Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Pakkertje op het schoolplein: ‘Die vraag van: wat willen jullie, was wel een goeie.’

11 april 2021

Eefke Eijgenstein ziet op het schoolplein hoe een overblijfvader onenigheid tussen kinderen probeert op te lossen. Maar ze luisteren niet, dus kijkt de man haar moedeloos aan. Daarmee komt de conflictbemiddelaar in Eef los. ‘Wat jullie nu doen, is niet leuk! We doen elkaar hier geen pijn! Kom allemaal eens hier zitten op de grond!' Vervolgens begint Eef met vragen stellen.

foto conflict touwtje springen 2Ik zie een overblijfvader met een huilend kind achter zijn rug. Hij beschermt hem zo te zien.  Na mijn korte uitleg dat ik hier op school ben om te kijken welke ondersteuning overblijfouders kunnen gebruiken, zegt hij: ‘Wat moet ik doen? Dat groepje meisjes achtervolgt andere kinderen en ze doen ze pijn. Ik vind dat niet kunnen. Maar ik heb ze al gevraagd om op te houden, maar ze doen het niet!’ Hij wijst me het clubje.

Ik zie ze lopen. Blauwe jas, gestippelde jas en een blond meisje. Ze staan uitdagend bij het hek en duwen en trekken aan een jongetje. Hij ziet er niet vrolijk uit. De meiden wel, die hebben plezier.

Het jongetje komt nu weer bang aangerend en zoekt bescherming bij ons volwassenen.  De vader roept naar de kinderen: ‘Kom eens hier! Allemaal even hier komen!’ Ze staan allemaal even stil, kijken naar hem en ik zie ze overwegen of ze aan deze oproep gehoor gaan geven, maar helaas. 

Ze roepen: ‘Nee hoor, nee!’
Ze draaien zich om en rennen door. 

Moedeloos kijkt de vader mij aan. ‘Ze willen niet!’

De conflictbemiddelaar komt nu in mij los. 

Als ze weer langslopen en bijna allemaal in mijn gezichtsveld zijn, roep ik zo streng mogelijk: ‘Wat jullie nu doen, is niet leuk! We doen elkaar hier geen pijn! Kom allemaal eens zitten! Allemaal hier zitten, op de grond!’
Ik tril ervan, want ik moet flink schreeuwen.

De vader en ik ‘drijven’ gezamenlijk de kinderen bijeen en inderdaad, een beetje beteuterd gaan ze zitten, op de koude grond. Ik ga op mijn hurken zitten en vraag heel verontwaardigd: ‘Wat is er hier aan de hand?’ De meisjes kijken schuldbewust naar de grond en zeggen niets. Het slachtoffer staat iets verderop en ik wenk hem. Schoorvoetend komt hij dichterbij. Dan mompelt het blonde meisje: ‘Sorry.’ En iets van vrienden maken. Maar haar ogen staan nog vol vuur en plezier om hun spel. 

Daarom vraag ik: ‘Wat willen jullie?’
Een ander zegt: ‘Weer vrienden maken, hand geven.’
Omdat ik voorzie dat dit niet genoeg is om hen te stoppen, zeg ik: ‘Het lijkt erop dat jullie graag pakkertje willen spelen.’
‘Ja,’ knikken ze alle drie heftig. ‘Lekker rennen en plezier maken?’
Ja, knikken ze weer en ze vertellen hoe leuk dat is. 

Dan zeg ik: ‘Kijk eens naar hem,’ en ik wijs op het kind met tranen, en wend me tot hem en vraag: ‘Wil jij dat ook?’
Hij schudt heel verdrietig zijn hoofd. De kinderen kijken inderdaad even naar hem.
‘Dus’, vat ik samen, ’Jullie willen wel andere kinderen pakken, maar hij wil niet gepakt worden. Hoe moeten we dat nou oplossen!’

Zoals gewoonlijk, en daar geniet ik altijd het meeste van, komt er na een korte stilte een oplossing, als uit het niets. De middelste van de drie, die nog niet veel heeft gezegd, wijst dan op een andere jongen die voorbij rent: ‘Hij wil wél gepakt worden!’ 

Wat is dit nou weer voor een wending, denk ik bij mezelf. Maar ik laat me leiden door de kinderen en door dit moment. Ik roep de voorbijganger vragend toe: ‘Wil jij wel gepakt worden?’
‘Ja!’ roept hij, en hij rent uitdagend weg. We voelen allemaal dat dit een onverwachte, maar goede oplossing is.
Tegelijkertijd met dat ik met mijn handen een “opgelost?-gebaar” maak, springen de meidjes op en rennen de vrijwilliger achterna.

Als ik opsta, besef ik dat ik de vader niet erg betrokken heb in het geheel, maar hij heeft wel alles gevolgd. Hij zucht en zegt: ‘Die vraag van: wat willen jullie, was wel een goeie.’

Samen genieten we van het oerbeeld van rennende kinderen die pakkertje spelen. En, zien we het goed? Rent dat jongetje dat net zo verdrietig was ook mee? Ik voel me tevreden en rijk.

Met dank aan de overblijfvader en de kinderen.

Eefke Eijgenstein is onderwijsvernieuwer, schoolmaker van nature en kindertherapeute. Ze is mede-oprichtster van Iederwijs in 2002 en in 2018 zette ze met collega's een school op in Leiden: MakED. Ook werkt Eefke als kindertherapeute vanuit haar eigen bedrijf GezinsGeluk. Ze geeft conflictbemiddelingscursussen, ook online.

Reacties

1
Login of vul uw e-mailadres in.


Wim van Gelder
3 jaar en 8 maanden geleden

Mooi doorkijkje in de dagelijkse realiteit op een plein. Toch beschouw ik (jongens en meisjes-) pakkertje als een spel uit arren moede, waar de grenzen erg snel vervagen. Er is m.i. veel meer nodig dan bemiddelen in een (1 x ) uit de hand gelopen situatie. Ook onmacht van overblijfouders is terugkerend (en logisch) probleem.

Login of vul uw e-mailadres in.


Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief