Onderwijs aan meisjes met adhd
17 september 2021
'Als leraren werkelijk iets willen betekenen voor meisjes met adhd, dan doen ze dat beter op een subtiele en discrete manier', schrijft Anne van Hees, coach voor deze doelgroep. In een drieluik geeft ze tips over meisjes met adhd in de klas.
Mogelijk vermoedde je naar aanleiding van de titel, dat ik in dit verhaal een rigoureuze verandering van het onderwijs zou aanbevelen. Of dat dit verhaal wellicht zou bestaan uit een beschrijving van een nog op te richten school.
Geen van beide ga je in dit verhaal terugvinden.
Om de eenvoudige reden dat meisjes met adhd weinig liever willen dan erbij horen. Het zou een heuse straf zijn als ze op een aparte school werden geplaatst of een hele afwijkende (voorkeurs)behandeling zouden krijgen op hun eigen school. Ik denk dat de in de huidige tijd nog steeds veelgebruikte gehoorbeschermers en afschermschotten, een veel minder goed idee zijn – zeker op langere termijn – dan het ogenschijnlijk lijkt.
Nee, als leraren werkelijk iets willen betekenen voor deze meisjes, dan doen ze dat beter op een subtiele en discrete manier. Meisjes met adhd vallen al genoeg op doordat zij voor hun beurt praten, eerst doen en dan pas nadenken of juist omdat ze het antwoord weer eens niet weten of niet weten waar de leraar en medeleerlingen bij het hardop lezen van een tekst zijn gebleven.
Alle vrouwen die ik sprak, vertelden me dat zij binnen hun onderwijsloopbaan veel meer last hadden van de neveneffecten van hun adhd-gedragingen, dan van hun adhd-gedragingen zelf. Denk bij de neveneffecten bijvoorbeeld aan de vele kritische opmerkingen of het zuchten van leraren. Denk ook aan het als minder intelligent worden gezien, dan ze daadwerkelijk zijn. Denk überhaupt aan het niet gezien worden.
Nog altijd worden vrouwen veel minder vaak en op latere leeftijd gediagnosticeerd dan mannen. Daarmee is er voor jongens veel vaker en eerder de erkenning dat er een significant verschil is tussen de verwachting vanuit het onderwijs en dat waar het kind toe in staat is. Anderzijds wordt er vervolgens vaak met man en macht geprobeerd om deze jongens ‘te helpen’ zich aan te passen aan het onderwijs.
Het niet gezien worden en de negatieve aandacht die mijn cliënten als meisjes op school kregen, droegen bij aan een negatief zelfbeeld. Ook aan het hebben van weinig vertrouwen in zichzelf, hun mogelijkheden en talent, hun kijk op de zichzelf en op de wereld en de waarde van hun kijk. Ook zie ik dat mijn cliënten door hun ervaring binnen het onderwijs, dat hun ‘self efficacy’ – vrij vertaald: zelfeffectiviteit of geloof in het effect dat door een individu kan worden bewerkstelligd – veel minder is dan mogelijk. Enzovoorts en zo verder.
Ik kan geen huidige of voormalige cliënt bedenken voor wie dit niet geldt.
Dit is dan ook mijn eerste idee over onderwijs aan meisjes met adhd: laat hen heel. Erken ze, zie ze voor wie zij zijn. Daarvoor hoeven geen grote aanpassingen aan het onderwijs te worden gedaan. Geduld en vertrouwen in deze meisjes helpt hen al heel veel verder. Het kan zo eenvoudig zijn als dat een leraar aan het einde van de dag even bij een meisje met adhd gaat zitten en vraagt: ‘Hoe heb jij vandaag de dag ervaren?’ en vervolgens onbevooroordeeld luistert.
Toch zijn er zeker ook wel eenvoudige, subtiele veranderingen en aanpassingen die meisjes met adhd (én hun klasgenoten én hun leraren) enorm helpen. Maar hierover schrijf ik een volgend verhaal, wellicht zelf meerdere verhalen.
Anne van Hees is opgeleid als leerkracht en als onderwijskundige. Ze is oprichter/coach bij de ADHDacademie, waar ze ook schrijft over haar praktijk en dit verhaal eerder werd gepubliceerd.
Reacties