Nakijken – Aflevering 1: Schoolwerk maken is lastig op een lege maag
7 december 2020
Voor de website Sociale Vraagstukken blikt socioloog Thijs Bol elke week terug op de aflevering van Klassen, de nieuwe documentaire van omroep Human. Vorige week was de aftrap van deze reeks blogs: wat Yunuscan, die alleen achter zijn computer zit, ons laat zien over kansen(on)gelijkheid in het onderwijs.
Midden in de eerste aflevering van Klassen horen we een liedje van de Amerikaanse singer-songwriter Gillian Welch: ‘Everything is free now, that’s what they say’. Alles is mogelijk, alles is te bereiken. Zeggen ze. Maar is dat wel zo? Heeft iedereen gelijke kansen?
Dat is de centrale vraag van de nieuwe 7-delige documentaireserie over kansenongelijkheid in het Nederlandse onderwijs die gisteravond in première ging. Ruim een jaar lang volgden de makers een aantal kinderen en hun gezinnen, leerkrachten, schoolbestuurders en beleidsmakers in Amsterdam-Noord. Hoe vergaat het de groep 8-leerlingen in het jaar waarin ze te weten komen wat hun instroomniveau op de middelbare school wordt? Hoe zorg je als leerkracht op een vmbo-school met zorgonderwijs dat je leerlingen naar je les blijven komen? En hoe goed kan een kind eigenlijk leren als het een instabiele thuissituatie heeft?
De serie onderzoekt deze en andere vragen door een aantal hoofdpersonen te volgen. In aflevering 1 ontmoeten we Anyssa, Esma, Gianny en Yunuscan. Maar deze verhalen die zo treffend in beeld gebracht worden gaan niet alleen over hen. Wat Klassen ons laat zien, gaat over het gehele Nederlandse onderwijs. Daarom deze reeks blogs onder de titel Nakijken. In de eerste blog begin ik breed en ga ik in op het kernbegrip van aflevering 1: kansenongelijkheid.
Gelijke prestaties, ongelijke uitkomsten
In aflevering 1 zien we Yunuscan, een gemotiveerde groep 8-leerling op de Vier Windstreken die graag naar de havo wil. Elke avond werkt Yunuscan tussen negen en tien alleen aan zijn schoolwerk, alleen achter de computer. Ook Anyssa zit op de Vier Windstreken. Ze woont bij opa en oma: daar heeft ze een eigen kamer, en haar moeder woont ver van haar school.
Zowel Yunuscan als Anyssa hebben talent en zijn gemotiveerd, maar tegelijkertijd hebben ze beiden barrières die het voor hen moeilijker maakt om het goed te doen op de basisschool. Ze hebben niet dezelfde kansen als sommige andere kinderen.
In het publieke debat kreeg kansenongelijkheid in 2016 hernieuwde aandacht. De Onderwijsinspectie kwam in dat jaar met alarmerende cijfers: bij een vergelijkbare score op de eindtoets, krijgen kinderen met laagopgeleide ouders veel vaker een lager middelbaar schooladvies dan kinderen met hoogopgeleide ouders. Als je dus het geluk hebt geboren te worden in een gezin waarin je ouders hoogopgeleid zijn, hoef je minder goed te presteren om op de havo of het vwo te komen. Bovendien nam dit verschil tot voor kort zelfs sterk toe.
Ook in Klassen gaat het over deze vorm van kansenongelijkheid. Schoolbestuurder Mirjam Leinders vertelt dat zij door haar docent te laag geadviseerd werd. De Amsterdamse wethouder Marjolein Moorman ontvangt op het stadhuis een groep vwo-leerlingen. Allen kregen ze op de basisschool een lager advies dan ze achteraf aan bleken te kunnen. Eén van de leerlingen vertelt in die scene dat haar docente aangaf dat ze wist dat ze het vwo aankon, maar dat ze dat advies nog niet wilde geven. Door een goede CITO-eindtoets eindigde ze tegen de verwachtingen in toch op het vwo.
Ongelijke prestaties, ongelijke uitkomsten
Is dat dan dus kansengelijkheid? Houdt kansengelijkheid in dat kinderen bij gelijke onderwijsprestaties gelijke uitkomsten hebben? Aflevering 1 van Klassen laat zien dat het veel complexer is dan dat. Op de Vier Windstreken geeft juf Jolanda groep 8 huiswerk mee met een voorbehoud: ‘Deze is best lastig te vinden, dus laat je ouders je helpen.’ Maar lang niet alle kinderen hebben ouders die goed kunnen helpen. Yunuscan maakt zijn huiswerk ‘s avonds alleen. En in het leven van Anyssa gebeurt zoveel dat huiswerk überhaupt moeilijk gaat.
Onderzoek laat zien dat verschillen in schoolprestaties tussen kinderen die opgroeien in kansarme en kansrijke gezinnen dus al op jonge leeftijd tot stand komen. Kinderen krijgen van jongs af aan verschillende mogelijkheden om hun talenten te ontplooien. Het is bekend dat kinderen in kansrijke gezinnen veel meer gestimuleerd worden, bijvoorbeeld door ze voor te lezen.
Het probleem is dus veel ingewikkelder. Er is grote kansenongelijkheid in de mogelijkheid om te leren. Een kind uit een kansarm milieu moet veel harder werken dan een kind uit een kansrijk milieu om tot vergelijkbare prestaties te komen.
Waar je wieg staat is de treffende titel van aflevering 1. En het klopt: waar je geboren wordt is de belangrijkste loterij van je leven. De invloed van sociaal milieu is enorm. De Franse socioloog Bourdieu beschrijft dit in termen van kapitaal. Elk gezin bezit sociaal, economisch en cultureel kapitaal, waarbij die laatste vooral belangrijk is voor succes op school
Van jongs af aan worden kinderen van hoogopgeleide ouders bewust en onbewust voorbereid op een succesvolle loopbaan in het onderwijs. Er is hulp bij het huiswerk, er worden musea bezocht, er is geld voor vakantie en indien nodig is er extra ondersteuning in de vorm van huiswerkbegeleiding. Vanuit het perspectief van die ouders volkomen logische keuzes: waarom zou je je kind musea of lezen ontzeggen? Het grote probleem voor sommige kinderen is dat ze geen toegang hebben, terwijl ze daar wel baat bij zouden hebben.
Ongelijkheid is een keuze
Dat niet iedereen dezelfde mogelijkheden heeft wordt in Klassen duidelijk in één van de laatste en meest aangrijpende scènes. We zien Anyssa op straat water drinken uit een kraantje: er was niemand thuis, de deur zat op slot en de sleutel lag binnen. Als ze terugkomt in de klas zegt ze dat ze alleen een Sultana heeft gegeten als lunch. Schoolwerk maken is lastig op een lege maag.
‘Ongelijkheid is een keuze’, zegt Moorman in aflevering 1. Dat klopt, maar kansenongelijkheid is vooral een veelkoppig monster dat lastig te slachten is. Opvoeding speelt een grote rol, en daar hebben we maar beperkt invloed op. Juist daarom is de school zo’n cruciale plek. Daar zijn alle kinderen samen. Daar kan dus wel wat gebeuren.
Door leerkrachten zoals Juf Jolanda, die extra eten meeneemt voor haar kinderen. Door schoolbestuurders zoals een gepassioneerde Mirjam Leinders, die het als haar missie ziet kinderen gelijke kansen te geven. En dan het liefst in een onderwijssysteem dat gelijke kansen zo goed mogelijk waarborgt. Daar is gelijkheid een keuze.
De komende weken meer hierover. In Klassen, en in deze blog.
Thijs Bol is onderwijssocioloog aan de Universiteit van Amsterdam.
Reacties