Onderschatting rol onderwijs funest
3 april 2018
Ons onderwijs is verworden tot een verlengstuk van de economie. Leerlingen krijgen niet of nauwelijks de noodzakelijke basiskennis en –competenties voorgeschoteld om de wereldwijde duurzaamheidsproblemen het hoofd te bieden. In plaats daarvan bereiden scholen leerlingen hoofdzakelijk voor op een leven lang flexibel werken om inkomen te generen.
Dit artikel is eerder verschenen in het themanummer ‘Duurzaamheidseducatie’ van het tijdschrift Milieu (2016), p. 26-27.
Op donderdag 12 april verzorgt Arjen Wals, hoogleraar Transformatief Leren voor Sociaal-ecologische Duurzaamheid/Unesco Chair te Wageningen, de onderwijsavond in Driebergen. De titel van zijn lezing is: Duurzaam ontplooien in een on-duurzame wereld – toekomstbestendig onderwijs in tijden van crises.
Duurzaamheid omvat meer dan het sluiten van kolencentrales of de overstap op elektrische auto’s. Een duurzamere wereld vraagt om een transitie in ons denken en in de waarden die we nastreven. De rol van onderwijs bij het realiseren van een dergelijke transitie wordt enorm onderschat en krijgt nauwelijks aandacht in het duurzaamheidsbeleid. Integendeel, het huidige onderwijs is vooral gericht op het aanleren van bekwaamheden om te kunnen opereren binnen het huidige economische systeem. Voorop staat de voorbereiding op een leven lang flexibel werken om inkomen te generen. Inkomen dat het liefst zo snel mogelijk weer wordt uitgegeven om de economie draaiende te houden. Los van de vraag of het leven geen andere betekenis heeft dan werken en ‘consumeren’, wordt steeds duidelijker dat er ecologische grenzen zijn waarbinnen we moeten leren leven. Permanente groei voor iedereen, overal en voor altijd, is sowieso een illusie.
Hybride leeromgeving
Nu is integreren van duurzaamheid in onderwijs geen eenvoudige zaak. Het begrip ‘duurzaam’ is niet eenduidig. Vragen als ‘Zijn biologische groenten beter voor het milieu?’ of ‘Zijn zonnepanelen duurzaam?’ worden gelukkig steeds vaker en door steeds meer mensen gesteld, maar de antwoorden erop zijn niet altijd gemakkelijk te geven en ze veranderen in de tijd. Het wordt nog lastiger wanneer deze onduidelijkheid door bedrijven bewust word gecultiveerd en misbruikt om ons huidige op groei en consumptie gerichte systeem in stand te houden.
Deze onzekerheid en verwarring mag niet worden aangewend als een excuus om maar niets te doen, want daarvoor zijn problemen als klimaatverandering en extreme ongelijkheid te urgent. Wachten op duidelijkheid en zekerheid en tot die tijd doorgaan op de huidige weg is geen optie. Daarmee verwordt duurzaamheid feitelijk tot een permanente zoektocht waar zoveel mogelijk mensen bij betrokken moeten raken. Om de jongste generaties hiertoe goed uit te rusten, speelt ander onderwijs een sleutelrol. De competenties voor duurzaamheid zijn veelsoortig en breed en vereisen nieuwe hybride leeromgevingen die in tijd, plaats en interacties wisselen. Daarbij dienen de grenzen tussen disciplines, generaties, culturen, instellingen en sectoren te vervagen. We moeten scholen creëren die duurzaamheid ‘ademen’.
Ander onderwijs
Vanuit het perspectief van leren heeft duurzaamheid een aantrekkelijke onduidelijkheid. Hier gaat een uitnodiging vanuit om - met de kennis van nu - als school, wijk, gemeente of bedrijf zelf betekenis te geven aan duurzaamheid en zonodig te herijken. Dat lijkt vaag en abstract maar gebeurt op steeds meer plekken in de alledaagse praktijk. Zo zijn er wereldwijd al tienduizenden ecoschools: scholen die duurzaamheid integraal benaderen door in het curriculum ruimte te maken voor onderzoekend en ontdekkend leren, gericht op vraagstukken rondom energie, water, biodiversiteit, voeding en gezondheid. Daarnaast ‘vergroenen’ steeds meer scholen hun schoolomgeving en ontwikkelen zij relaties met partijen die zich rondom de school bevinden: gemeente, bedrijven, zorginstellingen.
Handelingsperspectieven
Kinderen moeten in een vernieuwd onderwijsstelsel competenties ontwikkelen die hen in staat stellen het handelen van de mensheid te wegen in termen van duurzaamheid. Daarbij dient niet langer eenzijdig de focus te liggen op de economie, maar op het creëren van een geïntegreerd beeld van een leefbare wereld. Het gaat immers niet alleen om de mens, maar om alle plant- en diersoorten en ecosystemen. Daarbij behoort veel aandacht uit te gaan naar het handelingsperspectief: naast aandacht voor het ontwikkelen van begrip en betrokkenheid, oefenen leerlingen in handelen en veranderen. Dit betekent niet dat rekenen, taal, lezen en andere basisvaardigheden niet meer nodig zijn. Integendeel, die blijven essentieel en ondersteunen onze jongste generatie juist in de zoektocht naar een duurzaam en betekenisvol leven. De overheid moet ruimte scheppen voor scholen om op deze manier vorm te geven aan hun maatschappelijke opgave. Duurzaamheid is gebaat bij ander onderwijs, waarbij het gaat om een heroriëntatie op mens en aarde.
Reacties