen, voor hen herkenbaar zijn. Bouchibti vindt dat leerlingen de kans moeten krijgen om te ontdekken wie ze zijn en wat ze willen. We doen hun pas echt recht en we sorteren pas écht effect als we de combinatie van identiteits- en persoonsvorming, sociale vorming en maatschappelijke vorming in hun burgerschap verankeren.
Leerlingen moeten de kans krijgen om te ontdekken wie ze zijn en wat ze willen. We doen hun pas echt recht en we sorteren pas écht effect als we de combinatie van identiteits- en persoonsvorming, sociale vorming en maatschappelijke vorming in hun burgerschap verankeren.
Vanuit deze visie benoemt zij een viertal uitdagingen wanneer het gaat om het ontwikkelen van burgerschapsvaardigheden in de klas. Die uitdagingen zijn:
- omgaan met wij-zij-denken,
- het bieden van tegenwicht door bijvoorbeeld te zorgen voor 'ontmoetingen' en te werken aan 'wederzijds respect', in plaats van het ten koste van alles en iedereen opkomen voor jezelf en je eigen groep,
- het zoeken naar de verbinding door te zeggen dat iedereen mag zijn wie hij is, zolang het binnen de grenzen van de wet past
- weerwoord bieden aan ‘ik vertrek’.
De vraag ‘Waarom zijn wij Nederlander?’ kan wat Bouchibti betreft worden beantwoord door in de klas te praten over wat wij met elkaar delen. Zo breng je leerlingen dichter bij elkaar. Al lezende kon ik mij herkennen in wat ik graag zou willen, en ook in waarom ik dit graag wil. Wat ik altijd lastig vind, is dat ik vaak niet weet hoe ik het moet aanpakken. Bouchibti biedt een soort stappenplan aan, maar laat vooral de lezer (de docent) nadenken over zijn of haar handelen wat betreft de inhoud en de vorm van de gespreksvoering.
Zo introduceert ze de VIP- en de HIP-methode. VIP staat voor Vrijheid, Identiteit en Polarisatie. Door over deze thema’s in gesprek te gaan, kunnen leerlingen zich ontwikkelen tot kritische, sociale en verbindende personen. Voor ieder thema worden de leerdoelen aangehaald, zijn er bruikbare vragen voor in de klas opgesteld, en voorbeelden en tips voor docenten die aanzetten tot denken. En ook voor dat denkwerk geeft Bouchibti een handvat. De HIP-methode gaat over het Handelen In Perspectief. Het betekent dat je als docent bijvoorbeeld complexe dingen eenvoudig maakt, filosofische principes toepast om kinderen kritisch te leren denken, humor inzet.
Ik ben lovend over dit boekje, ik weet het. Want Bouchibti bespreekt echt alles waar ik mee in mijn maag zit. Er is een hoofdstuk over mediawijsheid, maar ook over de islam en zijn aanhangers, over de zoektocht naar de islamitische identiteit en al deze hoofdstukken bieden tips en vragen die je in de klas kunt stellen. En het boekje begeleidt me erg goed in mijn denken. Kortom, ondanks de belabberde vormgeving heb ik goud in handen.
En toch, een paar kanttekeningen. Bouchibti beschrijft casussen en geeft tips vanuit haar eigen ervaringen op scholen. Ik ben onder de indruk van haar wijsheid, maar ik mis ook bronnen en literatuur waar zij zich op beroept. Het lijkt me namelijk ook informatief om te weten waarom zij deze thema’s heeft gekozen en handig om, voor wie wil, verder te lezen. Datzelfde geldt voor de achterliggende theorie van waaruit zij haar VIP en HIP-methode heeft ontworpen. Hoewel HIP natuurlijk een bestaande aanpak is.
Maar: ik ben ontzettend blij dat ik het boekje niet in mijn postvak heb laten liggen, ik heb het met veel plezier gelezen en voel me gesterkt en beter voorbereid op mijn handelen in de klas. Het is een thema dat me niet loslaat en dat is maar goed ook. Want er zijn nog vele gesprekken die we met elkaar moeten voeren voordat we met
elkaar Nederlander kunnen zijn.
Dit is een gastcolumn in de juni-editie van het maandblad VanTwaalftotAchttien dat het thema draagt 'Burgerschap of de kunst van het samenleven' en is met toestemming overgenomen.
Iris Driessen is docente Nederlands op het Hyperion Lyceum in Amsterdam.
Lees ook: Handboek tegen radicalisering: ‘Kind pellen als een ui, tot de kern komen’
Samira Bouchibti was tot 2006 werkzaam als journaliste, programmamaakster, dagvoorzitter, moderator, publiciste en communicatieadviseur. Van 2006 tot 2010 was zij lid van de Tweede Kamer voor de Partij van de Arbeid en van 2010 tot 2014 raadslid voor de VVD in Amsterdam. Momenteel werkt zij als senior (strategisch) beleidsadviseur op het gebied van sociale en maatschappelijke vraagstukken. Zij maakt op het gebied van preventie van polarisatie en radicalisering een vertaalslag van beleid naar projecten, plannen en activiteiten voor het onderwijs, de (lokale) overheid, bedrijven en maatschappelijke instellingen. Verder is zij directeur van de VIP Academy. VIP is een manier om in een context van gepolariseerde groepen of grotet egenstellingen op zoek te gaan naar verbinding. Mensen moeten elkaar ontmoeten en met elkaar in gesprek gaan om elkaar te kunnen begrijpen. Zie hiervoor ook www.vip-academy.nl
Reacties