Over het kleinste kamertje en vrijheid geven, daar waar kinderen de verantwoordelijkheid aankunnen'
1 juli 2016
Karin Donkers en haar teamleden op De Cocon in Alkmaar hadden al van allerlei maatregelen bedacht, maar niets hielp. Nu zelfs de schoonmaakster weigert om de toiletten langer schoon te maken, is de maat vol. Ze besluit als schoolleidster alle klassen in te lopen en de leerlingen te betrekken bij het probleem. Een blog 'over autonomie en verantwoordelijkheid geven, daar waar kinderen het aankunnen.'
Het is maandagmorgen en ik stap een van onze negen groepen binnen. 'Jenny, zou ik heel even wat met deze leerlingen mogen bespreken?' Even kijkt ze me verbaasd aan, maar dan valt het balletje. Ze herinnert zich onze afspraak zoals we gemaakt hadden tijdens onze teamvergadering. Het ging om een steeds terugkerend probleem: het toiletbezoek en de ‘vervuiling’ die dat met zich meebracht.
We hadden al van alles geprobeerd, maar heel regelmatig gebeurde het dat de ontlasting op de muren terecht kwam, urine op de grond en closetrollen in de toiletpot. Werken met wc-beurten, aftekenlijsten en het meenemen van een closetrol vanuit de klas had niet geholpen. Het gesprek, de preek, de boze meester of juf hadden geen indruk gemaakt. Het dreigen van camera’s plaatsen in de toiletten had terecht niet geloofwaardig gebleken en dus moesten we met ‘ander geschut’ komen.
De eerste stap was de bespreking en de brainstorm met de kinderen om te zoeken naar oplossingen. En natuurlijk werd meteen duidelijk dat het in hun eigen groep niet gebeurde, maar dat het probleem bij de andere groepen lag. Dit was meteen een mooi uitgangspunt voor een mogelijkheid tot een oplossing.
'We hebben een groot probleem. Afgelopen donderdag is de schoonmaakster naar me toegekomen en ik zag het meteen, het was weer zover. Ik stop ermee," zei ze, "ik doe het echt niet meer. Ik heb op heel wat scholen gewerkt, maar dit spant echt de kroon. Er zit nu zelfs poep op de muren en ik ga het niet meer schoonmaken. De rest van de school en de klassen wel, maar voor de toiletten zoeken jullie maar iemand anders.'
Er klonk verontwaardiging in de klas. Een paar meisjes schoven wat heen en weer op hun stoel. 'Moeten we het nu zelf gaan doen?'
De een na de ander kwam met een verklaring of zogenaamde oplossing.
Heel wat gewend
'Ja, weet je?', zei ik op een rustige toon. 'Dat zeggen de onderbouwleerlingen ook, dat doen die oudere leerlingen. Het is toch wel heel raar dat we het allemaal niet doen, maar dat het toch elke keer gebeurt. Vorig jaar is een van onze leerlingen al eens een posteractie begonnen, met een een oproep voor het schoonhouden van de toiletten. Het heeft allemaal niet mogen helpen.'
De gezichten van de leerlingen betrokken, er werd rond gekeken. Ze waren duidelijk onder de indruk. 'En nu dit,' ging ik verder. 'Nu wil mevrouw Litting ook niet meer schoonmaken en hebben we pas echt een probleem.'
Elmar stak zijn vinger op: 'Richard kan het toch doen, die doet het tussen de middag ook al een keer extra.' Ik merkte aan mezelf dat ik nu echt een beetje geïrriteerd werd. Ik besloot dit keer om die irritatie ook te laten merken. Waar ik anders misschien even gezucht had om vervolgens weer rustig in gesprek te gaan, besloot ik nu toch ook mijn eigen emotie ruimte te geven. 'Lekker is dat, wij zijn niet in staat om dit probleem op te lossen en dan schuiven we dit smerige klusje gewoon bij Richard, onze conciërge, in de schoenen? Niks ervan, we gaan dit samen oplossen en aanpakken. Niemand hier op school vervuilt de toiletten, we wijzen allemaal met de vinger naar een andere klas, dan is er maar een oplossing.'
Bart stond op en stak tegelijkertijd zijn vinger op. 'We moeten allemaal een eigen toilet hebben, dan gebeurt er vast niets.' De groep leerlingen begon te lachen.
'Ja hoor, alsof dat kan.'
'Nou ik vind het helemaal nog niet zo’n gek idee. Elke groep een eigen toilet en er dan zelf voor zorgen dat dit toilet wel schoon blijft. Dat moet een makkie zijn, want in jullie groep zit geen ‘vervuiler’ die zit alleen in de andere groepen.'
Weer werd het wat onrustig.
'Ik ga echt niet op een toilet waar de jongens ook op gaan, no way.' Met het bekende handgebaar, wuifde ze het idee weg.
'Dat hoeft ook niet, we zorgen dat elke groep een eigen jongens en meiden toilet krijgt. Gewoon als groep verantwoordelijk voor je eigen toilet. Ervoor zorgen dat jullie het schoonste toilet van de school hebben. Ik weet niet of dat gaat lukken, want in groep 4 zeggen ze vast ook dat zij de schoonste zijn.'
Nu had ik een gevoelige snaar geraakt. Er ontstond verontwaardiging en de bijna-pubers stootten elkaar aan en begonnen onderling wat te smoezen. 'Nou echt niet, wij gaan dat winnen.”
'Ik ga zelf ook een paar keer week controleren hoor. En weet je, als jullie een eigen toilet hebben, mogen jullie hem wat mij betreft ook gezellig maken.'
Dit was duidelijk een goede zet want meteen werden er allemaal ideeën geventileerd. Er zouden posters opgehangen worden, geen wc-rollen meer mee de klas in, maar gewoon op de houder, eigen handdoekje aan een haakje, geurzakjes aan het plafond en noem maar op. 'Ik vind het allemaal goed, maar wel in overleg met elkaar en de juf. En onthoud een ding goed: het gaat om een schoon toilet en we moeten ons er allemaal prettig voelen. Het wordt het toilet van groep 7, dus maak er wat moois van. Er zijn twee voorwaarden: we mogen niet schilderen en timmeren en we moeten het eens per maand kunnen wisselen om andere leerlingen weer een kans te geven om iets op te hangen.'
Verantwoordelijkheid daar waar…
Duidelijk werd dat alle groepen deze uitdaging aan wilden gaan, de toiletten werden verdeeld en voorzien van naambordjes aan de buitenkant. We spraken in alle groepen hetzelfde af en elke groep was er van overtuigd dat de titel van ‘het schoonste toilet’ was weggelegd voor hun eigen groep. En ja hoor, de posters verschenen en we zijn nu drie weken verder en de toiletten blijven schoon. Leerlingen spreken elkaar aan op hun gedrag. Blijkbaar hadden ze dit stukje autonomie en eigen verantwoordelijkheid nemen voor de eigen omgeving nodig.
Het is maandagmorgen en ik stap een van onze negen groepen binnen. 'Jenny, zou ik heel even wat met deze leerlingen mogen bespreken?' Even kijkt ze me verbaasd aan, maar dan valt het balletje. Ze herinnert zich onze afspraak zoals we gemaakt hadden tijdens onze teamvergadering. Het ging om een steeds terugkerend probleem: het toiletbezoek en de ‘vervuiling’ die dat met zich meebracht.
We hadden al van alles geprobeerd, maar heel regelmatig gebeurde het dat de ontlasting op de muren terecht kwam, urine op de grond en closetrollen in de toiletpot. Werken met wc-beurten, aftekenlijsten en het meenemen van een closetrol vanuit de klas had niet geholpen. Het gesprek, de preek, de boze meester of juf hadden geen indruk gemaakt. Het dreigen van camera’s plaatsen in de toiletten had terecht niet geloofwaardig gebleken en dus moesten we met ‘ander geschut’ komen.
De eerste stap was de bespreking en de brainstorm met de kinderen om te zoeken naar oplossingen. En natuurlijk werd meteen duidelijk dat het in hun eigen groep niet gebeurde, maar dat het probleem bij de andere groepen lag. Dit was meteen een mooi uitgangspunt voor een mogelijkheid tot een oplossing.
'We hebben een groot probleem. Afgelopen donderdag is de schoonmaakster naar me toegekomen en ik zag het meteen, het was weer zover. Ik stop ermee," zei ze, "ik doe het echt niet meer. Ik heb op heel wat scholen gewerkt, maar dit spant echt de kroon. Er zit nu zelfs poep op de muren en ik ga het niet meer schoonmaken. De rest van de school en de klassen wel, maar voor de toiletten zoeken jullie maar iemand anders.'
Er klonk verontwaardiging in de klas. Een paar meisjes schoven wat heen en weer op hun stoel. 'Moeten we het nu zelf gaan doen?'
De een na de ander kwam met een verklaring of zogenaamde oplossing.
- 'Ik denk dat we met zijn tweeën altijd naar het toilet toe moeten en dan elkaar controleren.'
- 'Dan toch maar toestemming vragen aan ouders en camera’s ophangen.'
- 'Ik denk dat de jongere kinderen het nog niet zo goed kunnen en alles vies maken.'
Heel wat gewend
'Ja, weet je?', zei ik op een rustige toon. 'Dat zeggen de onderbouwleerlingen ook, dat doen die oudere leerlingen. Het is toch wel heel raar dat we het allemaal niet doen, maar dat het toch elke keer gebeurt. Vorig jaar is een van onze leerlingen al eens een posteractie begonnen, met een een oproep voor het schoonhouden van de toiletten. Het heeft allemaal niet mogen helpen.'
De gezichten van de leerlingen betrokken, er werd rond gekeken. Ze waren duidelijk onder de indruk. 'En nu dit,' ging ik verder. 'Nu wil mevrouw Litting ook niet meer schoonmaken en hebben we pas echt een probleem.'
Elmar stak zijn vinger op: 'Richard kan het toch doen, die doet het tussen de middag ook al een keer extra.' Ik merkte aan mezelf dat ik nu echt een beetje geïrriteerd werd. Ik besloot dit keer om die irritatie ook te laten merken. Waar ik anders misschien even gezucht had om vervolgens weer rustig in gesprek te gaan, besloot ik nu toch ook mijn eigen emotie ruimte te geven. 'Lekker is dat, wij zijn niet in staat om dit probleem op te lossen en dan schuiven we dit smerige klusje gewoon bij Richard, onze conciërge, in de schoenen? Niks ervan, we gaan dit samen oplossen en aanpakken. Niemand hier op school vervuilt de toiletten, we wijzen allemaal met de vinger naar een andere klas, dan is er maar een oplossing.'
Bart stond op en stak tegelijkertijd zijn vinger op. 'We moeten allemaal een eigen toilet hebben, dan gebeurt er vast niets.' De groep leerlingen begon te lachen.
'Ja hoor, alsof dat kan.'
'Nou ik vind het helemaal nog niet zo’n gek idee. Elke groep een eigen toilet en er dan zelf voor zorgen dat dit toilet wel schoon blijft. Dat moet een makkie zijn, want in jullie groep zit geen ‘vervuiler’ die zit alleen in de andere groepen.'
Weer werd het wat onrustig.
'Ik ga echt niet op een toilet waar de jongens ook op gaan, no way.' Met het bekende handgebaar, wuifde ze het idee weg.
'Dat hoeft ook niet, we zorgen dat elke groep een eigen jongens en meiden toilet krijgt. Gewoon als groep verantwoordelijk voor je eigen toilet. Ervoor zorgen dat jullie het schoonste toilet van de school hebben. Ik weet niet of dat gaat lukken, want in groep 4 zeggen ze vast ook dat zij de schoonste zijn.'
Nu had ik een gevoelige snaar geraakt. Er ontstond verontwaardiging en de bijna-pubers stootten elkaar aan en begonnen onderling wat te smoezen. 'Nou echt niet, wij gaan dat winnen.”
'Ik ga zelf ook een paar keer week controleren hoor. En weet je, als jullie een eigen toilet hebben, mogen jullie hem wat mij betreft ook gezellig maken.'
Dit was duidelijk een goede zet want meteen werden er allemaal ideeën geventileerd. Er zouden posters opgehangen worden, geen wc-rollen meer mee de klas in, maar gewoon op de houder, eigen handdoekje aan een haakje, geurzakjes aan het plafond en noem maar op. 'Ik vind het allemaal goed, maar wel in overleg met elkaar en de juf. En onthoud een ding goed: het gaat om een schoon toilet en we moeten ons er allemaal prettig voelen. Het wordt het toilet van groep 7, dus maak er wat moois van. Er zijn twee voorwaarden: we mogen niet schilderen en timmeren en we moeten het eens per maand kunnen wisselen om andere leerlingen weer een kans te geven om iets op te hangen.'
Verantwoordelijkheid daar waar…
Duidelijk werd dat alle groepen deze uitdaging aan wilden gaan, de toiletten werden verdeeld en voorzien van naambordjes aan de buitenkant. We spraken in alle groepen hetzelfde af en elke groep was er van overtuigd dat de titel van ‘het schoonste toilet’ was weggelegd voor hun eigen groep. En ja hoor, de posters verschenen en we zijn nu drie weken verder en de toiletten blijven schoon. Leerlingen spreken elkaar aan op hun gedrag. Blijkbaar hadden ze dit stukje autonomie en eigen verantwoordelijkheid nemen voor de eigen omgeving nodig.
Karin Donkers is sinds mei 2017 schoolleider en kwartiermaker bij een nieuwe Openbare School van Ronduit Onderwijs geworden, de Vroonermeerschool in Alkmaar.
Zij schrijft ook over haar ervaringen op haar eigen blog Kardonsch.
Reacties