‘School, opvang en ouders moeten op één lijn zitten’
29 april 2019
In Tilburg werken een basisschool voor speciaal onderwijs en een opvang voor dak- en thuislozen nauw samen. Daarmee creëren ze rust en veiligheid voor het kind. ‘We bellen elkaar gewoon als we iets willen bespreken.’ Dit artikel schreef Deborah Ligtenberg voor Augeo Magazine, een gratis te lezen online tijdschrift over veilig opgroeien.
Bij Traverse in Tilburg worden mensen opgevangen die dak- of thuisloos zijn, of dreigen dat te worden. Vrijwel altijd hebben ze ook problemen op andere leefgebieden. Soms gaat het om gezinnen met kinderen. Gezinsbegeleider Nicole Kivits van Traverse: ‘Onze visie is dat kinderen niet in een algemene dak- en thuislozenopvang thuishoren. Waar mogelijk worden gezinnen daarom direct in een gezinshuis met meerdere gezinnen geplaatst of korte tijd in een vakantiehuisje, als noodoplossing. Traverse zoekt naar andere oplossingen hiervoor. Helaas kunnen we soms niet voorkomen dat er kinderen met hun ouders tussen andere dak- en thuislozen geplaatst worden.’
Op kinderen heeft zo’n verblijf in een de crisisopvang grote impact. Ze moeten samenwonen met voor hen onbekende mensen, die vaak ook hun eigen problemen en stressklachten hebben.
Traverse werkt nauw samen met De Zonnesteen, een Tilburgse basisschool voor speciaal onderwijs waar meerdere kinderen uit de opvang naartoe gaan. Waarin verschillen deze kinderen van de kinderen uit andere gezinnen? ‘Ze zijn al zo beschadigd dat ze het gevoel hebben niets meer te verliezen te hebben,’ vertelt Carien Castelijns, internbegeleider van De Zonnesteen. ‘Ze voelen zich ontheemd en zijn vaak alles kwijt. Dat maakt ze een soort van onverschillig.’
‘Ze voelen zich ontheemd en zijn vaak alles kwijt. Dat maakt ze een soort van onverschillig’
Volgens Nicole Kivits kunnen de kinderen uit Traverse vaak geen kind meer zijn. ‘Omdat hun ouders het leven niet goed op de rit hebben, zijn zij soms in de verzorgende ouderrol gestapt. Daar moeten ze geleidelijk weer uit. Dat geeft de meeste kans op herstel. Als kinderen het gevoel krijgen dat anderen ouders helpen, dat ze erop mogen vertrouwen dat het goed komt, zie je ze geleidelijk aan rustig worden. Ze gaan zich veiliger voelen.’
Eén spoor
Carien en Nicole vinden het ‘heel logisch’ dat ze samenwerken. ‘Wat Nicole en ik doen, is gedeelde zorg. Eén kind, één plan. Onderwijs en zorg zijn niet twee sporen die elkaar af en toe kruisen. Bij ons is het één spoor. School, ouders en begeleiders stemmen op elkaar af, waardoor we tot een gezamenlijke aanpak komen. Nicole en ik hebben daar veel contact over. Als een kind steeds hetzelfde hoort en op een zelfde manier wordt behandeld, daalt het vanzelf in.’
Nicole geeft als voorbeeld: ‘Een 9-jarig meisje richtte ze heel sterk op de jongens in de klas. Te sterk. De leerkracht en ik gingen in gesprek met de moeder, legden haar uit dat het gedrag niet bij de leeftijd van haar dochter paste en vroegen haar dit uit te dragen naar haar kind. Bijvoorbeeld door haar dochter te stimuleren zich op andere zaken te richten, zoals haar vriendinnetjes. In de opvang kon ik in de gaten houden hoe dit ging en de moeder erbij helpen. Zo ontstond er langzaam maar zeker verandering in het gedrag van het meisje. Daarnaast hebben ze ook met de moeder gepraat over waar het gedrag vandaan kwam. Zij had veel wisselende contacten, daar had het mee te maken. We hebben haar dan ook gestimuleerd zich meer op haar kind te richten. Dat lukte gelukkig.’
‘Als een kind mopperend thuiskomt, kan Nicole uitleggen waarom het op school zo is gegaan’
De gedeelde visie werkt goed in het contact naar ouders, vindt de intern begeleider. ‘Omdat we beiden op dezelfde manier met een kind omgaan, is dat voor ouders ook heel duidelijk. Kinderen uiten thuis weleens hun ongenoegen over dingen die ze hebben meegemaakt op school. De juf was te streng, ze moesten te veel… Vooral dat laatste. Deze kinderen krijgen van huis uit meestal weinig structuur mee. Op school is dat wennen voor ze. Als een kind mopperend thuiskomt, steunen ouders vaak hun kind – dat hoort ook zo – zonder het verhaal op school terug te vragen. Het is dan goed dat Nicole rustig kan uitleggen waarom een leerkracht op een bepaalde manier heeft gereageerd en wat de regels zijn. Voor een kind is het heel goed om te zien dat zijn ouders, school en gezinsbegeleider op één lijn zitten. Dat geeft rust en veiligheid.’
Airbag
Als een kind in de opvang het contact met zijn vertrouwde omgeving, familie en vriendjes is verloren, is het vaak ook zijn steunfiguren kwijt. Als het die al had. Hulpverleners uit de keten om het gezin heen kunnen deze rol tijdelijk op zich nemen, denkt Carien. ‘Steun is heel belangrijk. Zie het als een airbag in een auto. Je kunt wel ergens tegenaan lopen, je neus stoten of een verkeerde actie doen, maar als die airbag jou opvangt, is het beter te dragen. Dan praat je samen over wat er is gebeurd en wat er de volgende keer beter kan, waardoor je veerkracht kweekt. Daar leren kinderen – en ouders trouwens ook – veel van.’
De gezinsbegeleider en intern begeleider pleiten er allebei voor dat iedereen in de zorg kinderen uit de opvang een beetje extra steun en aandacht geeft. ‘Wij hebben oog voor alle kinderen hier op school, maar met deze kinderen gaan wij extra liefdevol en met veel warmte om. Bijvoorbeeld door niet meteen boos te worden, maar geduldig en begripvol te zijn,’ zegt intern begeleider Carien. ‘Wij willen eraan bijdragen dat zij zich veilig en ontspannen voelen. Dat hebben ze gewoon nodig.’
Volgens Nicole heeft Traverse dezelfde visie. ‘Ik vind het belangrijk dat kinderen de warmte en open communicatie op elke plek ervaren. Dan merken ze dat het heel normaal is om zo met elkaar om te gaan. Door de samenwerking en informatie-uitwisseling over de kinderen en hun ouders, kunnen Carien en ik ze op dezelfde manier steunen. Die samenwerking gaat trouwens heel natuurlijk. Er zijn vaste overlegmomenten, maar de kracht zit ‘m erin dat we elkaar gewoon bellen als we iets willen bespreken.’
‘Wij willen eraan bijdragen dat zij zich veilig en ontspannen voelen. Dat hebben ze gewoon nodig’
Volgens de gezinsbegeleider is school dan ook veel meer dan een plek om te leren. ‘Het is een stabiele factor in hun onrustige en onzekere leven. Zij hebben ouders met veel stress, wat een risicofactor is voor huiselijk geweld.’
Als daar een vermoeden van is, volgt Traverse de meldcode. ‘Heb ik zorgen over een kind, dan bespreek ik die eerst met de ouders. En in overleg met hen ook met school. Ik leg altijd uit aan ouders hoe belangrijk het is dat alle partijen op de hoogte zijn en dat we allemaal naar hetzelfde doel kijken; dat een kind uitgroeit tot een volwaardig burger. Een kind heeft er niet voor gekozen om in deze moeilijke situatie terecht te komen. Laten we dan met z’n allen proberen daar iets van te maken.’
Tien-minutengesprek
Carien beschouwt Nicole als een opvoedpartner, net zoals de ouders dat zijn. Vandaar dat ze haar vaak bij een tien-minutengesprekken vraagt. ‘Voor ouders die veel hebben meegemaakt is zo’n gesprek vaak heel stressvol,’ zegt de intern begeleider. ‘Wat gaan ze van mijn kind vinden? Doe ik het allemaal wel goed? Daarom is het fijn dat Nicole meeluistert, zodat de ouders naderhand een sparringpartner hebben. Zij kan later herhalen wat goed gaat en wat verbetering behoeft. Tijdens een overleg met de ouders hoor ik ook altijd graag hoe Nicole een kind ziet. Als een kind op school en in de opvang twee heel verschillende beelden laat zien, gaat er iets niet goed. Dan is het ergens niet zichzelf. Bijvoorbeeld als een kind thuis agressief gedrag vertoont en op school niet, of andersom. Daar hebben we het dan over en we onderzoeken waarom dit gedrag zo afwijkt. Sámen met de ouders. Zij worden bij alles betrokken.’
Nicole: ‘Laatst was er op school een gesprek met een Afrikaanse vrouw die niet goed Nederlands sprak. Carien en de leerkracht deden enorm hun best om zo simpel mogelijk uit te leggen hoe ze het beste met haar kind kon omgaan, maar toch bleek na afloop dat niet alles duidelijk was. Thuis in de opvang kon ik het nog eens herhalen, waardoor de informatie beter begrepen werd.’
‘Een kind zit er soms niet op te wachten dat school zo goed op de hoogte is’
Dat school en opvang informatie uitwisselen, vinden de kinderen zelf soms best lastig. ‘School is een plek waar de zorgen van thuis er even niet zijn. Dat kan heel lekker zijn,’ zegt Carien. ‘Een kind zit er soms niet op te wachten dat wij zo goed op de hoogte zijn. Maar als een moeder elke drie weken een andere partner heeft, wil ik dat wel graag weten. Omdat het heel goed zou kunnen dat druk gedrag van een kind daar vandaan komt. Ik neem het kind dan bijvoorbeeld apart voor een praatje, waarin ik de ruimte geef om gevoelens te uiten. Dat komt het gedrag ten goede, maar zorgt er vooral ook voor dat het kind zich prettiger voelt. Praten lucht op.’
Dat verlangen naar anonimiteit hebben ouders soms ook, zegt Nicole. ‘Er zijn ouders die tegen hun kinderen zeggen dat ze bepaalde dingen maar niet op school moeten vertellen. Omdat ze bang zijn voor de gevolgen, bijvoorbeeld dat ze erop worden aangesproken. Schaamte speelt ook vaak een rol. Ouders die met hun kinderen in de opvang zitten, zijn de regie helemaal kwijt. Ze hebben geen eigen huis meer, zitten vaak in armoede en kunnen hun kinderen niet geven wat ze willen. En dan zijn er ook nog mensen die zich met de opvoeding bemoeien…’
Maar open communiceren is nodig, vindt Nicole. En het kan ook als voorbeeld dienen voor zowel de ouders als de kinderen. Zo zien ze dat het goed is om problemen bespreekbaar te maken en samen te werken aan oplossingen.
Nieuwe school
Traverse begeleidt gezinnen uiteindelijk naar een eigen woning. ‘Ook daarna blijven wij ze soms nog enkele maanden tot jaren begeleiden. Per gezin verschilt het hoe die begeleiding eruitziet,’ zegt gezinsbegeleider Nicole. ‘Het mooiste is als kinderen op dezelfde school kunnen blijven, maar als dat niet lukt, doen we er natuurlijk alles aan om ook met de nieuwe school goed samen te werken. Dit komt het welzijn van een kind enorm ten goede. En dat is precies waar we het voor doen.’
Handle with Care
Augeo Foundation zet zich in om structurele samenwerking te organiseren tussen de maatschappelijke opvang in Tilburg en de scholen waar de kinderen uit die opvang naartoe gaan. Zo is geregeld dat ouders, Traverse en school elkaar op de hoogte houden van alle ontwikkelingen die het functioneren of het welzijn van een kind kunnen beïnvloeden. Opdat een kind in de opvang en op school passende steun ontvangt, waardoor het zich veilig kan voelen en zijn veerkracht kan vergroten. De pilot loopt sinds dit voorjaar bij een aantal scholen in Tilburg.
Dit artikel is eerder verschenen in Augeo Magazine, een online tijdschrift over veilig opgroeien. Via opiniërende bijdragen, ervaringsverhalen, interviews en columns stimuleert Augeo de discussie over en maatschappelijke betrokkenheid bij kindermishandeling. Augeo magazine verschijnt minimaal vijf keer per jaar, is gratis en volledig online te lezen.
Reacties