Na een migratie: ‘Voor nu past een aai over zijn bol, ik heb geen medicijn tegen het gemis’
2 november 2017
Drie maanden woonden ze in Nederland, Marjolein van Dongen en haar gezin als zij deze column schrijft. Ze zijn teruggekomen uit Curaçao. Voor Marjoleins achtjarige zoon is het wennen, zeker op school, waar de ongeschreven (sociale) regels hem kunnen verwarren. Marjolein reflecteert op haar rol als moeder: wat moet ze doen (en laten) om haar zoon hier goed te laten landen?
Het is oktober inmiddels. Drie maanden na de grote sprong in het diepe. Voor mij is het een remigratie, van Curaçao terug naar Nederland. Voor mijn zoon van bijna acht jaar is deze grote verhuizing een emigratie. Hij is geboren op een tropische plek, in een beschutte, voorspelbare en kleine wereld om hem heen. Voor hem is Nederland enorm groot, overweldigend en al die veranderingen en nieuwe indrukken halen hem compleet uit zijn comfortzone.
In september gaat hij voor het eerst weer naar school, op een nieuwe plek en in een heel nieuwe omgeving. Hij moet contact maken bij kinderen die elkaar al een lange tijd kennen. En dit met alle ongeschreven sociale regels erbij. Eigenlijk weet hij nog niet zo goed hoe. Het is niet genoeg om te zeggen dat hij gewoon zichzelf mag zijn en blijven. Wat is dat dan gewoon jezelf zijn? Wat bedoel ik daar nu mee? Wat betekent dit voor hem in het echte leven? Daar heb ik als volwassene en als moeder al genoeg moeite mee, dus echt vreemd is het niet dat hij er niets mee kan.
Frustratie op school
Op school raakt hij na een ogenschijnlijk goed begin, gefrustreerd. Hij begint te mopperen en is boos op mij, op zijn vader, op de beslissing om te migreren, en op Nederland. Op een dag komt hij met een bokkenpruik op thuis. ‘Hij is een verrader. Hij vraagt andere kinderen om te spelen, terwijl ik met hem speel. Dan vraagt hij of dat oké is met mij. Dan zeg ik nee en wat doet hij?’, foetert hij. Voordat ik iets kan zeggen of ook maar adem kan halen, roept hij kwaad: ‘Hij gaat met hún spelen. En niet met míj!’
Zijn diepe verontwaardiging is goed te voelen. Ik heb met hem te doen. Ik laat hem uitrazen en nodig hem uit om bij me te komen zitten. Hij twijfelt even, maar geeft zich dan over. Dicht tegen me aan, zeg ik eerst nog even niets. Dan laat ik hem nogmaals zijn verhaal vertellen. Ik stel vragen over wat er is gebeurd, wat hij denkt en hoe hij zich voelt. Hij mist zijn oude vrienden en Curaçao; Nederland is stom! Hij snikt en balt zijn vuisten van de spanning. Eerst moeten zijn gevoelens van spanning en weerstand gehoor krijgen. Hij zucht. Wanneer hij zich wat rustiger voelt, komen we tot een gesprek. Het gemis mag er zijn, zo ook al die verwarrende en onrustige gevoelens.
Tijd, knuffels en lachen
Hij kijkt verbaasd op als ik vertel dat ik vaak met dezelfde gevoelens worstel als hij. Ik vertel ook hoe ik ermee omga, wat heeft gewerkt en wat niet. Het heeft in ieder geval tijd nodig, het wennen aan zo’n grote omslag. Een echt recept kan ik helaas niet geven. Hij vraagt nog maar een keertje naar de redenen van vertrek en krijgt van mij weer een eerlijk antwoord.
We merken samen op hoe hoe de omslag bij hem tot uiting komt. Dat hij moeilijker in slaap komt, beweeglijker is dan voorheen en op een negatievere manier aandacht vraagt. Hij vindt het vervelend. Het geeft niet. Dit hoort er allemaal bij. We vinden samen een weg. Voor nu past een aai over zijn bol, een hele stevige knuffel en veel gekietel. Hij lacht hardop met een grijns van oor tot oor. Lachen is een goed medicijn!
Knipoog
Sinds dat gesprek vertelt hij meer. Het heeft hem geen goed gedaan dat hij niet meteen naar de plek kon verhuizen, waar we nu wonen. Hij vindt het ook moeilijk om te wennen aan al die nieuwe manieren van doen op school. De juf is streng, de andere juf lost sociale ongelukken niet op waar hij bij is en de kinderen zijn verbaal en non-verbaal ruwer met elkaar. Zijn eerdere enthousiasme over de iPad op school vervaagt snel als hij merkt dat hij meer fouten erop maakt. Hij moet leren om eerst te denken, dan te doen; want achteraf corrigeren gaat blijkbaar niet. Zijn bozige gevoel over alles wat niet meteen lukt, is herkenbaar, want hij en ook ik willen het gewoon in één keer goed doen. Op die momenten knipogen we extra naar elkaar met een blik van verstandhouding.
De gesprekjes over wat er allemaal in hem omgaat, luchten hem zichtbaar op. Hij ziet dat zijn gedachten en gevoelens ertoe doen wanneer ik ga overleggen met de leerkracht bij tekenen van sociale onrust. Samen met hem, zijn vader en leerkrachten komen we tot oplossingen. In de weken erna gaat hij zelfstandig en huppelend naar school. Hij komt meestal blij uit school. Hij maakt contact op zijn eigen manier. Hij komt voor zichzelf op, vertelt thuis wat er op zijn hart is en onderneemt nieuwe dingen als de scouting en breakdance. We besluiten dat we voor zijn verjaardagsfeestje kinderen van school uitnodigen én oude schoolvriendjes uit Curaçao, die al eerder geremigreerd waren. Hij straalt.
Mijn aandeel
Wat is mijn aandeel in de omgang met deze emigratie als moeder? Doe ik eigenlijk wel het juiste, op het goede ogenblik? Zeg ik wel die dingen die hem helpen? Die vragen houden me erg bezig. Ik houd net als alle andere ouders vaak mijn hart vast op momenten dat hij bijvoorbeeld voor het eerst in het Nederlandse verkeer gaat fietsen. Toch is emigreren wel een heel ander ding. Een soort verandering 3.0, Met nieuwe onzekerheden en grote dilemma’s in het moederschap. Alles wat gewoon is, wordt ongewoon. Het vangnet is nu belangrijker dan ooit.
Echte vrienden
In de weken voor de herfstvakantie komt er even een piek in het gemis van zijn oude vriendjes. Een van hen komt naar Nederland. Mijn zoon is er helemaal opgewonden van en binnen no time spelen de twee als vanouds. Er is veel verdriet als er ook een einde komt aan deze mooie, gezellige en bijna tropisch zonnige dag. Mijn zoon huilt openlijk en knijpt zijn vriendje bijna tot moes in hun ‘brasa’. We spreken af dat zijn vriend in de zomervakantie bij ons mag logeren. Hij kijkt er nu al uit! Tot die tijd zijn de moderne multimedia als Skype en FaceTime werelduitvindingen.
‘Echte vrienden blijven altijd’, zegt de moeder van zijn tropische vriendje.Waar je ook bent! Ja, emigreren voor kinderen is pittig (ook voor ouders) en het valt zwaar om het vertrouwde los te laten. Toch hoort zijn oude omgeving er net zo bij als zijn nieuwe omgeving. Het maakt hem wie hij is, een echte wereldvent.
Mijn aandeel
Wat is mijn aandeel in de omgang met deze emigratie als moeder? Doe ik eigenlijk wel het juiste, op goede ogenblik? Zeg ik wel die dingen die hem helpen? Al die vragen houden me erg bezig. Ik houd net als bijna alle andere ouders vaak mijn hart vast op momenten dat hij bijvoorbeeld voor het eerst in het Nederlandse verkeer gaat fietsen. Toch is emigreren wel een heel ander ding. Een soort verandering 3.0, Met nieuwe onzekerheden en grote dilemma’s in het moederschap. Het voelt heel kwetsbaar aan. Ik laat zijn wereld schudden op zijn grondvesten. Alles wat gewoon is, wordt ongewoon. Het vangnet is nu belangrijker dan ooit.
Marjolein van Dongen-Lapré is orthopedagoog en moeder van zoon Ties (8 jaar).
Reacties