Routines? Rou-nietes!
14 september 2018
‘Het is dus héél belangrijk dat je – zeker in de eerste weken van het schooljaar – laat zien dat jij de baas bent. Geen grapjes en niet te veel gezelligheid. Later in het schooljaar kun je het wat losser aanpakken.’ Dat is een van de eerste dingen die Tessa Otten leerde van haar eerste mentor, op haar eerste stagedag, in haar eerste jaar op de pabo. Maar nu ze zelf leerkracht is, merkt ze dat ze het anders wil doen, gouden weken of niet.
Desbetreffende mentor zal het ongetwijfeld goed en beschermend bedoeld hebben, maar het is een uitspraak die me nog steeds bezighoudt. Met die uitspraak van die strenge eerste mentor ergens in mijn achterhoofd, startte ik in de afgelopen twee weken voor het eerst mijn eigen klas op. Ondanks dat dit mijn tweede jaar als leerkracht is, heb ik me niet eerder zo onzeker gevoeld. Ik heb niet het idee dat ik deze gouden weken nou zo anders aanpak dan de rest van het jaar, terwijl ik altijd heb geleerd dat dat wel zou moeten. De theorie staat er vol mee; de gouden weken, aandacht voor relatie, routines en groepsvorming is het fundament voor de rest van het schooljaar. De groep wordt gevormd en de kinderen moeten precies weten waar ze aan toe zijn. Ongetwijfeld, maar geldt dat niet ook voor de rest van het jaar?
Op de eerste schooldag sta ik een beetje gespannen aan de deur van de klas. Terwijl de meeste leerlingen stuiterend binnenkomen, hangt Sem huilend aan de jas van zijn moeder. ‘Goeiemorgen Sem,’ zeg ik zacht als ik naast hem zit en oogcontact zoek, ‘ik kan me voorstellen dat je het spannend vindt vandaag. En weet je? Ik vind het ook best wel spannend.’ Sem veegt stoer zijn tranen weg als hij mijn hand pakt. ‘Dan gaan we wel samen, juf.’ Mooi begin zo.
In de afgelopen twee weken heb ik veel dingen niet gedaan die – als ik de literatuur zou volgen – wel zouden moeten, om de simpele reden dat het niet bij me past. Ik heb geen klassenregels opgesteld en aan de muur gehangen met de kinderen, omdat ik de overtuiging heb dat kinderen in essentie allemaal het goede willen doen. Goed gedrag komt voort uit een fijne sfeer in de klas en een goede relatie met de juf, niet uit een papiertje op de muur. Van nature heb ik weinig met vaste routines. Ik kan me er niet goed aan houden en hecht er weinig waarde aan. Niet echt een handige eigenschap van een juf. Daar ben ik me van bewust, en toch kan ik er niet veel aan veranderen. Mijn klaslokaal heeft een laag Pinterest-gehalte en vaak vergeet ik goed na te denken over de manier waarop een routine kan worden opgebouwd. Wanneer ik merk dat een moment op de dag niet lekker loopt omdat de kinderen toch behoefte hebben aan die duidelijke routine, houden we een kort kringgesprek over hoe we het dan zouden willen. ‘Ik kan niet bij de fruitbak. Wat moeten we doen als we terugkomen van de gym? Waar laat ik mijn spullen als ik klaar ben?’ Het zijn allemaal vragen van de kinderen zelf, met antwoorden van de kinderen zelf. In dit kringgesprek staat één vraag centraal: hoe zouden we het samen kunnen oplossen? Ja, ze zijn 5. En ja, dat kunnen ze.
Ook het gebruik van humor is een item dat me aan het denken heeft gezet. Voor mij is het een manier van leidinggeven, een tool om relaties op te bouwen met mijn leerlingen en te laten zien dat plezier en leren heel goed samengaan. Plezier maken we vooral door spelletjes te doen in de klas. Activiteiten om de groepsvorming in de eerste paar weken van het schooljaar te bevorderen. Waarom zou je ooit stoppen met het vormen van de groep? Coöperatieve spelletjes zijn goed voor het vertrouwen en een fijn pedagogisch klimaat, maar wat nog veel belangrijker is, is dat het heel leuk en grappig is om ze te doen.
Relatie, routine en groepsvorming zijn belangrijk, maar worden in mijn klas toch vervangen door empathie, openheid en humor. Een heel schooljaar lang. Niet alleen de eerste zes weken.
Tessa Otten is in 2017 afgestudeerd aan de Fontys Hogeschool (Kind & Educatie) in Tilburg en dit schooljaar begonnen als leerkracht op basisschool Klinkers in Tilburg.
Reacties